Even een hand op de verkeerde plek – dat past niet meer bij de Vindicat-student

Als een lid van Vindicat tijdens een avond in ‘de kroeg’ – het pand van de vereniging – te veel gedronken heeft en zich vervelend heeft gedragen, pakt Silvester den Boer (24) de volgende dag meestal even de telefoon. Dan spreekt hij dat lid daar even op aan. „Vaak weten ze niet eens meer wat ze hebben gedaan en schamen ze zich als ik dat vertel. Dat kan natuurlijk gebeuren. Je bent hier ook om volwassen te worden.”

Den Boer is sinds vorig jaar rector van Vindicat, voorzitter van de oudste studentenvereniging van Groningen, met 2.200 leden. In de kantoren van het verenigingspand aan de Grote Markt is het deze vrijdagmiddag druk. Leden zijn bezig met de laatste voorbereidingen voor het jaarlijkse scholierenfeest. Die avond verwacht Vindicat zo’n 800 middelbare scholieren uit het hele land die een kijkje willen nemen in het pand. Vorig jaar wilden 750 mensen lid worden van Vindicat; er is jaarlijks plek voor 450 nieuwe leden.

De corpora, van Groningen tot Delft, zijn populairder dan ooit tevoren. Elk jaar worden honderden aspirant-leden uitgeloot. En tegelijk krijgen ze steeds meer kritiek. Eind maart lekte bij het Utrechtsch Studenten Corps (USC) een ‘bangalijst’ uit. Daarop staan vrouwen van het Utrechtse vrouwencorps, UVSV, die in de smaak vallen bij de mannelijke makers van de lijst. Sommige van die vrouwen worden ook beoordeeld op hun vermeende seksuele prestaties. De lijst werd gretig gedeeld op sociale media. Er staan ook vrouwen op, onder de noemer „Draken”, die juist níét in de smaak vallen.

In 2016 en 2021 doken ook bij Vindicat dit soort lijsten op. Sindsdien heeft de vereniging, onder druk van de omgeving, zich ingespannen om die cultuur te veranderen. „Na de bangalijst en andere dingen die niet goed gingen, is de cultuur veranderd”, zegt Den Boer. Over het Utrechtse corps wil hij niet praten. „Dat is een andere vereniging. Maar ik denk wel dat mensen bij ons schrikken van wat in Utrecht is gebeurd. Het is niet normaal. We bespreken dat ook wel met onze leden.”

Lid worden

Als de scholieren die het Vindicat-feestje bezoeken na hun eindexamen lid willen worden, doorlopen ze komende augustus een heel andere introductietijd dan als ze zich een paar jaar geleden hadden aangemeld. Vindicat is veranderd.

De vereniging had weinig keuze. Nadat in 2016 de ‘bangalijst’ was opgedoken, speelde een jaar later een rechtszaak tussen twee leden over mishandeling in de introductietijd. Toen leden zich ook nog eens in een restaurant misdroegen, eiste de Rijksuniversiteit Groningen een cultuurverandering.

De lokale Hanzehogeschool en de universiteit schrapten in 2017 de beurzen voor corpsbestuurders. In 2020 trokken ze bovendien de accreditatie van de vereniging in. Vindicat mocht niet meer deelnemen aan officiële gelegenheden van de beide onderwijsinstellingen.

De accreditatie werd in 2021 hersteld, en ook de beurzen zijn inmiddels terug. De Accreditatiecommissie Studentenorganisaties zag dat „Vindicat stappen in de goede richting heeft gezet. Er zijn maatregelen ingevoerd om buitensporig alcoholgebruik tegen te gaan, er is expliciet aandacht voor de hiërarchie binnen de vereniging, het tegengaan van seksuele intimidatie en de communicatie is verbeterd.”

De Rijksuniversiteit Groningen is door NRC herhaaldelijk gevraagd om hierop terug te blikken, maar heeft dat niet willen doen.

Cultuurverandering

Vindicat wil dat wel. De vereniging vertelt graag hoe de cultuur langzaam maar zeker verandert, zegt Den Boer. Hij is zelf al vijf jaar lid. „Zo’n vereniging is een beetje een vrachtschip. Het gaat heel sloom. Maar we zijn er mee bezig. Ik denk wel dat je nooit helemaal klaar bent.”

‘Veel mensen hebben niet door wat ze veroorzaken als ze foto’s, filmpjes of dit soort lijsten doorsturen’

De afgelopen jaren heeft Vindicat veel aangepast. Zo zijn interne en externe vertrouwenspersonen aangesteld en krijgen bestuursleden en leden van de tapcommissie, de studenten die de bar bedienen, trainingen van het Centrum Seksueel Geweld Groningen-Drenthe. Een commissie is opgericht waarin leden activiteiten rondom mentaal welzijn organiseren. Ook zijn bepaalde functies die alleen voor mannen of vrouwen waren, voor iedereen toegankelijk gemaakt. Den Boer: „Er is een commissie eerstejaars die kunnen chaufferen. Dat waren eerst alleen mannen, nu mannen en vrouwen.”

Naar aanleiding van de Utrechtse bangalijst wil Vindicat meer aandacht besteden aan de ‘doorstuurcultuur’. De rector: „Dat is iets wat echt speelt. Ik denk dat veel mensen niet doorhebben wat ze veroorzaken als ze foto’s, filmpjes of dit soort lijsten doorsturen. Daar moeten mensen zich beter bewust van worden. Als je bijvoorbeeld een filmpje doorstuurt, denk je er niet aan wat het met degene op het filmpje doet.”

Interieur van studentenvereniging Vindicat in Groningen.
Foto Siese Veenstra

Grensoverschrijdend gedrag blijft een lastig onderwerp voor de vereniging. „Wat voor de een grensoverschrijdend is, is dat voor de ander niet altijd. Van sommige dingen is het heel duidelijk dat het niet kan. Maar de grens staat niet altijd vast. Daarom is het belangrijk dat mensen zich bewust zijn van hun acties. Het kan dat jij misschien dacht dat een opmerking wel oké was, maar dat het voor iemand anders heel vervelend is”, zegt Den Boer.

De voorzitter ziet Vindicat zich beter bewust is van grensoverschrijdend gedrag, er serieuzer naar kijkt. „Het is een veel grotere rol gaan spelen. Niet alleen binnen onze vereniging. Het speelt overal. Kijk naar Ajax, waar Marc Overmars weg moest vanwege grensoverschrijdend gedrag. We kijken allemaal voetbal, hè.”

De grootste stappen zet de vereniging bij de jongste en de oudste leden. „In de introductietijd begint de aandacht voor grensoverschrijdend gedrag. Hoe ga je met elkaar om? Wat is normaal? Waar ligt de grens? Dat bespreken we met aspirant-leden. We zitten er al een aantal jaar strak op in de introductietijd.”

Oudere leden

Voor de oudere leden, vaak de oudsten in hun studentenhuis, ziet de vereniging ook een rol. „Aan het begin van het studiejaar organiseren we een huisoudstendag. Dan nodigen we alle huisoudsten van onze huizen uit en wijzen we ze erop hoe ze het beste met hun huisgenoten om kunnen gaan, en dat het goed is op de anderen te letten.”

De vereniging heeft meer dan tweehonderd aangesloten studentenhuizen, die overigens niet in haar bezit zijn. Den Boer: „Leden zijn misschien 10 procent van hun tijd in de sociëteit, en dat is al veel. Dan zien we wat er gebeurt en hebben we daar nog controle op. Ze zijn veel meer thuis en daar weten we minder goed wat er gebeurt. Achter de voordeur je beleid uitvoeren is lastig.”

Het Centrum Seksueel Geweld Groningen-Drenthe helpt Vindicat en andere studentenverenigingen in Groningen bij de cultuuromslag. Projectleider en trainer Martijn Schokker geeft al acht jaar vanuit Sense en GGD Groningen seksuele voorlichting. Jaren geleden kwam hij bij studentenverenigingen niet binnen. „Dat was ondenkbaar”, zegt Schokker. Nu nodigen verenigingen de GGD uit om trainingen en advies over seksueel geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag te geven.

Hij merkt dat studentenverenigingen minder gesloten zijn geworden. „Ze hebben vaak de neiging problemen intern op te lossen. Maar we zien dat het een stuk opener is geworden. Ze bellen regelmatig om te sparren over dingen. Vaak gebeurt er iets tussen leden waarbij de ene persoon het wel oké vindt wat er is gebeurd en de ander niet. Er is misschien een verschil van mening of er ontbreekt consent. Dat kan ingewikkeld zijn. Hoe handel je dan als vereniging? Dat is soms lastig. Wij geven verengingen advies hierover.”

Hij ziet dat deze generatie studenten het anders wil doen dan voorgangers. „Verenigingen hebben eerder last van oud-leden, op borrels of bij een lustrum. Oud-leden hebben soms nog een andere manier van aanspreken of aanraken. Even een hand op de verkeerde plek. Of een seksueel getinte opmerking maken. Durf dan als 20-jarig bestuurslid maar uit te dragen dat dit niet binnen het huidige beleid past.”

Dat oudere leden een ander Vindicat hebben meegemaakt, erkent Den Boer. Tot problemen leidt het volgens hem niet. „Soms kijken zij anders naar dingen. Vroeger was alles beter, krijg je dan te horen. Maar als je dan met ze in gesprek gaat en uitlegt waarom we dit doen, vinden ze dat vaak ook wel goed. Het is een generatieding.”