Column | Het blijft Twitter en het blijft extreemrechts

Met tegenzin beken ik dat ik bij de vaart waarmee we een knetterrechts kabinet ingleden, met een knoop in mijn maag, soms zelfs licht benauwd voor de tv zat. De tegenzin kwam door pestkoppen die klaarstaan om je op het twitterschoolplein uit te lachen – ik blijf Twitter zeggen, ik buig niet voor die miljardair. Twitter, Twitter, Twitter. Die uitlachtweets kan ik zelf tikken: „Ha, ha, huiliehuilie, linkse tranen.” Om de moed erin te houden, speel ik steeds dat nummer af dat Arjen Lubach met zijn Duitse evenknie maakte. Dat gaat met stijgende vrolijkheid van: „We gaan verder naar, verder naar, verder naar, verder naar rechts.”

Toen het uitkwam, zong ik vrolijk mee. Nu heb ik het voor zingen iets te benauwd. Ik werd in Uruguay onder een rechtse regering geboren. Drie jaar later was dat een dictatuur. Mijn vader verzette zich daar iets te fel tegen en belandde twaalf jaar in de gevangenis. Hij was toen in de twintig. Dat ik met een knoop in mijn maag voor de tv zit is misschien niet rationeel, maar wel herleidbaar. Visioenen van Nederlandse machthebbers die machtelozen achter tralies smijten, moet ik steeds wegredeneren. Doe ik dat niet, dan mag ik in de waarschijnlijk lange rij voor angstremmers aansluiten.

Wat ik uiterst rechts weet te liggen, is een vallei van repressie. Wat extreemrechtse regeringen altijd brengen, lijkt Nederland te zijn vergeten. De politieke verslaggeving doet intussen of extreemrechts de normaalste zaak van de wereld is. Zelfs bij de publieke omroep die, zoals dat bij uiterst rechts gaat, tot pulp gereduceerd dreigt te worden, werd het verslag van de laatste meters gevuld met weetjes over fracties die pizza of patat aten.

Geen voorbeschouwingen van wat een extreemrechtse regering voor Nederland zou kunnen betekenen. Geen getuigenverslagen over wat zulke regeringen in Italië of Hongarije doen. Nogal wiedes dat half Nederland niet lijkt te beseffen dat een vrije pers de macht controleert. Daarbij vallen politici die hun macht liever niet gecontroleerd zien, journalisten aan met een venijn die tegen elke andere beroepsgroep onacceptabel zou zijn. Als Wilders leraren tuig van de richel zou noemen, snapt iedereen de consequenties: ouders zouden hun kinderen thuis gaan houden. De pers is inmiddels niet eens op universiteitsprotesten veilig.

Met een strik om zijn extreemrechtse coalitie, zei een stralende Wilders: „Zo werkt een democratie, het is geweldig om daar onderdeel van uit te maken.” De baas van het eenmansvehikel dat hij partij noemt en die daarin geen democratische mechanismen toestaat, stond bij de publieke omroep te kirren over democratie. Ik hoopte dat iemand zou vragen sinds wanneer hij daar gevoelens voor had. Dat gebeurde niet, dus koos ik maar weer play en neuriede: Weiter nach, weiter nach, weiter nach weiter nach rechts.

Carolina Trujillo is schrijfster.