Een appartement als amuse

Toen de gemeente Parijs allerlei eisen begon te stellen aan de relingen rondom zijn penthouse boven op Champs-Élysées 136 kwamen er heggen. Charles (of Carlos) de Beistegui, erfgenaam van een schatrijke Baskische familie die fortuin had gemaakt in Mexico, kon de heggen naar believen automatisch opzij schuiven, waarna een prachtpanorama zichtbaar werd. Vier kilometer kabel was nodig om alle wensen van deze societyfiguur te verwezenlijken: van mobiele muren tot een filmscherm vanuit het plafond. Er kwam ook een periscoop die de blik op Parijs haarscherp op een soort tafel kon projecteren. Al die moderniteit combineerde De Beistegui graag met een barokke inrichting: alles was overdaad om zijn feestgasten te amuseren en te imponeren. Van wonen kwam het nooit.

De totstandkoming eind jaren twintig van de vorige eeuw en de korte glorieperiode van het appartement vlakbij de Arc de Triomphe staat beschreven in het onlangs verschenen boek Machine à Amuser. The Life and Death of the Beistegui Penthouse Apartment. In de hal van het Maastrichtse appartement van auteur Wim van de Bergh, voormalig architect en emeritus-hoogleraar woningbouw en ontwerpen aan de technische universiteit van Aken, getuigt een houten maquette in een vitrine („Ooit eens gemaakt door een student van me”) van zijn jarenlange fascinatie voor het project.

Van den Bergh raakte bijna veertig jaar geleden geïntrigeerd door het penthouse en verzamelde sindsdien materiaal. „Je hebt verschillende soorten ‘autobiografische huizen’. Je hebt er waarbij architecten een woon- of buitenhuis voor zichzelf ontwierpen zoals Fallingwater van Frank Lloyd Wright. Bij sommige werkten opdrachtgever en ontwerpers behoorlijk eendrachtig samen. Denk aan het Rietveld-Schröderhuis. Bij het penthouse van De Beistegui heerste voortdurend spanning tussen die twee partijen. En dan wordt het spannend.”

Ook mooi: met alle architectuurgeschiedenis komt een enorme hoeveelheid cultuurhistorie mee. De Beistegui behoorde tot een coterie van de puissant rijken, waarvan velen net als hij adellijke titels hadden, en kunstenaars.

Parijs hoorde bij de favoriete bestemmingen van dit reizend circus van feestgangers. Op het dak van een ooit door zijn familie neergezet pand wilde hij een penthouse laten bouwen. Hij liet diverse zeer gerenommeerde architecten meedingen naar de opdracht. Die ging uiteindelijk naar het duo Le Corbusier en Pierre Jeanneret.

Le Corbusier had zo’n twintig jaar eerder werkend op het bureau van een ander al ervaring opgedaan met penthouses, destijds een nieuw fenomeen. Wonen op of onder het dak was voorheen iets voor het personeel. Tot artistiekelingen de mogelijkheden ontdekten, waarna de elite het licht, het uitzicht en het verheven zijn boven de stad omhelsden.

De Beistegui bleek een bemoeizuchtige, veeleisende opdrachtgever. Van den Bergh: „Le Corbusier onttrok zich daar nog weleens aan dankzij buitenlandse reizen. Jeanneret kreeg alles over zich heen.” Zeven ontwerpen kwamen eraan te pas.

Ook na het gereedkomen van het penthouse overvleugelde De Beistegui de ontwerpers van zijn Parijse speeltje. Niet de architectuurbladen besteedden de meeste aandacht aan het wonderlijke appartement maar de lifestylebladen als Vogue en Harper’s Bazaar. De artikelen prezen steevast de opdrachtgever als excentrieke, creatieve vernieuwer. Een man van naam als Le Corbusier werd gereduceerd tot een soort technisch hulpje, goed om de ideeën te verwezenlijken.

Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog begon het Parijse pent-house De Beistegui een beetje te vervelen. Hij kocht Château de Groussay, ten westen van de Franse hoofdstad, waarvan het (her-)inrichten hem de volgende dertig jaar zou bezighouden. En in 1948 werd hij eigenaar van het barokke Palazzo Labia aan het Canal Grande in Venetië. Terwijl in het nog van alle het strijdgewoel herstellende Europa karigheid troef was, organiseerde de Bask er drie jaar later een overdadig en gekostumeerd „bal van de eeuw” met prominente gasten als de Aga Khan, Orson Welles, Christian Dior, Salvador Dalí.

Wim van den Bergh: Machine à Amuser. The Life and Death of the Beistegui Penthouse Apartment. The MIT Press, 376 blz., € 77,95