Is het protestbeeld ‘All Eyes on Gaza’ leunstoelactivisme? ‘Zo kweek je bewustwording bij jongeren’

Nu de afbeelding van een tentenkamp met de tekst „All Eyes on Rafah” bijna 47 miljoen keer is gedeeld op sociale media, komt er ook kritiek. Is dit niet een te schoon gepoetste en gemakzuchtige manier om vanuit je luie stoel te protesteren tegen de oorlog in Gaza?

Op het beeld zie je vanuit de lucht een keurig, uitgestrekt vluchtelingenkamp in een pittoresk bergdal, waar witte tenten de Engelse tekst „Alle ogen op Rafah” vormen. Het virtuele protestbord reageert op het Israëlische bombardement maandag van een vluchtelingenkamp bij Rafah. Het Internationaal Gerechtshof (ICJ) had Israël vrijdag geboden het offensief in Rafah onmiddellijk te stoppen. De Israëlische regering gaf daar geen gehoor aan.

Het online protestbord, gemaakt met kunstmatige intelligentie (AI), werd op maandag voor het eerst op Instagram gezet door het Maleisische account @shahv4012. Vermoedelijk heeft de persoon achter het account het ook gemaakt – met AI. Al snel werd het opgepikt door miljoenen andere gebruikers – vele malen meer dan andere posts over Gaza – onder wie Britse zangeres Dua Lipa, het Palestijns-Nederlandse model Bella Hadid, en bekende acteurs Aaron Paul (Breaking Bad), Nicola Coughlan (Bridgerton), Jameela Jamil (The Good Place) en Tom Waes (Undercover).

De oproep „All eyes on Rafah”, die al langer in zwang is, wordt toegeschreven aan Rik Peeperkorn, de vertegenwoordiger van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) in de Palestijnse gebieden, die in februari zei dat de wereldgemeenschap de penibele situatie van de vluchtelingen in Rafah goed in de gaten moest houden.

Kritiek

Maar niet iedereen vindt het protestbord een succes. Al Jazeera schreef dat het pittoreske vluchtelingenkamp op de afbeelding in schril contrast staat met de werkelijkheid: „Rafah ziet er helemaal niet zo uit. De lucht is grijs van de rook van Israëlische bommen en er zijn geen ordelijke rijen tenten – veel tenten smeulen nadat ze zijn gebombardeerd met de inzittenden er nog in, en er ligt puin tussen hen in. Rafah is ook veel drukker – met naar schatting 1,4 miljoen mensen die daar hun toevlucht zoeken tegen de Israëlische bombardementen.”

De Australische journalist Cameron Wilson stelde op X: „Alle ogen op Rafah, ja. Maar dit is een AI-foto waardoor jouw ogen juist niet naar Rafah hoeven te kijken en je geprivilegieerde rust niet wordt verstoord”. Volgens hem kunnen influencers beter echte foto’s uit Gaza verspreiden: „Palestijnse journalisten riskeren al maanden hun leven om elk bloedbad te documenteren en in plaats daarvan posten mensen door AI gegenereerde ‘kunst’ die ons niets vertelt over wat daar werkelijk gebeurt.” De Palestijns-Amerikaanse ‘Palidox’ uit Chicago schreef op X: „Deel een echte foto uit Rafah! Waarom genoegen nemen met een gesuikerde nepfoto?”

Maar juist het virtuele, schone van het AI-beeld verklaart het succes, zegt mediawetenschapper Mark Deuze van de Universiteit van Amsterdam: „Het beeld toont nadrukkelijk geen ellende, anders kwam het niet door de filters.” Volgens hem worden bloedige foto’s onderdrukt door de geautomatiseerde moderatie van Instagram, Facebook, Tiktok. Kritische uitingen over Gaza worden daarnaast extra onderdrukt met zogeheten shadow bans. Zo’n AI-beeld kan er juist wel doorheen glippen.

Deuze over het succes van de post: „Dit beeld getuigt van grote digitale geletterdheid. Anders dan in de journalistiek zijn sociale media niet gericht op originaliteit maar op knip-en-plakwerk; hergebruik van afbeeldingen die eerder succesrijk waren. Dit is een generiek plaatje en de frase ‘all eyes on…’ is al vaak gebruikt, dus het is snel te herkennen en te reposten.”

Jongeren bereiken

Een andere reden voor het succes van dit soort posts over Gaza: „Ze worden gedeeld door tieners, een groep die in de reguliere verslaggeving niet aan het woord komt en zich politiek machteloos en genegeerd voelt. Terwijl die groep sterk politiek betrokken is. Bijna de hele bevolking van Gaza bestaat uit jongeren – de gebruikers herkennen zich in hen.” De reguliere verslaggeving over Gaza spreekt tieners sowieso niet aan, stelt Deuze, omdat die niet op hen is gericht, en een zekere afstandelijkheid bewaart jegens Gaza: „Ze willen juist emoties. Ze zien een jongen voor een kapotgeschoten gebouw staan die zegt: hieronder ligt mijn zus. Dan willen ze roepen: ‘Dit is verschrikkelijk, dit moet stoppen!’”

Heeft online activisme zin? Of is zo’n post meer onderdeel van de identiteitsvorming van gebruikers van sociale media? Deuze: „Die vraag suggereert een onderscheid tussen de online en offline wereld die voor jongeren allang niet meer bestaat. Dit is hun wereld. En natuurlijk heeft zo’n post permanente gevolgen. Niemand is zo naïef om te denken dat je hiermee de bommen op Gaza stopt. Maar ik durf te wedden dat veel jongeren die de post deelden de volgende dag aan Google vroegen: ‘Waar is Gaza? Wat gebeurt er in Gaza?’. Zo kweek je bewustwording.”