Wie wordt uitgenodigd voor een Argentijnse asado kan maar beter flinke trek meebrengen. Trek in vlees om precies te zijn, want we hebben het hier over een carnivore hoogmis. Overdrijf ik dit? Vraag het een Argentijn en grote kans dat hij of zij zal bevestigen dat de asado heilig is, of in elk geval een viering. En de hoeveelheid en variëteit aan vlees die er tijdens zo’n, meestal zondagse barbecuebijeenkomst boven houtskool wordt geroosterd is serieus indrukwekkend. Eerst worden organen gegrild, zoals riñones (niertjes), molleja (zwezerik) en chinchulines (dunne darm). Daarna volgen de grote delen zoals bife (filet), asado de tira (shortribs) en entraña (longhaas). Allemaal rundvlees inderdaad.
Van oudsher staan Argentijnen ergens bovenaan de wereldranglijst van grootste vleeseters ter wereld en het gros van dat vlees is afkomstig van koeien. Al is er door de hoge inflatie van de laatste jaren wel een daling in de consumptie van rundvlees zichtbaar en groeit de belangstelling voor varkensvlees als goedkoper alternatief. Tegelijkertijd wordt in Argentinië nog altijd, om het in perspectief te zetten, bijna drie keer zoveel rundvlees gegeten als in Nederland.
Wie de liefde van de Argentijnen voor hun asado wil begrijpen moet terug naar de gaucho’s, cowboys die op de uitgestrekte pampa leefden, ver verwijderd van dorp of stad. Om zich te voeden slachtten zij op gezette tijden een koe of kalf en grilden het vlees boven een open vuur – asado betekent letterlijk ‘geroosterd’. Ik heb me laten vertellen dat elke Argentijnse man diep in zijn hart een gaucho zou willen zijn. Wat daar ook van waar is, de asado groeide uit tot een symbool voor mannelijkheid.
Maar waarom vertel ik dit allemaal? Omdat een lezer me vroeg om een goed recept voor chimichurri. En chimichurri is dé saus voor bij een asado: een soort dressing van onder andere peterselie, oregano, chilipeper, knoflook, azijn en olie. Er gaan – het zal weer eens niet – diverse verhalen over zowel de naam als de oorsprong van dit mengsel. Het zou een verbasterde versie van de Siciliaanse salmoriglio zijn, meegenomen door immigranten uit Zuid-Italië. Of waren het juist Baskische immigranten, nota bene befaamd om hun boven houtvuur gegrilde vlees? Zowel de saus als de naam heeft veel weg van Baskische tximitxurri.
Een mooi, maar minder geloofwaardig verhaal gaat over ene James McCurry, een immigrant uit Ierland die z’n geliefde worcestershiresauce miste en daar, met lokale ingrediënten, een Argentijnse versie van maakte. JimmyMcCurry, begrijpt u? Of waren het misschien Britse soldaten die gevangen zaten na de mislukte invasie van Rio de la Plata (1807) en riepen om curry? Give me curry!
De Argentijnse historicus Daniel Balmaceda veegt in elk geval met al deze verklaringen de vloer aan. Volgens hem is het woord chimichurri afkomstig van de Quechua, een bevolkingsgroep die al lang voor de Europeanen er arriveerden in het noorden van Argentinië woonde. De term is een generieke, en staat voor alle sterk gekruide sauzen die worden gebruikt om vlees mee te conserveren, in te marineren of om erbij te serveren.
Welnu, dat laatste is wat ik vandaag met u wil doen. Vuurtje stoken, chimichurri maken, feestje bouwen op z’n Argentijns. Vegetariërs zijn ook van harte uitgenodigd. Chimichurri is namelijk ook erg lekker bij geroosterde groenten.