In het Haagse corruptieproces houden de verdachten het niet droog

Rechtszaak-De Mos In het proces rond Richard de Mos spraken drie zakenmannen over hun band met de ex-wethouder en hun „verwoeste” levens.

Richard de Mos bood aan voor een tripje op het IJsselmeer op het schip van een vastgoedman te betalen. Maar dat hoefde niet.
Richard de Mos bood aan voor een tripje op het IJsselmeer op het schip van een vastgoedman te betalen. Maar dat hoefde niet.

Foto Robin van Lonkhuijsen/ANP

Dennis Buis is gebroken. De Haagse vastgoedman en financier van de partij van Richard de Mos oogt met zijn omvang en lange grijze haren als een vent die tegen een stootje kan. Maar als hij aan het begin van de derde dag van het corruptieproces voor de rechtbank Rotterdam in tranen zijn tekst voorleest, is hij kwetsbaar.

In de ruim drie jaar die Buis wacht op dit proces is hij veel kwijt geraakt, zo wordt duidelijk. Zijn vastgoedbedrijf is „een rokende ruïne”. De verdenking dat hij lid is van een criminele organisatie rond De Mos heeft ertoe geleid dat banken zijn tegoeden bevroren en hypotheken weigerden. Hij moest tientallen mensen ontslaan.

Toen De Mos privé zijn huis verbouwde, regelde vastgoedman Michel Zaadhof een hijskraan

Wat misschien nog erger is, zijn relatie liep erdoor stuk. En lichamelijk is Buis nog maar een schim van wie hij ooit was, na een hersenstaminfarct en een dubbele maagbloeding. Tussen de tranen door klinkt woede op het Openbaar Ministerie. Dat heeft zijn leven „grondig en volledig” verwoest. „Met vermoedens en insinuaties, niets anders dan dat. Ik heb niets verkeerd gedaan.” Morgen neemt hij weer het vliegtuig naar Sardinië, waar hij nu woont. „Ik ben geëmigreerd omdat ik alle vertrouwen in dit land heb verloren.”

Donderdag behandelde de rechtbank de zaak tegen drie verdachte Haagse vastgoedondernemers die de partij van Richard de Mos financierden. Tienduizenden euro’s doneerden ze aan de partij. De Mos en partijgenoten maakten daarnaast twee keer een tochtje op het IJsselmeer op het schip van Buis. Hij was er niet als wethouder, zegt De Mos. „Het was in mijn vrije tijd.” Aan het einde van een van de tripjes had hij nog gevraagd: „Moet ik lappen?” Dat hoefde niet.

Toen De Mos privé zijn huis verbouwde, regelde een andere sponsorende vastgoedman, Michel Zaadhof, een hijskraan om een schuifpui over de nok heen te tillen. De Mos had Zaadhof daarna geappt: „Wat krijg je voor de klus, behalve hoofdpijn?” Het bleek gratis.

Met De Mos aan de macht zou het beter gaan

Edwin Janssen projectontwikkelaar

En dan was er projectontwikkelaar Edwin Janssen, oud-Idols-jurylid, die duizenden euro’s gaf voor de verkiezingscampagne en een website liet bouwen. De rechter: „Het verwijt is dat meneer De Mos hard voor u liep, in ruil voor de dingen die u deed voor de partij.” Janssen: „Duizend procent nee. Ik heb een hart voor Den Haag. Met De Mos aan de macht zou het beter worden.”

‘Dicht bij het vuur’

Ook Janssen zit na drie jaar vol woede en emotie. Hij vertelt honderduit over zijn kanker, zijn moeilijke jeugd met een alcoholische vader, zijn burn-out van enkele jaren geleden. Dan breekt ook hij. En als Janssen huilt, houden ook De Mos en de andere verdachten het niet meer droog.

Zo óntstond op de derde dag het beeld van gevoelige zakenmensen met idealistische overwegingen. Daar stonden tapgesprekken, apps en mails tegenover die een ander verhaal lijken te vertellen. De vastgoedmannen geven „adviezen” die hun weg vinden in het beleid van De Mos.

Het trio stuurt elkaar berichten als: „Het is natuurlijk goud dat we met Richard zo dicht bij het vuur zitten zonder dat we zichtbaar bij de Groep de Mos zijn.” Maar als de gemeente een gewenst budget blokkeert, is er boosheid: „We hebben ze niet voor niets groot gemaakt.”

Een van de rechters licht er nog een voorbeeld uit. Zo stond in het conceptverkiezingsprogramma iets wat de vastgoedmannen niet zien zitten. Edwin Janssen bericht daarover aan De Mos: „Ik zit door jouw programma te scrollen. Wordt moeilijk om je te steunen als je Dennis [Buis] in de weg gaat zitten met je voorstel.”

Aan het einde van de dag legt de rechter uit waar het om draait. Dat er geld is betaald, staat wel vast, zegt hij. „Dat De Mos voor u dingen heeft geregeld, ook wel. Maar we moeten een oordeel geven of er een relatie is tussen het geld en de diensten. Als u dat geld niet had gegeven, was de kans een stuk kleiner geweest dat u hier gezeten had.”