Met blote vuist en een metalen voorwerp mept een gemaskerde man tegen een beeldscherm. De videobeelden tonen duidelijk wat er op 13 mei op de Roeterseilandcampus van de Universiteit van Amsterdam (UvA) gebeurde. De vraag die woensdagmiddag in de rechtszaal overblijft draait om identiteit: is de Palestijnse vluchteling die tegenover de rechter zit de gemaskerde man op de video’s?
Het is een van de kwesties die de rechtbank Amsterdam woensdagmiddag moet oplossen in de behandeling van drie zaken tegen betogers die de afgelopen weken deelnamen aan de op ongeregeldheden uitgelopen pro-Palestijnse demonstraties op de UvA.
In de eerste rechtszaak acht de rechter het bewezen dat Samer A. (36) dezelfde persoon is als de man in de video’s. De in een asielzoekerscentrum verblijvende vluchteling zegt mee te hebben gedaan aan de betoging, maar ontkent de persoon te zijn geweest die op de beeldschermen insloeg. Zijn verweer is onder meer dat veel demonstranten dezelfde kleding aanhadden, en dat hij pas in de avond is aangehouden.
De oorlog in Gaza raakt Samer A. diep, zegt hij met een door emotie schokkerige stem. Sinds zijn arrestatie ruim twee weken geleden zouden al drie familieleden zijn omgekomen door Israëlische bombardementen. „Dat moet inderdaad afschuwelijk zijn”, zegt de rechter. Ze gaat echter niet mee in de redenering dat het signalement niet duidelijk is. Ze veroordeelt Samer A. tot twee maanden gevangenisstraf waarvan één voorwaardelijk, ook omdat hij zich heeft verzet bij zijn arrestatie.
Terwijl hij, slecht ter been sinds zijn arrestatie, hinkend wordt meegenomen door de parketpolitie dringt het geluid van de publieke tribune door het geluidwerende glas. De sympathisanten bonken op de ruit en roepen dat de hele wereld de politie haat: „Tout le monde déteste la police.”
Lees ook
Een allegaartje van actiegroepen en ‘toolkits’ uit de VS: zo kwam het studentenprotest in Amsterdam tot stand
Voorzitter Studentenraad
Het is de eerste veroordeling voor de vernielingen van gebouwen van de UvA. In eerdere zaken tegen de pro-Gazabetogers ging het om geweld tegen de politie.
Zo ook in het geval van Noah P. (22), die vorige week al terechtstond, onder meer omdat hij vanaf de barricades stenen zou hebben gegooid bij de bezetting van het Binnengasthuisterrein. De verdediging vroeg toen meer tijd voor onderzoek. Ook woensdag komt het niet tot een veroordeling. Het is op de videobeelden niet te zien dat hij stenen gooit. Zijn advocaat krijgt opnieuw meer tijd, ditmaal om de agenten die hem van het gooien beschuldigden te ondervragen.
Tijdens de vorige zitting kwam Noah P., die voorzitter van de Centrale Studentenraad van de UvA blijkt te zijn, anoniem voor de rechter. Omdat hij begin deze week zijn identiteit kenbaar heeft gemaakt, oordeelt de rechter dat van vluchtgevaar geen sprake meer is. Hij kan in vrijheid het vervolg van zijn rechtszaak afwachten.
Bij de laatste verdachte komt de rechter wel tot een veroordeling. De Palestijnse Syriër Hanibal T. (32) zou stenen gegooid hebben naar de politie. Anders dan bij een eerdere stenengooier is een gevangenisstraf volgens de rechter niet op zijn plaats. Hanibal T. heeft zware lichamelijke klachten en staat al maanden op een wachtlijst voor een Arabisch-sprekende psycholoog. Verzachtende omstandigheden, aldus de rechter. Het eindoordeel: een taakstraf van 60 uur waarvan 30 voorwaardelijk.