1.Een constellatie van gezichten, op een wand van schermen. Hun blik is gericht naar degene tegenover hen, net voorbij de camera. Ik bekijk de gezichten. Foute snorren, concealer-pukkeltjes. Elk gezicht is net wat anders geplooid: de meesten kijken ontspannen, anderen lachen. Ik kom een gezicht tegen dat fronst, waarom? Opeens zie ik er een huilen.
Op de wand tegenover: het gezicht van Marina Abramovic, in honderdvoud. Haar blik is eveneens net bezijden de camera gericht, homogeen uitdrukkingsloos. Ik wend me tot het Marinagezicht tegenover het huilende gezicht, een setje meen ik. Ja hoor, ook Marina huilt.
De gang, met aan weerszijden schermen, is onderdeel van een installatie in het Amsterdams Stedelijk over Abramovic. De projecties zijn opnames van de performance act The Artist is Present, waarin Abramovic, in jurk gedrapeerd, dagen achter elkaar urenlang op een stoel zit – 750 uur, in totaal. Bezoekers nemen plaats tegenover haar en zij kijken elkaar in stilte aan.
Waarom huilt dit setje gezichten? Ik bevat het niet helemaal. Ik peins een poos, kies dan een Marinagezicht uit. Omdat haar blik enkel mijn flank schampt, besluit ik de ogen te sluiten, om in gedachten plaats te nemen tegenover haar. Ik zie haar ogen, ik kijk ze aan. Er ontstaat een spanningsveld, ze ontlokt de juiste energie in mij, ik in haar. Een climax. Huilen.
Wij huilen geduldig. De opbouw is gestaag, het houdt dan een poos aan. Ik denk aan de dingen die me doen huilen. Montenegro. Mijn overleden oom. Die patiënt, met die kankerbuik. De Vespers van Rachmaninov. Servische ogen. Patiënt twee, die dagen op de grond lag, niemand die acht sloeg, geen familie, vrienden, alarmbel buiten bereik, penetrante geur, toch maar de politie gebeld, die de ambulance, die de brandweer, doorligwonden, bezoedeld ondergoed, drieëndertig graden, sterven, alleen.
Zo mijmer ik nog even door. Van ontroering geen sprake. Dit is meditatie – ik voel me ontladen.
2. Intervisie, dan. Collega’s en ik delen casuïstiek waar we mee in de maag zitten. Er ontstaat een spanningsveld. Herinneringen aan klachten, misverstanden en patiënten drijven naar boven. Ik bespreek mijn casus, ben nog niet aangekomen bij het euvel, als mijn gezicht rood aanloopt.
Een beitel, op mijn achterhoofd, een enkele hamertik: de schedel splijt in de schedelnaad doormidden. Onbestemde drukken in het hoofd, die de hersenen knijpen.
Ik wil huilen. Huilen, huilen, slordig huilen, tranen met tuiten, met uitgestort snot en een zwierende, hoge stem. Doekjes vol huilen, en grote ruimtes. Maar ja – gezichtsbehoud.
Ik schraap mijn keel, doe nog een poging, blijf dan even stil. Collega’s kijken mij met geplooide voorhoofden aan, iemand legt een hand op mij schouder. Ik vervloek mijn gevoeligheid, wat een aansteller! Ik ga door, maak mijn verhaal af, niet halfslachtig maar nu toch ongewillig. Collega’s knikken empathisch. Iemand bedankt me. Het zal wel.
Nadien dat onbestemde, lege gevoel. Uitgeput. Hoofdpijn. Ik luister niet meer naar de andere verhalen, want ik ben te druk bezig met mezelf te vervloeken.
Dit is sentimenteel. Dit is slordig omgaan met je emoties.
3. Ik open mijn ogen. Ik heb niet daadwerkelijk gehuild, natuurlijk niet. Ik zoek, maar kan het huilende Marinagezicht niet meer vinden. Zelfs geen rood aangelopen gezicht. Als een waterrimpel is haar gezichtsplooiing vervlogen. Het ware Marinagezicht ontwaar ik aan de hand van de vrouw tegenover haar, die immers nog huilt.
Marina staart het luchtledige aan, net bezijden de camera. Wellicht huilde ze enkel uit gevoel voor drama, schiet mij te binnen. Goed voor de zaak, zeker. Kunstenaar Marina, vakvrouw Marina. Even voel ik verontwaardiging, desillusie, frustratie. Ik frons, maar zie dan weer dat fronsend gezicht.
De ironie! – en ik berust mij. Nee, Marina is niet nep, staat juist in contact met haar emoties. Zij heeft er haar hele carrière aan te danken, emotionele intelligentie. Dat is iets wat ik, en velen met mij, niet hebben. Men is zelf emotioneel mank, fronst dus uit jaloezie, verbolgenheid, misschien uit minachting ook.
De Marinagezichten staan onderwijl blank. Soevereine Marina. We zouden van haar moeten leren.
Dino Gacevic is arts in een Rotterdams ziekenhuis.