Plensbui op komst? De zandzak werkt nog altijd het best

Het was maandag bar en boos. Op Tweede Pinksterdag stroomde tegen zessen zo veel regenwater over het parkeerterrein Wantveld in Noordwijk dat het niet meer in de riolen paste, en bij dertig huizen naar binnen liep. „Het heeft 30 centimeter hoog gestaan. Er is in een halfuur meer dan 50 millimeter regen gevallen”, zegt CDA-wethouder Theo Alkemade. Daar zat vuil rioolwater bij, drollen dreven de keukens van woningen in. „Heel verdrietig.” Noordwijk is een van de vele plaatsen waar regenbuien de afgelopen week wateroverlast veroorzaakten. In Limburg moesten campings worden geëvacueerd. In Lauwersoog zaten scouts enige tijd vast op een terrein. In het Friese Buitenpost stonden straten blank, kwam hagel via wc’s omhoog en moest een woonzorgcentrum worden ontruimd. Ook zaterdag vallen er zware buien.

Nederland krijgt vaker te maken met zomerse buien, waaruit bovendien sneller extreem veel regen valt. Dat is het nieuwe normaal. De vraag is nu vooral wat steden en dorpen kunnen doen om de gevolgen ervan te beperken. Dat is even noodzakelijk als beperkt. „We staan voor de opgave onze samenleving klimaatbestendiger te maken. Maar we zullen ook moeten accepteren dat op enig moment alle getroffen voorzieningen toch niet voldoende zijn”, stelt Eric Oosterom, programmamanager bij Rioned, het kenniscentrum voor stedelijk waterbeheer. „Een standaardbui gaat via een buis met het riool. Een grotere bui probeer je in tuinen van bewoners kwijt te kunnen. Bij heftige buien gebruik je de weg als bassin en graaf je in het park een lagere zone. Maar op een gegeven moment zitten ook die voorzieningen vol. Alles voorkomen is praktisch en financieel onmogelijk.”

Water stroomt als over glijbaan

Laren is de afgelopen jaren meermaals getroffen door zware wateroverlast; het brinkdorp bestaat uit een hoger en een lager gelegen deel en bij hevige regen stroomt het water in vliegende vaart door nauwe riolen naar het 25 meter lager gelegen centrum, waar het veel ellende en grote financiële schade veroorzaakt. „Het stort als over een glijbaan naar beneden, komt in het centrum terecht en daar stroomt het over”, legt stedenbouwkundige Cas Verkade uit, gemeentelijk projectleider van een plan dat zulke overlast in de toekomst moet voorkomen.

Grote delen van het plan, ‘Laren Regenklaar’, zijn uitgevoerd, met als belangrijkste onderdeel het afkoppelen van de woningen van het riool en de aanleg van voorzieningen om het regenwater meteen in de grond te laten zakken, soms via opvangbassins. „En het werkt”, stelt Verkade. Na een hoosbui, dinsdag, bleven grote delen van Laren van overlast verschoond. „Er staat nog wel water op straat, maar omdat er veel minder water door het riool stroomt, is het na korte tijd alweer beschikbaar en verdwijnen de plassen.” Wel stonden er opnieuw enkele straten, winkelpanden en woningen in het lage deel van Laren blank. Met name in het centrum en rondom de Brink was de overlast goed te zien. Het tekent de noodzaak om ook op dat laagste punt maatregelen te nemen, zoals waterberging onder parkeerplaatsen en de aanleg van een natuurlijke, diepere vijver, zegt Verkade. „Het is een ontbrekend stukje in de legpuzzel.” De aanleg van de vijver is volgens wethouder Niels Rood (Larens Behoud) „een hot item”. Er is een meerderheid in de gemeenteraad voor de vervanging van de kleine, in beton liggende vijver, maar ook weerstand van mensen die zich zorgen maken over schade aan bomen en het gebrek aan zichtbaar water in drogere tijden.

Rood: „In een vijver met een betonnen bak kijk je altijd tegen water aan en daar zijn mensen aan gehecht.” Een kort geding van de bezwaarmakers heeft de aanleg vertraagd; het college van B en W heeft besloten pas met de aanleg te beginnen als de bezwaarmakers in het ongelijk worden gesteld. „Dat we daarop wachten, is een risico. We nemen de gok dat we deze zomer geen hoosbuien meer krijgen.” De plannen van Laren Regenklaar kosten 12 miljoen euro; het afkoppelen van de riolering wordt deels betaald uit een tijdelijke verhoging van de rioolheffing voor alle Laarders.

Denk aan hoogteverschillen

Vrijwel alle gemeenten zijn ervan doordrongen dat ze maatregelen moeten nemen om de gevolgen van hoosbuien maar ook van langdurige droogte te beperken. „Ik zie heel veel projecten”, zegt Oosterom van Rioned. „Veel gemeenten doen aan waterbeheer in combinatie met iets anders. Ze leggen een straat lager aan als die moet worden vernieuwd; bij het opknappen van een park kijkt men naar opvang van regenwater; woningcorporaties koppelen riolen af als ze panden renoveren. Maar gemeenten kunnen niet alles oplossen. De publieke ruimte is ongeveer de helft van alle ruimte in Nederland en dat is te weinig als de hoeveelheid regen nog eens verdubbelt. Ook particulieren moeten aan de slag.” Aan dat laatste ontbreekt het nogal eens. Oosterom: „Mensen bestraten hun tuin helemaal vol omdat ze een onderhoudsarme en onkruidvrije tuin willen. Ze denken geen seconde aan afstromend hemelwater. Dan is het wel heel gemakkelijk om bij overlast te zeggen dat de riolering niet goed werkt en dat de gemeente meer had moeten doen. Het is een gezamenlijke opgave.” Waar Oosterom voor waarschuwt, is de neiging van sommige gemeenten om woningen te bouwen op ongeveer dezelfde hoogte als de straat waar ze aan liggen. Was tot enkele jaren geleden een hoogteverschil verplicht, nu zijn gemeenten daar vrij in. Oosterom: „De verplichting om minimaal 50 centimeter hoogteverschil aan te brengen tussen woningdrempel en de kruin van een weg, is verdwenen. Daarmee verdwijnt ook 50 centimeter waar het water na hoosbuien doorheen kan stromen. Dat stroomt nu sneller de huizen in.”

Vaak is het schrappen van dit hoogteverschil goedkoper. Maar ook goedbedoelde initiatieven hebben een negatief effect, zoals het toegankelijk maken van winkelstraten. „We hebben winkelstraten terecht rolstoelvriendelijk gemaakt. Drempels zijn weg. Maar daardoor stroomt het water sneller de winkel in.”

Maastricht, waar vorig jaar september erg veel hemelwater viel en de gemeente daarover zo’n 1.200 meldingen kreeg, is druk met de aanleg van ondergrondse waterbergingen, en met de inventarisatie van alle knelpunten die door de meldingen aan het licht kwamen. Maatregelen zijn onder meer het verhogen van stoepen, het aanpassen van verkeersdrempels, het plaatsen van extra kolken in het riool en, in het algemeen, het ‘vergroenen’ van de stad. In Noordwijk woedde na de stortbuien met Pinksteren een discussie over nut en noodzaak van een onlangs aangelegd drainagesysteem. Dat zou niet hebben gewerkt en de wateroverlast zelfs hebben vergroot. Het tegendeel is het geval, meldt wethouder Alkemade. „Bij de kustversterking is in onze duinen een betonnen wand geplaatst. Die wand heeft een verstoring van de grondwaterstand tot gevolg gehad. Daarom hebben we met het hoogheemraadschap een drain aangelegd. Maar dat heeft niets met regenwater te maken. Dit misverstand wil ik graag de wereld uit helpen.” En vervolgens maar bidden dat er in Noordwijk voorlopig geen hoosbui meer valt? „Ja”, zegt Alkemade. „En misschien moeten mensen die denken dat ze bij een weerwaarschuwing wateroverlast kunnen krijgen, zandzakken voor hun drempel leggen.” En kunnen ze die dan bij de gemeente afhalen? „Dat hebben wij nu in overweging.”