Actievoeren op de universiteit met radicale leuzen en handleidingen uit de VS

Met een groene helm op loopt Thomas Hofland in 2016 over de campus van de Vrije Universiteit Amsterdam. Alle studenten die hij tegenkomt, vraagt hij om hun legitimatie. Tegen een student die een pakketje bij zich heeft: „Ben jij soms een bom aan het maken?” In de kantine zit een groep docenten aan de lunch. „Jullie zien eruit als Palestijnen. Ik wil jullie ID zien. Stop met lachen, ik ben serieus.”

Hofland wordt omringd door medestudenten die hem filmen en flyers uitdelen. Het zijn de Students for Justice in Palestine (SJP), een dan nog kleine studentenclub. Verkleed als Israëlische soldaten willen ze hun universiteit laten zien hoe dagelijkse onderdrukking van Palestijnen eruitziet. De ludieke actie dient een serieus doel: de SJP wil een „academische boycot” van Israël op de agenda krijgen. Het is de studenten een doorn in het oog dat hun universiteit uitwisselingsprojecten heeft met Israëlische onderwijsinstellingen. „Deze activiteiten normaliseren de bezetting van Palestina”, vinden ze.

De SJP is dan nog maar net actief in Nederland, vertelt Hofland, inmiddels afgestudeerd als politicoloog. Zo’n tien studenten doen mee aan de actie. Hun oproep om de banden met Israël te verbreken, wordt niet serieus genomen door de universiteit.

Acht jaar later klinkt dezelfde oproep op tal van Nederlandse universiteiten uit de kelen van honderden demonstranten, onder wie een flink aantal van de gegroeide SJP. Om hun eisen ingewilligd te krijgen, kamperen ze voor de ingang van onderwijsinstellingen, kalken leuzen op de muren, bezetten universiteitsgebouwen en bouwen barricades om ontruiming tegen te gaan. Tientallen demonstranten zijn inmiddels gearresteerd, zes kwamen al voor de politierechter.

Wie organiseert de protesten? NRC richtte zich op de initiatiefnemers van de acties op de UvA. De krant sprak met actievoerders en bekeek de leuzen en graffiti die ze achterlieten. Wat opvalt is dat veel organisatoren elkaar al kennen van eerdere acties voor andere doelen, zoals de strijd tegen het gebruik van fossiele energie. Ook worden ze gevoed met professionele handleidingen vanuit het buitenland waarin staat uitgelegd hoe een gebouw snel kan worden overgenomen. Deze handleidingen werden ook gebruikt voor de bezettingen van campussen van Amerikaanse universiteiten eerder dit jaar.


Lees ook
Voor Amerikaanse studenten is een vrij Palestina het begin van een wereldwijde revolutie

Politie tegen betogers woensdag op de Fordham universiteit, ook in New York.

Beelden van de protesten op de Universiteit van Amsterdam. Met stickers op een bordje met de huisregels van de universiteit (linksboven), stickers op een megafoon van diverse actiegroepen (rechtsboven) en trommelende activisten (links- en rechtsonder).

Foto’s Ramon van Flymen/ANP, Evert Elzinga/ANP, Wouter de Wilde

Afvaardiging

Hij had geen idee met wie hij had gesproken, zei rector magnificus Peter-Paul Verbeek op 9 mei bij Nieuwsuur. Nadat de UvA was bezet, wilde de rector in gesprek met een afvaardiging van de demonstranten over hun eisen. Vervolgens schoof een aantal docenten en studenten aan bij het college van bestuur, van wie een deel met gezichtsbedekking. De voertaal was Engels. Voor de UvA-bestuurders was onbekend met wie ze aan het onderhandelen waren.

„Dat waren leden van ons”, zegt een woordvoerder van de SJP die zichzelf Aiden noemt. Haar echte naam wil ze niet noemen, omdat ze vreest voor sancties vanuit de universiteit. De SJP en de hieraan gelieerde groep AU Free Palestine zijn de initiatiefnemers van de protesten en onderhandelen daarnaast namens de studenten.

SJP vormt een internationaal netwerk van studenten met zijn oorsprong in de VS. Daar geldt ze als de motor achter de pro-Palestijnse demonstraties op universiteiten van de laatste maanden. Het Amerikaanse tijdschrift The New Yorker beschreef de SJP eind vorig jaar als „de meest prominente pro-Palestina steungroep in Amerika. […] niet alleen op campussen, maar ook in het algemeen”. De organisatie bestaat uit honderden afdelingen (chapters) waarvan de eerste in 1993 in Berkeley werd opgericht door onder anderen uitgeweken Palestijnse studenten.

De Nederlandse tak van de beweging is opgericht in 2014, met afdelingen in Amsterdam en Maastricht, vertelt oud-student Thomas Hofland, een van de oprichters. „Snel erna zijn er toen afdelingen in Utrecht, Nijmegen en Rotterdam gekomen”. Op hun universiteiten organiseren de SJP-studenten maandelijks filmavonden en debatten.

Wanneer activisten televisieschermen stukslaan, uiten ze woede over de ontmenselijking van het Palestijnse volk en de leugens die de media daarover verspreidenAnonieme verklaring van ‘studenten van het zwarte blok’

De belangstelling voor de activiteiten liep in de voorbije jaren wat terug, vertelt Aiden. Dat had mede te maken met de opstelling van de universiteiten, die bijeenkomsten van de SJP herhaaldelijk afgelastten. „Steeds met het argument dat wij te eenzijdig zouden zijn.”

In 2023 verandert de SJP van strategie. Alle energie wordt vanaf dat moment gestoken in totstandkoming van een ‘academische boycot’ van Israël. „In plaats van evenementen te organiseren, zijn we toen met veel mensen op de universiteit gaan praten.”

SJP gaat ook samenwerken met andere groepen van binnen en buiten de universiteit, vertelt Younes Saramifar, docent antropologie aan de VU en sympathisant van de protestbeweging. Saramifar: „In coronatijd was er een bijeenkomst met activisten van Black Lives Matter en SJP. Tijdens die dialoog zag ik hoe mensen het verband zagen tussen het raciale onrecht en het Palestijnse onrecht. In de kern strijden ze voor hetzelfde doel: rechtvaardigheid.”

Deze benadering past bij het ‘intersectioneel’ denken op veel westerse universiteiten: de theorie die ervan uitgaat dat zeer uiteenlopende vormen van onrechtvaardigheid met elkaar verband houden en tegelijk uitgebannen moeten worden. In de woorden van Saramifar: „Onrechtvaardigheid op het gebied van klimaat, gender, kolonialisme en praktijken van genocide: het hangt allemaal met elkaar samen. Zolang er geen rechtvaardigheid voor Palestina is, kan er bijvoorbeeld ook geen klimaatrechtvaardigheid zijn. Dat ziet de huidige generatie, de generatie Z.”

Zo verbinden de activistische studenten en de vaak internationale netwerken daarachter, zich aan elkaars strijd. Vorig jaar januari bezetten ze voor het eerst gezamenlijk een UvA-gebouw; deze actie gaat nog niet over Israël maar over fossiele brandstoffen. De eis is dat de universiteit niet langer samenwerkt met Shell, omdat het bedrijf „dood en destructie over de hele wereld” veroorzaakt.

Uiteenlopende actiegroepen, waaronder asielactivisten van No Borders No Nations, bekladden begin mei de UvA-kantoren aan het Binnengasthuisterrein met leuzen.
Foto Wouter de Wilde

Rode verf in de fonteinen

Aan de actie nemen naast SJP tal van groepen deel, zoals klimaatdemonstranten van Extinction Rebellion en mensen van Mokum Kraakt, een van de splinters die overbleef na het uiteenvallen van de krakersbeweging in Amsterdam. Het collectief, dat niet op vragen van NRC wil ingaan, verenigt een nieuwe generatie activisten die actief werden op de golven van de wooncrisis en protest tegen de commercialisering van de binnenstad. De aandacht van het collectief is breed: de wooncrisis, maar ook Gaza. November vorig jaar eiste Mokum Kraakt een actie op waarbij rode verf in enkele fonteinen in Amsterdam is gespoten uit solidariteit met gedode Palestijnen.

De samenwerking tussen de verschillende clubs wordt mede aangejaagd door de radicaal-linkse Activistenpartij, die vorig jaar met de meeste stemmen werd gekozen in de studentenraad van de UvA. Oprichter is Carlos van Eck, een geschiedenisstudent die zichzelf marxist noemt. „Van meet af aan”, zegt hij, „hebben we ons gericht op samenwerking met actiegroepen op de universiteit, omdat we de studentenraad zagen als een papieren tijger.”

De nieuwe strategie blijkt te werken. Waar het universiteitsbestuur eerder bezwaren tegen samenwerking met Shell negeerde, besluit het na de bezettingsactie van januari vorig jaar dat er geen onderzoeksprojecten meer worden aangegaan met fossiele bedrijven.

Aangemoedigd door hun succes willen de activisten meer. Het is tijd voor nieuwe eisen. Verenigd in een Autonomous Coalition stellen de actiegroepen van uiteenlopend pluimage een manifest op. Ze willen dat de universiteit „dekoloniaal, feministisch, toegankelijk, vrij van kosten, vrij van politie, antiracistisch, anti-imperialistisch, antikapitalistisch” wordt. Dat wordt de inzet van een nieuwe bezetting van de UvA, in mei 2023.

De lijst met eisen varieert van het serveren van een veganistische lunch, meer diversiteit in de staf, tot aan het verbreken van de banden met Israëlische instellingen. Zo’n honderd mensen doen mee aan de bezetting.

De Gazaoorlog moet dan nog beginnen.

Demonstranten spoten op een bord van de UvA de controversiële leus: „From the river to the sea, Palestine will be free”.
Foto Robin Utrecht/ANP

Resistance day toolkit

Op 7 oktober voert Hamas de bloedigste aanval in haar bestaan uit op Israël. Vanuit de Gazastrook steken honderden Hamas-terroristen de grens over om Israëlische burgers te vermoorden en te gijzelen. Er worden meer dan 1.200 mensen gedood.

Een dag na de terreuraanval verspreidt de Amerikaanse moederorganisatie van SJP via sociale media een Resistance day toolkit onder haar afdelingen. Daarin wordt de aanval gevierd als een „historische overwinning”. In de toolkit worden SJP-afdelingen gevraagd gehoor te geven aan de oproep van Hamas tot een ‘massamobilisatie’. „We vragen chapters om demonstraties te organiseren op de campus/in hun gemeenschap ter ondersteuning van ons verzet in Palestina.” De sympathisanten krijgen in het document ook ‘spreeklijnen’ aangereikt om de actie van Hamas te legitimeren.

Na de instructies van de moederorganisatie publiceert een groot deel van de SJP-afdelingen, ook de Nederlandse tak die met het UvA-bestuur aan tafel zat, een positieve boodschap over de terreuraanval van 7 oktober. „Paraglidend over het belegerd gebied, naar nederzettingen en posten van de bezetter, brak de bevolking van Gaza uit de gevangenis waarin ze de afgelopen 17 jaar hebben vastgezeten”, aldus het bericht van 10 oktober 2023. „Ze toonden de wereld dat het Palestijnse volk verder gaat met de strijd tot hun uiteindelijke bevrijding en terugkeer.”

Er volgen demonstraties, die in aantallen toenemen naarmate de bombardementen van Gaza steeds meer burgerslachtoffers eisen; tot nu doodde het Israëlische leger zo’n 35.000 mensen in Gaza. Universiteiten proberen de protesten op hun campussen onder controle te houden. Op het Amsterdam University College, een internationaal initiatief van de VU en de UvA, krijgen studenten van AU Free Palestine vorig jaar een laatste waarschuwing vanwege demonstraties die ze in het gebouw organiseren.

Ook de SJP wordt verder aan banden gelegd, vertelt docent Saramifar. „Opeens mochten er geen banners en posters meer worden opgehangen. Ook wilde de universiteit een overzicht van alle mensen die bij de bijeenkomsten aanwezig waren. Ze moesten zich bij aankomst legitimeren.”

In het zogeheten ABC-gebouw van de UvA werden 13 mei tentjes opgezet door demonstranten.
Foto Owen O’Brien/ANP

Bont gezelschap

De maatregelen van de universiteit lijken averechts te werken. De acties verharden en verbreden zich. Ze krijgen steun van een groep docenten, die het bestuur oproepen om de activisten hun gang te laten gaan. In april wordt in de VS de Columbia University in New York bezet door pro-Palestijnse studenten, waarna andere universiteiten volgen. „Dat inspireerde ons”, zegt de SJP-woordvoerder. „Toen dachten we: oké, dit is het moment voor ons om een stap verder te zetten”. Eind april maakt de SJP een plan voor de bezetting met AU Free Palestine. Ook de ‘partners’ van de eerdere bezettingen, zoals de Activistenpartij van Carlos van Eck, worden erbij betrokken.

Zo zet een bont gezelschap van ‘intersectionele’ activisten voor klimaat, woningnood, lhbti-rechten, communisme, socialisme en Palestina op maandag 6 mei een tentenkamp op voor het universiteitsgebouw van de UvA. Het doet denken aan de kampementen op de Amerikaanse universiteiten.

De demonstratie begint met vijftig man, al snel komen er honderden sympathisanten op af. Onder hen studenten, maar ook jongeren van actiegroepen buiten de universiteit. Zoals de Internationale Socialisten, die volgens woordvoerder Ewout van den Berg „regelmatig mee demonstreren” voor de Palestijnse zaak. De radicaal-linkse club waarvoor ook UvA-studenten zich inzetten, organiseert samen met SJP en anderen op zaterdag 11 mei een bijeenkomst met minstens 10.000 deelnemers op de Dam ter herdenking van de slachtoffers van de Nakba (de verdrijving van zo’n 700.000 Palestijnen in 1948). Samidoun is er ook bij, een ander internationaal netwerk, onder leiding van voormalig SJP-oprichter Thomas Hofland en coördinator Mohammed Khatib, die tijdens de demonstratie een toespraak houdt.

„Veel van onze leden zijn actief voor de huidige studenten-intifada”, vertelt Hofland. „Wij helpen de organisatie met taakjes, zoals het maken van posters, het managen van sociale media en het voorbereiden van acties.”

Sommige betrokken clubs kunnen zich vinden in de opvattingen van organisator SJP over de terreuraanval van 7 oktober. Samidoun, dat banden heeft met de Palestijnse seculiere communistische terreurorganisatie PFLP, prees zonder omhaal de aanval van Hamas. En de Internationale Socialisten? Woordvoerder Ewout van den Berg neemt de woorden van SJP niet over, maar zegt wel dat de aanval van Hamas op 7 oktober „niet zonder de context van 76 jaar apartheidsstaat Israël en 16 jaar openluchtgevangenis Gaza kan worden beoordeeld”. Van den Berg: „De geschiedenis van de dekolonisatiestrijd laat zien dat die vaker bloedig verloopt. Ik denk daarom dat het begrijpelijk en terecht is dat het Palestijnse volk op die dag zijn plaats in de geschiedenis opeiste”.

Activisten die begin mei het Binnengasthuisterrein barricadeerden, gooiden een zak over camera’s om zo anoniem mogelijk te blijven.

Foto’s: Foto Wouter de Wilde

Rode verf

Na hun ontruiming van het Binnengasthuisterrein, begin mei, treft de politie veel kapotgegooide kunstwerken en huisraad aan. Een week later is het raak op het Roeterseiland. Op beelden die rondgaan op sociale media is te zien dat in het zwart geklede, gemaskerde mannen een televisie, bewakingscamera’s en andere apparaten stukslaan.

Op sociale media gonst het van de geruchten. Wie zijn dit? Activisten uit de krakerscene? Anonieme provocateurs die hopen dat de politie snel ingrijpt om een einde te maken aan het geweld?

De actie werd een dag later in een anonieme verklaring opgeëist door ‘de mensen in zwarte hoodies’, onder wie „studenten van het zwarte blok”. De vernielingen waren „geen willekeurig vandalisme”, schrijven ze. „Wanneer activisten televisieschermen stukslaan, uiten ze woede over de ontmenselijking van het Palestijnse volk en de leugens die de media daarover verspreiden. Wanneer we de kantoren van het College van Bestuur overhoopgooien, verwerpen we het gezag en verwijderen we het bestuur van onze universiteit.”

Drie protestgroepen verspreiden de verklaring via sociale media: twee anarchistische studentencollectieven en Palestine Action. Net als SJP is Palestine Action een Nederlandse branche van een internationaal netwerk, vooral actief in de VS en het Verenigd Koninkrijk. Palestine Action is het vreedzaam demonstreren beu en vindt dat het tijd is voor verdergaande acties. Afgelopen maanden spoten hun activisten rode verf op kantoren van onder meer het ministerie van Buitenlandse Zaken en een ING-kantoor, allebei vanwege steun aan Israël. Hierbij filmden ze zichzelf onherkenbaar. In het veganistische restaurant MKZ, gevestigd in een gelegaliseerd Amsterdams kraakpand, organiseerde Palestine Action de afgelopen tijd trainingen voor activisten, onder meer over hoe ze zich moeten opstellen tijdens een politieverhoor.

Rode verf op de ingang van de UvA, op de Roeterseilandcampus, aangebracht door de actiegroep Palestine Action.
Foto Ramon van Flymen / ANP

De Amerikaanse moederorganisatie verspreidde in april, bij het begin van de studentenprotesten in New York en andere steden, via Instagram een „Do-It-Yourself Occupation Guide”. Daarin geeft ze praktische tips hoe universiteitsgebouwen snel en effectief kunnen worden overgenomen, ramen en deuren opengebroken en alarmsystemen uitgeschakeld. „Gebouwen zijn gemakkelijker te verdedigen dan kampementen buiten EN dat kan disruptiever zijn”, is te lezen in het handboek.

Na de ontruiming van het UvA-gebouw op Roeterseiland, maandag 13 mei, bleek dat ook hier de gemaskerde activisten professioneel te werk waren gegaan. Zo hadden ze de bewakingscamera’s meteen uitgeschakeld en er werden barricades met gereedschap in elkaar geschroefd. . De felrode graffiti op de muren van de UvA-kantoren bevatte leuzen als „Shame on UvA” en „People over property”.

Een dag na de vernielingen op Roeterseiland wordt een 35-jarige man aangehouden. Het blijkt een Palestijnse asielzoeker uit Jordanië die vorig jaar naar Nederland vluchtte. Of er een link is met Palestine Action, is niet bekend.

Ethisch kader

Wat hebben de protesten en vernielingen tot nu toe opgeleverd? De UvA ontwikkelt met spoed een ‘ethisch kader’ om alle samenwerkingen met derde partijen aan te toetsen, ook die met Israëlische universiteiten. De Universiteit Leiden kondigde aan dat een commissie de banden met Israëlische universiteiten gaat toetsen aan nieuwe criteria, zoals het respecteren van mensenrechten.

Voor de UvA-bezetters is het onvoldoende. Het ethische kader zou alleen maar een poging zijn de boel te „vertragen”. Nieuwe protesten zijn alweer aangekondigd. Boven de oproep stond: „Shut the university”.


Lees ook
Van Mexico-Stad tot Gent, van Sevilla tot Melbourne: overal tentjes voor Gaza en tegen banden met Israël

Pro-Palestijnse demonstranten bij de universiteitsbibliotheek in Utrecht.