Forse boetes voor NS en ProRail wegens ondermaatse prestaties

De Nederlandse Spoorwegen en ProRail krijgen forse boetes omdat zij vorig jaar ondermaatse prestaties hebben geleverd op het spoor. Dat heeft het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat vrijdagmiddag bekendgemaakt.

NS krijgt een boete van 500.000 euro, spoorbeheerder ProRail moet 2,75 miljoen euro betalen. Het ministerie belooft dat de boetes ten goede komen aan de klanten van NS en ProRail, dat wil zeggen de treinreizigers en de vrachtvervoerders.

De boetes voor beide bedrijven betreffen met name de dienstverlening op de hogesnelheidslijn (HSL) tussen Amsterdam, Schiphol en Rotterdam. Van alle Intercity Direct-treinen op de HSL had vorig jaar slechts 73,6 procent minder dan vijf minuten vertraging. De afspraak is dat minstens 82,1 procent van de HSL-treinen op tijd (of met slechts enkele minuten vertraging) moet rijden. „De prestaties op de HSL zijn in 2023 ondermaats”, schrijft staatssecretaris Vivianne Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat, CDA) vrijdag aan de Tweede Kamer.

De dalende punctualiteit van gewone intercity’s en sprinters vraagt om aandacht, vindt staatssecretaris Heijnen

De punctualiteit van de gewone intercity’s en sprinters was vorig jaar weliswaar slechter dan in voorgaande jaren, maar de prestaties waren nog wel beter dan de streefwaarden. De dalende punctualiteit vraagt echter wel om aandacht, aldus Heijnen.

De geldboete voor ProRail is inclusief een bedrag van 125.000 euro omdat de vrachtvervoerders op het spoor ontevreden zijn over de dienstverlening. Over 2022 kreeg ProRail ook al een boete vanwege het lage klantoordeel van de vrachtvervoerders.

Prestatie-indicatoren

Om de prestaties van NS en ProRail in een jaar te meten, hebben de spoorbedrijven zogenoemde prestatie-indictatoren afgesproken met hun opdrachtgever, het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Dat zijn bijvoorbeeld het klantenoordeel, de punctualiteit en de gebruiksvriendelijkheid van reisinformatie. Voor elke indicator die de bedrijven niet halen, is een geldboete afgesproken.

In 2022 kregen de Nederlandse Spoorwegen een boete van 1,5 miljoen euro, omdat de vervoerder de dienstregeling had afgeschaald. Dat was tegen de afspraken die NS en het ministerie hadden gemaakt over de coronahulp. Net als andere vervoerders kreeg NS destijds een ‘Beschikbaarheidsvergoeding openbaar vervoer’. Daarvoor moest NS wel zoveel mogelijk treinen laten rijden. Dat deed NS onvoldoende, aldus Heijnen. Op personeelstekort en andere problemen had NS tijdiger moeten reageren, aldus de staatssecretaris vorig jaar.

NS en reizigersvereniging Rover schreven eerder dit jaar een wedstrijd uit op welke manier die 1,5 miljoen euro boete ten goede moest komen aan de reizigers. De winnaar was een initiatief genaamd RailConnect dat reizigers moet helpen om contacten te leggen, ‘reisvrienden’ te maken en informatie te krijgen over de reis. Daarop hekelden met name de rechtse partijen in de Tweede Kamer deze ‘datingapp’ van NS. Het bedrijf had het geld beter kunnen besteden aan schone en veilige treinen, aldus de PVV.

Boetes streekvervoer

NS en ProRail zijn niet de enige ov-bedrijven die boetes krijgen vanwege slechte prestaties. Dat geldt ook voor het streekvervoer en het doelgroepenvervoer.

Zo legde de Vervoerregio Amsterdam – een samenwerkingsverband van de gemeente Amsterdam en omliggende gemeenten dat verantwoordelijk is voor het ov in de regio Groot-Amsterdam – vorige maand aan streekvervoerder EBS twee boetes op.

Het Israëlische bedrijf, dat sinds 10 december onder meer het busvervoer verzorgt in Zaanstreek-Waterland, moet in totaal 2,2 miljoen euro betalen. EBS is te laat met de ingebruikname van duurzamere, ‘zero-emissie’-bussen en kende bovendien veel uitval van ritten in de eerste maand van het vervoercontract.

Ook de provincie Overijssel overweegt boetes aan de vervoerders EBS en Arriva. EBS rijdt in het westen van de provincie, Arriva verzorgt het ov in Twente. Beide ov-bedrijven hebben veel last van een tekort aan chauffeurs en kunnen daardoor niet hun volledige dienstregelingen rijden. Ook in Flevoland en in Groningen en Drenthe speelden vergelijkbare problemen, maar daar legden de provinciale opdrachtgevers van de vervoerders (nog) geen boetes op.

In Breda ten slotte speelden vorig najaar grote problemen bij het vervoer van leerlingen van het speciaal onderwijs. De gemeente gaf vervoerder Connexxion daarop een boete van enkele tienduizenden euro’s. De problemen in het speciaal vervoer in Breda zouden inmiddels zijn opgelost.