Het was een belangrijk moment in een verder tamelijk kleurloos Kamerdebat. Frans Timmermans, fractieleider van GroenLinks-PvdA, had afgelopen donderdag maar liefst vier ministers naar de plenaire zaal geroepen om te praten over de „weerbaarheid van de Nederlandse samenleving tegen ondermijnende activiteiten vanuit het buitenland” (zoals Rusland en China). Maar het werd pas interessant toen het ging over de militaire steun aan Oekraïne. GroenLinks-PvdA, zo maakte Timmermans duidelijk, zal de coalitie niet aan een meerderheid gaan helpen voor steun aan Kyiv als de PVV niet meedoet. In dat geval, zo zei Timmermans, zal zijn partij alléén voor stemmen als het kabinet aftreedt en er nieuwe verkiezingen worden uitgeschreven.
„Een cynische insteek”, vond VVD-woordvoerder Silvio Erkens. „Ik zou denken dat op zo iets essentieels, oorlog op het Europese continent, je als grootste oppositiepartij niet kunt zeggen: onze steun is afhankelijk van wat andere partijen doen.”
Timmermans bleef echter onvermurwbaar. Tijdens het kabinet-Rutte I (2010-2012), toen de PVV gedoogsteun verleende, had hij met eigen ogen gezien hoe de partij van Geert Wilders zich veroorloofde om „buiten te spelen” door tégen kabinetsvoorstellen te stemmen, omdat de „verantwoordelijke oppositie” (waaronder de PvdA) het kabinet wel overeind zou houden. „Dat gaat mij niet nog een keer overkomen”, zei de partijleider van GroenLinks-PvdA, destijds buitenlandwoordvoerder in de Kamer.
Oekraïne potentiële voetzoeker
Timmermans’ machtspolitiek speelt handig in op mogelijke breuklijnen in het aanstaande kabinet. De PVV van Geert Wilders is alleen akkoord gegaan met het voortzetten van de steun aan Oekraïne om de coalitie mogelijk te maken. Maar het hoofdlijnenakkoord bevat geen nadere details. ‘Oekraïne’ is daarmee een potentiële voetzoeker onder de coalitie: onverminderde steun aan de regering-Zelensky is voor de VVD bijvoorbeeld een ‘basisprincipe’ – niet onderhandelbaar.
Zo zijn er meer dossiers waarop de coalitie uit elkaar kan worden gespeeld. Afgelopen maart maakte demissionair staatssecretaris van Defensie Christophe van der Maat (VVD) bekend dat Nederland kiest voor de Franse werf Naval Group voor de bouw van vier nieuwe onderzeeboten voor een bedrag van ten minste 5,8 miljard euro. Met de keus voor de Fransen gaat Defensie voorbij aan het bod van de Zweeds-Nederlandse combinatie Saab Damen en dat is niet goed gevallen bij een groot deel van de Tweede Kamer. Coalitiepartij PVV ziet Franse onderzeeboten niet zitten, coalitiepartner BBB heeft grote bedenkingen bij het Franse bod.
Van der Maat kan bovendien niet zomaar rekenen op steun van GroenLinks-PvdA. Afgelopen donderdag verspreidde de partij een persbericht waarin defensiewoordvoerder Jimme Nordkamp zijn zorgen uitsprak over de „verdeeldheid in de coalitie” op het onderzeebotendossier. „We hebben het hier over de grootste defensie-aankoop sinds de F-35”, zegt Nordkamp in een toelichting. „Dan kun je het niet hebben dat een dragende partij in de coalitie hierover fundamenteel van mening verschilt.” Nordkamp „sluit niet uit” dat zijn partij alsnog instemt met de keuze voor Naval, zelfs als de PVV afhaakt. „Maar dan moeten wij wel eerst een goed gesprek hebben over de gevolgen voor dit ingewikkelde dossier. Wij gaan de coalitie niet klakkeloos redden.”
Vertrouwelijke brief
Zo kan staatssecretaris Van der Maat rekenen op zwaar weer tijdens de behandeling van zijn besluit in de Vaste Kamercommissie voor Defensie, deze maandag. De afgelopen week publiceerde zowel De Telegraaf als de Volkskrant stukken waarin de keuze voor Naval Group in twijfel werd getrokken. De Telegraaf meldde op basis van „diplomatieke bronnen” dat de VS niet bereid zouden zijn om Amerikaanse kruisraketten te leveren voor de Franse onderzeeboten – een essentiële capaciteit. Volgens de Volkskrant, die citeerde uit een interne Defensienota, heeft Defensie de normen rond de aanbesteding „versoepeld”, door akkoord te gaan met de Franse weigering om de Auditdienst van Defensie inzage te geven in de financiële details van het bod. Van der Maat ontkent beide ten stelligste in een aparte brief aan de Kamer. Om alle onzekerheid weg te nemen heeft Defensie het stuk waaruit de Volkskrant citeert, vertrouwelijk ter inzage gelegd voor de Kamer. Defensiewoordvoerder Gijs Tuinman (BBB) gaat het stuk zeker lezen. „Ik wil vast kunnen stellen dat er sprake is geweest van een level playing field tussen alle kandidaten.”
De BBB, zo zegt Tuinman, is „kritisch” over de keuze van Defensie om een onderzeeboot te laten bouwen door een buitenlandse werf, zonder directe betrokkenheid van een grote Nederlandse scheepsbouwer. En ondanks dat staatssecretaris Van der Maat tweehonderd Kamervragen over de aanstaande aankoop beantwoordde, zegt Tuinman te beschikken over „summiere informatie”. Het BBB-Kamerlid weet nog niet of hij kan instemmen met de keuze voor Naval Group, en houdt rekening met uitstel. Tegelijkertijd windt Tuinman zich op over het „politieke spel” van GroenLinks-PvdA. „Ik heb mijn huiswerk gedaan en ik wil dit dossier inhoudelijk behandelen.”
Lees ook
Climax onderzeebotendossier: niet Damen maar Frans bedrijf lijkt vier onderzeeboten voor Koninklijke Marine te gaan bouwen