Luistert er nog iemand naar Nationale Ombudsman Reinier van Zutphen? Zelf formuleert hij het, aan de vergadertafel van zijn werkkamer in Den Haag, diplomatiek: „We zien dat een aantal signalen die we afgeven wel worden opgepakt, en andere niet.”
Deze woensdag presenteerde Van Zutphen zijn jaarverslag aan de Tweede Kamer. Een dag vroeger dan gepland, omdat de Tweede Kamer woensdag debatteert over het hoofdlijnenakkoord dat PVV, VVD, NSC en BBB vorige week sloten. Daarin valt vooral in de asielparagraaf op dat de onderhandelaars precies het tegenovergestelde doen van wat Van Zutphen in de afgelopen maanden adviseerde. Hij deed een oproep om de asielopvang uit de crisismodus te halen, de coalitie wil een tijdelijke asielcrisiswet. Hij deed een oproep om de opvang van asielzoekers minder sober te maken, de coalitie wil die opvang verder versoberen. Hij deed, tegen zijn gewoonte in en voor het eerst, begin dit jaar een oproep aan de Eerste Kamer die erop neer kwam om de Spreidingswet te steunen. De coalitie wil die wet, die de verdeling van asielzoekers over gemeenten regelt, intrekken.
Zijn er nog maatregelen die tegenovergesteld zijn aan uw adviezen die ik over het hoofd heb gezien?
„Ik hoop het niet. Toen ik las dat ze de Spreidingswet willen terugtrekken, dacht ik: we zijn terug bij af. Het zou betekenen dat er nog steeds geen sprake is van bestuurlijke saamhorigheid in Nederland, die nodig is voor een oplossing. Dát is de consequentie. De verschillen tussen gemeenten blijven bestaan, waardoor sommige onevenredig zwaar moeten bijdragen aan de opvang.
„Dit gaat ook over de zuiverheid van het besluitvormingsproces en van wetgeving. Het is nogal wat om een wet aangenomen te krijgen en voordat die in werking treedt terug te trekken. Onderschat het effect bij burgers niet. Het doet iets met de manier waarop zij naar de overheid kijken. De ene dag dit, de andere dag dat. Wat hebben we dan nog aan wet- en regelgeving?”
Er komt een tijdelijke asielcrisiswet, u adviseerde eerder om de opvang juist uit de crisissfeer te halen.
„Wat wij zagen in ons onderzoek is dat er geen verschil meer is tussen noodopvang en crisisopvang, dat de ondergrens niet alleen is bereikt maar dat de opvang daar al doorheen gaat. Noem het geen crisis, benoem wat het is: wij voldoen niet aan onze verplichtingen.”
Lees ook
Ombudsman: overheid handelde ‘onbehoorlijk en ongepast’ door afpakken van tenten asielzoekers Ter Apel
De vier partijen zeggen: zo’n crisiswet biedt ons instrumenten om het aantal asielzoekers terug te dringen.
„Ik betwijfel of het gaat werken, het risico is dat het een loze belofte blijkt. Ik krijg nu al veel meer klachten over de IND dan een jaar geleden. En al die klachten – van mensen wier beslistermijn is overschreden en die geen duidelijkheid hebben – worden gegrond verklaard. Die mensen zitten al in een penibele situatie. Zo’n wet verandert dat niet.
„De vraag of er sprake is van een crisis, is in feite een juridische vraag. En om in de juridische termen te blijven, mij schoot door het hoofd: culpa in causa [schuld in oorzaak]. Nederland heeft zich in de situatie gebracht waarin er een crisis is ontstaan, we zijn er zelf debet aan. We wisten al heel lang wat er aan de hand was en namen geen maatregelen. Ik ben op opvanglocaties geweest, we zakken hier echt door de bodem heen van wat mensenrechtelijk aanvaardbaar is. Dat weten we al heel lang.”
Die opvang wordt in het hoofdlijnenakkoord beperkt en „sterk” versoberd.
„Het is mij onduidelijk wat daarmee bedoeld wordt. Betekent het dat we in plaats van 25 mobiele toiletten er nog maar 10 neerzetten voor grote groepen? Of dat we mensen gewoon niet meer toelaten? Dat we zeggen: ga maar op straat leven? Ik ben in steden in Europa geweest waar dat regime geldt. Loop maar rond in Athene of Brussel. Waarom zou je een strenge regime hebben voor mensen van wie je weet dat ze zeer waarschijnlijk hier aanspraak maken op een status? Wat voegt het dan toe?”
De coalitie noemt dit het „het strengste asielpakket ooit”.
„Door mijn hoofd schoot toen: het strengste fraudebeleid ooit. We weten waar dat toe heeft geleid. Ik had gehoopt op meer aandacht voor uitvoerbaarheid in dit akkoord. De patronen in de Toeslagenaffaire zijn hetzelfde, je kunt makkelijk parallellen trekken: niet luisteren, te snel van start gaan, te veel beloven, onduidelijkheid creëren. Ook hier gaat het over hardvochtigheid en hardheden, een zekere ontkenning van het individuele geval. En een zekere vooringenomenheid.”
Waar ziet u dat in?
„In het geval van de Toeslagenaffaire werd door het College voor de Rechten van de Mens en de Autoriteit Persoonsgegevens vastgesteld dat er sprake was van directe en indirecte discriminatie. Ik wil ze niet voor de voeten lopen, maar ik hoop dat ze zich over deze asielplannen buigen.
„Zit daar iets in van vooringenomenheid? En een discriminerend element? Als ik met mijn juridische achtergrond naar dit akkoord kijk, doe ik dat aan de hand van artikel 1 van de Grondwet. Wordt iedereen die zich op Nederlandse bodem bevindt, dus niet alleen dé Nederlanders, gelijk behandeld? Daar heb ik vraagtekens bij.”
Lees ook
Solidariteit met grenslanden? Voor 20.000 euro koopt Nederland een asielplek af
De belofte van de vier coalitiepartijen om in Brussel te proberen afspraken terug te draaien en om uitzonderingsposities te vragen wekt scepsis op bij Van Zutphen. Hij kent het Europese juridisch systeem goed, werkte als ondersteuner bij het Europees Hof in Luxemburg. „Nederland heeft meegewerkt aan het tot stand brengen van Europese wet- en regelgeving. We hebben ons ingezet voor afwijkende mogelijkheden van onze boeren. Die houden nu op, omdat er problemen zijn met de waterkwaliteit. Daarom zijn we in Nederland tot nieuwe regels gekomen, om de natuur te beschermen.”
Dat is niet de boodschap van de coalitie.
„Een goed verhaal zou zijn: we weten dit, we zijn ons hiervan bewust. We zijn eerlijk tegenover de mensen in Nederland. Of het nou gaat over boeren, armoede of de komst van asielzoekers in Nederland. We weten welke stappen er al zijn gezet en geprobeerd. We weten dat Nederland zich verbonden heeft aan wetten, regels en verdragen. En dat het ingewikkeld is om iets voor elkaar te krijgen in Brussel. Dus gaan we twee dingen doen. Het daar misschien nog een keer proberen, al is meneer Adema [Landbouwminister Piet Adema, ChristenUnie] er al drie keer geweest. Maar we zijn er ook op voorbereid dat het níét gaat lukken.” Wat nu het plan is als het in Brussel niet lukt, vervolgt hij, blijft ongewis.
Boeren ontlenen wel hoop door het akkoord.
„Een van de lessen die we trokken uit onderzoek naar grote hersteloperaties is dat als de overheid te veel belooft, dat leidt tot teleurstelling. Het vertrouwen neemt erdoor af.” En dus is Van Zutphen, zegt hij zoekend naar woorden, „laat ik het zo zeggen… bevreesd dat dit valse hoop biedt. Te veel beloven en niet leveren, dat is desastreus.”
U betwijfelt dat Brussel meewerkt om ons een uitzonderingspositie te verlenen of afspraken terug te draaien.
„Ik zet me schrap.”
De vier coalitiepartijen zijn op zoek naar bewindspersonen, bent u al gevraagd?
„Nee.”
Zou u het doen?
„Nee.”
Dat klinkt vrij…”
„Ja.”
Ze zijn ook op zoek naar een minister-president..
„Nee. Nooit geambieerd. Als de vraag komt, zeg ik nee. Ik verwacht geen telefoontje.”