In het vliegtuig naar Tel Aviv, bam, kwam Israëls trauma meteen binnen bij Remco van Mulligen. Hij is voorzitter van de stichting Kairos-Sabeel en reisde vorige week naar Bethlehem voor een congres met Palestijnse christenen. Door de intercom van het toestel werden de troepen bedankt die het vaderland verdedigden. Ze hoopten dat de gijzelaars veilig terugkeerden. In Bethlehem ontmoette hij moegebeukte mensen. Ze waren wel wat gewend, zeiden ze, maar deze oorlog overtrof alles.
Van Mulligen is pastoraal opbouwwerker van een katholieke kerk in Apeldoorn en was eerder journalist voor het Nederlands Dagblad. De stichting waar hij voorzitter van is steunt Palestijnen in „geweldloos verzet tegen de bezetting door Israël”, zegt hij. Hij wil daar ook in Nederland aandacht voor vragen en hield al eens een sit-in in de Tweede Kamer, en bezette het kantoor van de ChristenUnie. Hij vindt dat de partij te kritiekloos achter Israël staat. „Ze spreken veel over christenvervolging, maar over Palestijnen, onder hen zijn óók christenen, hoor je ze niet.”
Hij is in zijn opvattingen een minderheid onder christenen, denkt hij. De SGP hield maandag juist een pro-Israël demonstratie op de Dam. Ze wilden, schrijven ze, aan „Joodse medeburgers laten zien en horen dat de overgrote meerderheid van de Nederlanders wél achter hen staat”.
Wat denken christenen over de aanhoudende oorlog in Gaza?
Intuïtieve band
Zoveel christenen, zoveel gedachten, zeggen theologen en dominees. „Alle meningen zijn gerepresenteerd”, zegt hoogleraar missiologie en interculturele theologie Stefan Paas. „Van mensen die bij wijze van spreken hun naam zouden zetten op bommen voor Gaza tot mensen die voorop lopen bij demonstraties tegen genocide.”
Dominee Pieter de Boer, die voorgaat in de Christelijk Gereformeerde Kerk in Renswoude en docent is aan de Vrije Universiteit, merkt een grote betrokkenheid bij Israël, maar ook bij de Palestijnen. „Het lijden van deze twee volkeren grijpt ontzettend aan.” Mensen vragen hem voorbede te doen, het komt terug in gesprekken.
Betrokkenheid met het gebied is een gevolg van geloof in eenzelfde god, maar vooral ook door relaties met mensen daar. „Mensen woonden daar, liepen er stage, deden vrijwilligerswerk. Op allerlei niveaus lopen lijntjes.”
De band met Israël is voor veel christenen intuïtief, denkt dominee Ernst Leeftink van de Nederlands Gereformeerde Kerk in Balkbrug. Je groeit door de Bijbel met Israël op, zo ken je de dorpen en steden. Jezus liep rond in het land waar de NOS nu items over maakt in het journaal. Leeftink sprak deze week met een echtpaar. Ze noemden het verschrikkelijk wat in de nacht van zondag op maandag in Rafah gebeurde. Israël bombardeerde een tentenkamp waar zich volgens het leger Hamas-commandanten bevonden. Tientallen Gazaanse burgerslachtoffers stierven. Leeftink: „Maar wat hadden die terroristen daar te zoeken, zeggen ze dan ook.” De sympathie ligt overwegend bij Israël, merkt hij.
Interpretatie van de Bijbel
In het vormen van hun mening over Israël, lezen christenen ook de Bijbel. Grofweg zie je twee manieren om de Bijbel te interpreteren, zegt hoogleraar geschiedenis van het Protestantisme van de Theologische Universiteit Utrecht, George Harinck. Je hebt mensen die de nadruk leggen op de beloften die in de Bijbel staan voor het volk Israël. De belofte van terugkeer naar het land waaruit ze verdreven werden door de Romeinen. „Voor een aantal mensen is die belofte in vervulling gegaan in 1948, toen de staat Israël gesticht werd. Voor hen was de stichting van de staat niet alleen een politiek feit.”
In die hoek kun je de SGP en andere reformatorische stromingen vinden, zegt theoloog Stefan Paas. Ook evangelische christenen zitten meer in deze hoek. Een veelvoorkomende evangelische gedachte is dat de stichting van de staat Israël een Bijbels teken is dat de eindtijd is begonnen.
Gerechtigheid
Andere christenen, zegt Harinck, zien wat in Israël gebeurt als een geschiedenis van onderdrukking van de Palestijnen. Zij benadrukken hoe Jezus opkwam voor onderdrukten en voor gerechtigheid streed. Zij zijn eerder lid van de Protestantse Kerk Nederland, de Nederlands Gereformeerde Kerken of de Katholieke Kerk.
Dit kun je ook horen in migrantenkerken. Sommigen van hen komen uit landen waar een geschiedenis van onderdrukking is, zegt Harinck. „Vanuit de slavernij, bijvoorbeeld. Of vanwege een koloniaal verleden. Maar zij kunnen juist ook evangelisch georiënteerd zijn.” Anderen zijn zelf Palestijns, of hebben wortels in andere landen uit het Midden-Oosten.
Daartussen beweegt een grote groep christenen die sympathie heeft voor Israël vanuit de gedachte: Jezus was Joods, de eerste christenen waren Joods. Daarin voelen ze verbondenheid, zegt Paas. Hij schat in dat dit de grootste groep is.
Een verklaring die de Protestantse Kerk Nederland (PKN), met 1,5 miljoen leden de grootste protestantse kerk in Nederland, uitdeed op Goede Vrijdag, geeft dat weer. De kerk schrijft over „de onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël”. Dat is niet hetzelfde als de staat Israël, meldt de kerk ook, laat stáán de regering. De PKN wijst alles wat vrede en rechtvaardigheid in de weg staat af, staat ook in de verklaring.
Dat de oorlog aanhoudt, dat het aantal doden oploopt, wat doet dat met christenen? Harinck en Paas denken dat de sympathie voor Israël langzaam afneemt, en sympathie voor de Palestijnen juist toe. Harinck merkt die verschuiving ook op de Theologische Universiteit. De studenten zien spandoeken in de stad hangen en komen ook met vragen naar de universiteit.
Het is vooral die jongere generatie waar mensen meer begaan raken met het lot van de Palestijnen, denkt Harinck. Dat merkt ook Van Mulligen. Op sociale media en in de gesprekken die hij voert met jongeren naar aanleiding van hun acties. „Ze zeggen: fijn dat je ook zo over deze oorlog mag denken.”