Poppenspeler Vincent Anderson is het type ‘creatief genie’ van de ergste soort: arrogant, schofterig, vaker dronken dan nuchter. Een bullebak waar mensen toch bewondering voor voelen. Als bedenker van het Sesamstraat-achtige Good Day Sunshine heeft hij namelijk een groot wapenfeit: een hoopgevend tv-programma uit de jaren tachtig met vrolijke poppen, gemaakt voor de kinderen van New York. Zijn eigen kind behandelt hij trouwens niet veel beter dan de collega-poppenspelers die hij steeds afblaft.
Aan het begin van de dramaserie Eric staan zowel de stad, het programma en Vincent zelf op instorten. Als zijn negenjarige zoontje op een dag verdwijnt tijdens een wandeling naar school, is de ellende niet te overzien. Vincent lijkt door te draaien en hij begint een reusachtige pop genaamd Eric te zien. Hij denkt dat die pop (harig, met hoorns en slagtanden, doet denken aan het Muppetfiguur Sweetums) hem kan helpen bij het vinden van zijn zoontje. Dit is het begin van een bizarre zoektocht waarbij de pop voornamelijk commentaar op de levenskeuzes van Vincent maakt. ‘Je bent een mislukking, je hebt het verkloot’, dat soort dingen.
De Britse acteur Benedict Cumberbatch (Sherlock, Doctor Strange) weet wel raad met zo’n rol en hij zet effectief een schreeuwerige zak neer. Vast iets waar hij als acteur veel plezier mee gehad heeft, maar het maakt het wel moeilijk om iets om hem te geven. Het personage blijft gedurende het zesdelige seizoen eendimensionaal. Op geen enkel moment zie je waarom zijn vrouw Cassie (Gaby Hoffmann) ooit voor hem viel.
Volgepropt
Het idee van getroebleerde man op zoektocht met een grote Muppetpop zou in principe genoeg moeten zijn voor een intrigerende serie, maar schrijfster Abi Morgan heeft nog veel meer in het script gepropt. Ze verwerkt er allerlei maatschappelijke thema’s in die destijds speelden in New York, denk aan corruptie, daklozenproblematiek, racisme en de aidscrisis. Deze onderwerpen komen het meest naar voren in de tweede grote lijn van de serie: het onderzoek van rechercheur Michael Ledroit (McKinley Belcher III) die de vermissingszaak probeert op te lossen. Michael zit als homoseksuele man in de kast en zorgt in het geheim voor een zieke partner.
Soms voelt het alsof de hoofdrolspelers in verschillende series spelen. Cumberbatch komt terecht in een overdreven nachtmerriewereld. Op een gegeven moment staat hij met de pop op de dansvloer van een nachtclub en snuiven ze samen coke op de wc. Aan de andere kant zit Belcher meer in een rauw politiedrama. Hij speelt knap ingetogen, sterk in contrast met het schreeuwerige acteergeweld van Cumberbatch. Hoffmann schippert best knap tussen die twee uitersten, maar krijgt als radeloze moeder niet genoeg te doen. Ook andere elementen krijgen te weinig aandacht: de perikelen op de set van het poppenprogramma voelen weinig urgent, terwijl daar juist ruimte zou zijn voor iets meer lucht en humor. De aankleding van de sets is wel geslaagd. Het groezelige New York van de jaren tachtig, voordat de stad werd schoongeveegd, komt authentiek over. Individueel zitten er een paar mooie en krachtige scènes in de serie. Als geheel voelt het echter minder dan de som der delen.