Medewerkers van de opsporingsdienst FIOD zijn deze vrijdagochtend binnengevallen bij PVV-senator en voormalig verkenner Gom van Strien. De inval bij de PVV-politicus houdt verband met de aangifte die vorig jaar tegen hem werd gedaan wegens omkoping en oplichting.
Bij het afgelegen huis van Van Strien in het Limburgse Arcen, tegen de Duitse grens aan, reden rond tien voor acht in de ochtend medewerkers van de Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst het erf op. Vanaf de weg was te zien dat Van Strien druk stond te overleggen met twee opsporingsambtenaren, terwijl anderen verhuisdozen naar binnen brachten. Een uur later kwam de eerste medewerker naar buiten met een doos vol documenten.
Een woordvoerder van het Functioneel Parket bevestigt dat „in het kader van een lopend onderzoek” doorzoekingen hebben plaatsgevonden. Er zijn vooralsnog geen personen aangehouden.
Van Strien werd na de verkiezingswinst van de PVV in november door de partij aangewezen als verkenner. Nog geen week later onthulde NRC dat Van Strien in verband werd gebracht met een fraudezaak en dat een dochterbedrijf van de Universiteit Utrecht en het ziekenhuis UMC Utrecht aangifte tegen hem hadden gedaan van oplichting en omkoping.
Lees ook
PVV-senator Van Strien deed ook zaken met zichzelf
Signalen
Van Strien stapte na de onthullingen op als verkenner nog voor hij gesprekken met lijsttrekkers had gevoerd. In een verklaring schreef hij toen dat artikelen waren verschenen „over werkzaamheden in mijn verleden, waarin mijn integriteit in twijfel wordt getrokken”. Omdat hij vond dat hij door de „ontstane onrust” niet langer zijn werk als verkenner naar behoren kon uitvoeren, legde hij de functie neer.
De fraudeverdenking draait om het werk van Van Strien bij Utrecht Holdings, het dochterbedrijf van de universiteit en het ziekenhuis. Dit bedrijf stuurde vorig jaar maart een persbericht uit waarin melding werd gemaakt van de aangifte tegen twee medewerkers en een oud-medewerker. Toen was nog niet duidelijk dat de laatste Van Strien was.
De aangifte werd gedaan na een onderzoek van Deloitte Forensic & Dispute Services. Dit bureau deed onderzoek na signalen dat mogelijk was gefraudeerd bij investeringen in spin-off-bedrijven van de Universiteit Utrecht en het academische ziekenhuis UMC Utrecht.
Van Strien was tot 2009 directeur bij Utrecht Holdings, het bedrijf dat ontdekkingen van de universiteit op de markt brengt. De opbrengsten daarvan moeten ten goede komen aan de universiteit en het ziekenhuis. Uit het rapport van Deloitte bleek dat Van Strien en diens opvolger aandelen van spin-off-bedrijven in handen speelden van een vennootschap, genaamd Hereswint, waarvan hun vrouwen ieder 32 procent van de aandelen hadden. De andere aandeelhouders waren een vriend en een oud-buurman van Van Strien. Deze vennootschap zou tussen 2006 en 2018 rond de 2 miljoen euro aan dividendbetalingen hebben ontvangen.
‘Politieke afrekening’
Deze handelswijze staat beschreven in een vonnis in een civiele procedure die Utrecht Holdings had aangespannen om informatie boven tafel te krijgen. In dat vonnis staat ook beschreven dat Van Strien en zijn vriend er zoveel mogelijk aan doen om de lucratieve constructie die ze hebben opgezet, verborgen te houden.
Nadat hij was opgestapt als verkenner, sprak Van Strien in De Telegraaf van een „politieke afrekening”. Hij stelde voor zijn activiteiten als directeur van Utrecht Holdings toestemming te hebben gehad van de raad van commissarissen. Maar in de Volkskrant stelde Utrecht Holdings vervolgens dat dit niet klopte. „Van Strien heeft de persoonlijke betrokkenheid van zijn echtgenoot en die van de andere aandeelhouders bij Hereswint altijd verborgen gehouden voor de raad van commissarissen. Dit is ook door alle commissarissen bevestigd.”
Lees ook
Universiteit deed aangifte tegen PVV-senator Van Strien vanwege oplichting