Weinig blijdschap, veel bange stilte in de VVD

Het valt VVD’ers zelf ook op: ze zijn al maandenlang héél stil. Jeroen Diepemaat, VVD-wethouder in Enschede, zegt dat die stilte geldt voor de partijgenoten die tegen een coalitie zijn met de PVV. Zoals hijzelf. „Ik vind het een slecht idee.” Maar het geldt ook voor VVD’ers die er anders over denken. „Ik zie op sociale media nog geen laaiende reacties op het coalitieakkoord.”

De toestand is ongewoon voor de VVD, die zich graag omschrijft als optimistisch en pragmatisch. Maar in Den Haag is al een tijdje zichtbaar dat de samenwerking met de PVV van Geert Wilders drukt op de partij. Op de avond dat de Tweede Kamerfracties van PVV, VVD, NSC en BBB het coalitieakkoord mochten lezen en beoordelen, vorige week woensdag, zat de VVD-fractie nog bijeen toen de anderen allang klaar waren. De sfeer was ernstig, zeggen mensen die erbij waren. En ook het groepje Kamerleden dat het hoog tijd vindt voor een rechts kabinet, trok zich het verdriet aan van Eric van der Burg en Christianne van der Wal. Die lazen in het akkoord hoe hun hele beleid als staatssecretaris van Asiel (Van der Burg) en minister voor Natuur en Stikstof (Van der Wal) en ál hun inspanningen van de afgelopen jaren van tafel zijn geveegd. Ook door de onderhandelaars van de VVD.

Deze zaterdag komt de VVD samen in Nieuwegein. Op het programma staat de campagne voor de Europese verkiezingen van juni. Maar het zal ook veel over het coalitieakkoord gaan. Het ongemak in de partij is groot, al is de verwachting niet dat partijleider Dilan Yesilgöz het heel zwaar gaat krijgen. Je hoort ook vaak: het moet maar zo, er is geen alternatief. In peilingen staat de VVD op verlies, en vrijwel niemand ziet de andere optie zitten, regeren met GroenLinks-PvdA. Hun kiezers, denken ze bij de VVD, zouden het de partij nooit vergeven als er een coalitie zou komen met links. „Dan hangen we onszelf op.”

VVD’er Jeroen Diepemaat noemt het coalitieakkoord „defensief”. „We stoppen níet met de klimaatplannen, we gaan níet minder uitgeven aan defensie. En we letten op de centjes.” Hij vindt het zorgelijk. „Ik zie onze partij veranderen van een liberale partij in een machtspartij aan de rechterkant, die zich druk maakt over peilingen en veel minder over principes.” Hij ziet, zegt hij ook, aankomen dat ánderen de schuld zullen krijgen als de plannen mislukken. „Zoals vaak in het populisme. Dan ligt het aan Brussel, of aan de bewindspersoon van die ándere partij.” Zoals veel VVD’ers vindt Diepemaat „een wat rechtsere koers” op asiel en migratie geen slecht idee. „Maar je moet niet doen alsof je daarmee alle problemen in Nederland oplost.”


Lees ook
Vier partijen, vier verhalen. Samenhang is niet zichtbaar in de nieuwe coalitie

V.l.n.r.: Geert Wilders (PVV), Dilan Yesilgöz (VVD) Caroline van der Plas (BBB) en Pieter Omtzigt (NSC).

Roffelen op de bankjes

In het Kamerdebat over het coalitieakkoord, afgelopen woensdag, roffelden PVV’ers en BBB’ers steeds weer op hun bankjes voor Geert Wilders en Caroline van der Plas. De VVD’ers lieten maar een enkele keer van zich horen. Ze maakten een gelaten indruk.

Bas Eenhoorn, van 1999 tot 2003 VVD-partijvoorzitter, zegt dat hij weliswaar „veel mensen” kent die „opstandig zijn”, maar dat er geen georganiseerde acties zijn, of ingezonden krantenstukken omdat ook zij „geen alternatief” zien. In 2000 was Eenhoorn een keer samen met Wilders, toen nog Tweede Kamerlid voor de VVD, langsgegaan bij de Hongaarse premier Viktor Orbán. Ze wilden hem overhalen zich in het Europees Parlement aan te sluiten bij de liberale fractie. „Orbán”, zegt Eenhoorn, „was zéér geïnteresseerd in de Europese liberalen.” Wilders was in die tijd „een pittig lid van de fractie”, zegt Eenhoorn, „die veel durfde te zeggen”. „Maar je kunt niet zeggen dat hij toen bepaald heel rechts was. In elk geval niet in zijn toenmalige portefeuille, sociale zaken.”

Bas Eenhoorn vindt niet dat zijn partij naar rechts schuift door in de coalitie te stappen met de PVV. „Ik vind dat Dilan Yesilgöz het mooi heeft gezegd: onze identiteit wordt níet gedefinieerd door de partijen of mensen met wie wij samenwerken.” Als er iemand is opgeschoven, zegt Eenhoorn, is het Wilders: „In zijn toon.”

In Europa kijken ze daar anders naar. Valérie Hayer, voorzitter van de Europese liberale fractie waar de VVD lid van is, wil het lidmaatschap van de VVD in de Renew-fractie na de Europese verkiezingen ter discussie stellen. Dat is een pijnlijk punt, zegt Henri Kruithof, een voormalig woordvoerder van de VVD-Kamerfractie die een goed beeld heeft van de stemming in zijn partij. „Voordat ik het hoorde, had ik alle vertrouwen in het congres. Maar dit is sfeerbedervend. VVD’ers hechten sterk aan hun Europese familie.”

Voor het eerst sinds lange tijd is de VVD niet meer de meest rechtse partij in een coalitie. Dat betekent, zegt Kruithof, dat de partij „minder naar rechts hoeft te sleuren”. De meerderheid van het congres zal hier blij mee zijn, verwacht hij, want het kader is de laatste jaren sterk verrechtst. Maar de VVD loopt in deze coalitie grote risico’s, zegt Kruithof. Veel is nog onduidelijk over de onderlinge afspraken, hoe zal een nieuw kabinet zich verhouden tot de Kamerfracties? Er is nog niet eens een premierskandidaat.”

Na de verkiezingen begonnen VVD’ers er weleens uit zichzelf over, nu bijna nooit meer: dat het misschien wel vooral komt door hun eigen strategische keuzes, dat er nu ‘geen alternatief’ is. De VVD liet vorig jaar zomer het kabinet vallen over asiel en migratie en sloot vanaf die tijd samenwerken met de PVV niet langer uit. Mark Rutte had dat sinds 2012 wel gedaan. In de formatie van 2017 schreef Rutte nog aan de informateur dat Wilders „in toenemende mate” was „verhard in het afwijzen van de liberale kernwaarden in ons land”.

Zijn opvolger Dilan Yesilgöz nam in de verkiezingscampagne afstand van de „waterige compromissen” die de VVD volgens haar onder Rutte had gesloten en beloofde haar kiezers stevige maatregelen tegen asiel en migratie. En mogelijk dus samen met de PVV. Wat niet in het scenario paste: dat de PVV misschien juist door al die aandacht voor asiel en migratie de grootste partij werd. Was er daarna nog een weg terug?

‘Herbronnen’ in de oppositie

Ietje Jacobs-Setz, fractievoorzitter van de VVD in Groningen, had het een goed idee gevonden als haar partij na dertien jaar regeren en dus compromissen sluiten was gaan „herbronnen” in de oppositie. Ze is, zegt ze ook, „niet van de linkse school die belerend doet over de PVV-stemmers, alsof die allemaal in de war zijn”. „Maar de PVV is echt helemaal niet míjn partij. Het is een partij die mensen uitsluit. Uitspraken als ‘nepparlement’ of opmerkingen over rechters zijn volgens mij geen slip of the tongue. Dat raakt mij. En dan de structuur van die partij, ik zou er het liefst van wegblijven.”

Ze zucht even. „Maar dit akkoord”, zegt ze, „is van alle regeerakkoorden in de afgelopen dertien jaar wel het akkoord dat het dichtst in de buurt komt van mijn liberale beginselen. Dus stel dat we voor elkaar krijgen wat erin staat, misschien krijgen we dan wel een Nederland dat bij mij past.” Dan slaat bij Ietje Jacobs de twijfel weer toe. „Maar mijn onderbuikgevoel zegt: wanneer zien we die overtuigingen van Wilders toch weer terug? Ik kan bijna niet geloven dat ze in de koelkast blijven. Vond hij al die dingen al die jaren dan niet écht?”

Ietje Jacobs ziet dat veel andere VVD’ers die twijfels ook hebben. Maar zwijgen. „Dat verdriet me. Mensen zijn bang voor hun positie.”

De jongerenclub van de VVD, de JOVD, heeft wél al een tijdje openlijk twijfels. Er zijn ook oudgedienden als Ed Nijpels en Frans Weisglas die blijven zeggen dat de VVD niet aan een coalitie met de PVV moet beginnen, oud-campagnestrateeg van de VVD Mark Thiessen schrijft er felle columns en nieuwsbrieven over – hij is ook tegen. Onder lokale VVD-politici is maar een enkeling heel uitgesproken. Wethouder Marco Wiesehahn uit Bergen in Noord-Holland schreef op X dat het akkoord en het aanstaande kabinet zijn steun „in het geheel niet” had. „Grenzen moeten we zeker bewaken, vooral die van jezelf: autoritair leiderschap kan nimmer door een echte liberale partij gefaciliteerd worden. Punt.” Wiesehahn zegt tegen NRC dat de VVD wat hem betreft „een enorm risico neemt met de liberaal-democratische rechtsstaat”.

Petra Ginjaar, voorzitter van de VVD in Den Haag, zegt dat het bestuur van haar afdeling had bedacht: als er veel vragen zijn over het coalitieakkoord, organiseren we er een bijeenkomst over. Maar dat lijkt vooralsnog niet nodig. „Het ligt verdeeld, ook hier in Den Haag, maar er is geen oproer. Er is het gevoel: laten ze het maar proberen, maar we houden wél een vinger aan de pols.” De zorgen die er zijn, zegt ook zij, gaan over ‘de koelkast’ van Wilders. „Ik denk zelf: we zijn er met zijn allen bij, ik heb vertrouwen in onze democratie en de instituties. Ik zie ons niet zo snel veranderen in een land als Hongarije.”