Hoe werken vooroordelen, en hoe kunnen we ze tegengaan? Dat vooroordelen van invloed zijn op de maatschappij staat vast. Mensen worden dus beoordeeld op basis van kenmerken die op geen enkele manier relevant zijn voor de situatie. Wie een buitenlandse achternaam heeft, wordt bijvoorbeeld minder snel uitgenodigd op sollicitatiegesprek en een vrouwelijke patiënt met pijn wordt door artsen minder serieus genomen dan een man met dezelfde klachten.
Volgens filosoof en psycholoog Lieke Asma gebeurt dit vaak onbewust. Hierdoor hebben mensen vaak slecht zicht op hoe vooroordelen precies werken, en op hoe ze in stand worden gehouden. ‘Als ik me afvraag of ik gediscrimineerd word of zelf discrimineer, is mijn antwoord vaak: ‘ik weet het niet’, schrijft Asma in de inleiding van Blinde vlekken. In haar boek over ‘hoe impliciete vooroordelen je (mis)leiden’ wordt een gecompliceerd onderwerp praktisch benaderd. Asma biedt een nuchter, origineel perspectief op een beladen discussie.
Er bestaat al een uitgebreide wetenschappelijke traditie over vooroordelen en discriminatie. Alleen al in de afgelopen paar jaar verscheen er een veelvoud aan boeken en wetenschappelijke artikelen. Wat maakt Blinde vlekken anders? Asma vat het samen: ‘Als we het probleem van onbedoelde en onbewuste discriminatie echt willen doorgronden, dan moeten we onze aandacht richten op de buitenwereld: de feiten en onze reacties op deze feiten’.
Een praktische uitwerking zou kunnen zijn om bijvoorbeeld de aandacht te verschuiven van de vraag hoe het komt dat vrouwelijke collega’s vaker in de rede worden gevallen worden naar afspreken om vrouwelijke collega’s niet in de rede te vallen, omdat de feiten aantonen dat vrouwen vaker in de rede gevallen worden dan mannen in dezelfde situatie.
Asma spoort haar lezers aan om vooral minder druk te zijn met zichzelf. Deze oproep is bovenal praktisch: blijven kijken naar wat onze acties concreet teweegbrengen in plaats van eindeloos zoeken naar hoe ze tot stand zijn gekomen. Dit eindeloze zoeken naar de innerlijke oorzaken van vooroordelen is precies waar veel andere psychologen en filosofen de afgelopen paar jaar over hebben geschreven.
IJsbergmodel
In het eerste deel van Blinde vlekken beschrijft Asma hoe dat zo is gekomen. De psychologie gaat al sinds Freud uit van het ‘ijsbergmodel’: de aanname dat maar een klein deel van ons bewust opereert (het topje van de ijsberg) en er een groot onderbewuste onder de oppervlakte ligt. In dat onderbewuste, waar we dus niet direct toegang tot hebben, houden vooroordelen zich schuil.
In het tweede gedeelte van het boek verkent Asma de grenzen van dit model, dat zich boven alles bezig houdt met de innerlijke werking van de geest en dus veel minder met de rest van de wereld. De conclusie van Blinde vlekken is dat deze op onderbewuste patronen gerichte psychologie het probleem van vooroordelen niet kan oplossen. Asma beargumenteert dat het ijsbergmodel probeert het probleem ‘te reduceren tot een meetbare essentie’, maar dat het onderwerp daar simpelweg te complex voor is.
Ze pleit voor de onvermijdelijkheid van discussie en twijfel, en bovenal voor het loslaten van de nadruk op het eigen onderbewuste in de strijd tegen vooroordelen. Het is belangrijker om de concrete werkelijkheid onder ogen te zien, en ons steeds af te vragen wat we met onze keuzes teweeg brengen in de sociale werkelijkheid. Tijdens het onderbouwen van dit argument verwijst Asma overigens wel naar een indrukwekkend aantal schrijvers die de blik juist ‘naar binnen richten’, dus wie vooral daarin geïnteresseerd is kan Blinde vlekken ook als handig overzichtswerk gebruiken.
Kristalhelder
Wat betreft stijl is Asma duidelijk een wetenschapper. Er blijft geen onderliggende aanname onbelicht en alle aangehaalde onderzoeksbevindingen worden kristalhelder uitgelegd. Daar staat tegenover dat lezers zonder wetenschappelijke achtergrond, zeker in het eerste gedeelte van het boek, soms misschien de draad kwijt kunnen raken.
Hoe helder de uitleg ook is, het tempo ligt af en toe wel erg hoog en de talrijke termen uit het wetenschapsjargon worden allemaal maar één keer toegelicht voordat ze (soms bladzijden later) weer opduiken. Wie tegen die tijd is vergeten dat AMP bijvoorbeeld staat voor ‘Affective Misattribution Procedure’ (een onderzoeksmethode uit de psychologie die test hoe onze reacties op dingen worden beïnvloed) zal geduldig terug moeten bladeren, want het boek heeft geen alfabetisch register achterin. De bibliografie is vormgegeven als een soort kort laatste hoofdstuk, waarin alle aangehaalde literatuur op verhalende wijze, per thema, nog eens voorbij komt. Op zich een erg leuke vondst, die wellicht meer lezers aanzet tot verder onderzoek dan een klassieke, droge literatuurlijst. Dit had alleen nog beter gewerkt in combinatie met een eenvoudig te raadplegen termenregister.
Wie echter de tijd neemt om even te wennen aan de verzameling nieuwe woorden wordt rijkelijk beloond. Asma’s redeneringen staan stuk voor stuk als een huis, en zijn daardoor erg nuttig voor iedereen die met discriminatie te maken heeft of erover nadenkt. Omdat Blinde vlekken ook vooral een wetenschappelijk boek is, wordt ieder standpunt uitgebreid bewezen met harde onderzoeksfeiten. Over de interpretatie van die feiten valt misschien te twisten, en dat gebeurt ook vaak in de maatschappelijke discussie erover. Onder de feiten zelf komt dankzij Asma echter niemand meer uit.
Los daarvan houdt ze in haar benadering van het onderwerp zelf steeds een open geest. Ze gaat ervan uit (uiteraard na grondige onderbouwing) dat ‘perspectieven en ervaringen waar jij zelf wellicht geen toegang tot hebt, cruciaal zijn om het probleem te begrijpen’, en laat zien dat kritisch redeneren en luisteren naar anderen hierin hand in hand gaan. Blinde vlekken presenteert een rotsvaste wetenschappelijke basis voor wat nog te vaak wordt afgedaan als een gevoelskwestie.