Frans Timmermans mag dan niet op het Europese stembiljet staan, volgens Geert Wilders draaien de Europese verkiezingen op 6 juni toch echt om hem. Of beter gezegd: om de keuze tussen zijn eigen PVV en Timmermans’ GroenLinks-PvdA.
„Het wordt spannend”, schreef Wilders zondag in een bericht op X, vergezeld van een foto van de twee partijleiders. „Wordt de PVV de grootste of GL-PvdA? Minder asiel en terreur of open grenzen? Nederland soeverein of nog meer macht naar de EU?” Maandag herhaalde hij die boodschap in een campagnespotje.
Het is een kunstje dat Wilders goed heeft afgekeken van vertrekkend premier en voormalig VVD-leider Mark Rutte, die het weer overnam van zijn voorgangers: de tweestrijd. De formule is even eenvoudig als effectief: zet twee partijen tegenover elkaar in een strijd om de grootste te worden, wek de illusie dat de rest er eigenlijk niet toe doet en stuw elkaar tot grote hoogten bij de stembus.
Voor Rutte pakte die strategie vaak goed uit, of zijn tegenstander nu de SP (2012), de PvdA (ook 2012) of de PVV (2017) was. En ook de concurrent profiteert van alle extra aandacht. Niet voor niets wilden partijen maar wat graag de uitverkoren tegenstander van Rutte zijn. Voor Timmermans, die in de Kamer nog moeite heeft om zijn draai te vinden als oppositieleider, zal dat nu niet anders zijn.
Lees ook
Bij Europese verkiezingen staat dit keer veel op het spel
Gefabriceerde tweestrijd
Ook voor Wilders’ nieuwe coalitiegenoten komt de strategie niet slecht uit. Zolang de PVV tekeergaat tegen de linkse oppositie, blijven de forse verschillen in de Europese verkiezingsprogramma’s van de coalitiepartijen onderbelicht. Bij Op1 stonden PVV en VVD vrijdag fel tegenover elkaar in een discussie over het Europese migratiepact. Hoe meer Wilders zich op Timmermans richt, des te beter voor de coalitie.
De effectiviteit van Wilders’ strategie hoeft niet te worden belemmerd doordat de positie van de grootste Nederlandse partij bij de Europese verkiezingen nauwelijks betekenis heeft. Dat is bij deze gefabriceerde tweestrijd nog sterker het geval: GroenLinks en de PvdA doen net als bij de Tweede Kamerverkiezingen van afgelopen november weliswaar mee met een gezamenlijke lijst, maar ze splitsen zich na afloop van de stembusgang weer op. Dan gaan ze weer bij hun eigen Europese fractie in het Europees Parlement zitten.
Het lijkt daarmee al bij voorbaat onvermijdelijk dat de PVV straks de grootste Nederlandse fractie in Brussel kan gaan vormen. Toch is Wilders’ poging om de confrontatie op te zoeken veelzeggend: Europa heeft hij zelden serieus genomen. Bij Europese verkiezingen voerde Wilders wel campagne, maar daarin richtte de PVV zich steeds volledig op een vertrek uit de EU. Als stemmentrekker werkte dat slecht: veel van zijn kiezers kwamen niet opdagen.
Vijf jaar geleden verdween de partij na een erbarmelijke uitslag zelfs volledig uit Brussel. Bij een herverdeling van de zetels na de Britse uittreding uit de EU kreeg toenmalig PVV-lijsttrekker Marcel de Graaff alsnog een plek in het parlement, maar hij stapte halverwege zijn termijn over naar Forum voor Democratie. De Graaff speelt inmiddels een grote rol in een EU-breed spionageschandaal: afgelopen week deed de Brusselse politie een inval bij het huis van een van zijn medewerkers.
Voor de PVV waren de slechte uitslagen spijtig, maar niet dramatisch. De partij had toch weinig in het Europees Parlement te zoeken. Dat is nu veranderd. De opkomst van radicaal-rechtse partijen in heel Europa maakt nieuwe allianties mogelijk, om allerlei PVV-wensen – zoals bij migratiebeleid – via Europese samenwerking te vervullen.
En dus heeft de PVV nu een duidelijk belang bij veel media-aandacht en een hoge opkomst. De potentiële PVV-kiezer gaat lang niet altijd naar de stembus. Daardoor geldt: hoe hoger de opkomst, hoe groter de kans dat de PVV er nog een zetel bij krijgt.
Lees ook
Interne analyse: coalitieakkoord bevat risico’s voor de grondrechten, klimaatdoelen en ‘gevaren voor de (nationale) veiligheid’
Verkoopmiddel
Nu Wilders uit is op een hoge score, weet hij wat zijn beste verkoopmiddel is: hijzelf. Afgelopen november bleek al hoezeer Wilders op zijn eigen populariteit kon leunen. Daar komt nu bij dat het hem is gelukt een onwaarschijnlijke formatiepoging te laten slagen en een coalitieakkoord te presenteren dat door veel kiezers positief is ontvangen.
Waar andere partijen hun Haagse kopstukken maar mondjesmaat laten aantreden, is Wilders dan ook overal in de PVV-campagne. Zijn gezicht pronkt op de verkiezingsaffiches van de PVV, hij staat op campagneplaatjes tegenover Timmermans.
Bij die keuze speelt niet alleen de populariteit van Wilders een rol, maar ook die van zijn lijsttrekker. Sebastiaan Stöteler, afgelopen jaren fractievoorzitter voor de PVV in Almelo, heeft volgens een recente peiling van I&O een naamsbekendheid van 3 procent onder kiezers. Dat is zelfs voor de Europese lijsttrekkers bijzonder laag – geen cijfer dat je met een aantal media-optredens makkelijk omhoog kunt krikken.
Tot vrijdag was Stöteler zelfs geheel onzichtbaar. Bij debatten in het land tussen de Nederlandse lijsttrekkers bleef hij weg, vaak als enige lijsttrekker. Zelfs de omroep Ongehoord Nederland, die vorige week een ‘debat voor de rechtse kiezer’ organiseerde, kreeg hem niet naar de studio – tot ergernis van FVD, BBB en JA21. Zij azen op dezelfde kiezers als de PVV wil binnenhalen.
Stöteler schoof vrijdag wel aan bij het verkiezingsdebat van Op1 en doet in deze finaleweek ook mee aan het slotdebat van de NOS. Maar over de vraag wie hét PVV-gezicht bij deze verkiezingen is, hoeft geen enkele twijfel te bestaan. Woensdag gaat Wilders campagne voeren op de Haagse Markt. Stöteler is daar ook bij, zo meldt de partij. Op de aankondigingsposter is hij nergens te bekennen.
Lees ook
Even lijkt PVV een gewone coalitiepartij. Maar dan spreekt Wilders alweer over ‘zuur links’