Als Gijs de Jong afgelopen dinsdag na een vlucht van elf uur in Bangkok aankomt, voelt het bijna als forenzen. Al tweeënhalf jaar lang vliegt de secretaris-generaal van de KNVB de wereld rond om te lobbyen. Nu eens zit hij in Qatar, dan weer in Nieuw-Zeeland, Kaapverdië of Vietnam. Soms moet hij even diep nadenken: waar ben ik ook alweer?
Er is De Jong veel aan gelegen om binnen te slepen wat de KNVB als hoofdprijs ziet: het WK vrouwen van 2027. Deze vrijdag valt de beslissing op het FIFA-congres in Bangkok.
Samen met België en Duitsland meldde Nederland zich vorig jaar bij de FIFA voor de organisatie van het toernooi. De sport is booming en met name Nederland en Duitsland gelden als voetbalgrootmachten. Duitsland won het WK twee keer en stond één keer in de finale. Nederland was één keer finalist. De landen brachten internationale sterren voort als Birgit Prinz, Alexandra Popp, Vivianne Miedema en Lieke Martens.
In Brazilië, het enige andere land in de race, nadat de VS en Mexico vorige maand zijn afgehaakt, is het vrouwenvoetbal minder geprofessionaliseerd, maar de sport is er immens populair. Bij het WK in Australië en Nieuw-Zeeland, vorige zomer, was er slechts één land waar de belangstelling voor het toernooi groter was: Colombia. Van de Brazilianen tussen 16 en 64 jaar gaf in onderzoek 23 procent aan de wedstrijden live te willen volgen, tegen 19,1 in Duitsland en 16,5 in Nederland.
Luie leunstoel
Nederland, dat in 2017 het EK in eigen land won, is overtuigd van de kwaliteit van het ‘bid’. Maar de KNVB heeft naar eigen zeggen ook geleerd van de vruchteloze poging om het mannen-WK van 2018 naar Nederland en België te halen. Toenmalig FIFA-voorzitter Joseph Blatter was impressed toen Johan Cruijff en Ruud Gullit hem op de fiets het bidbook overhandigden, maar Rusland ging er met de buit vandoor.
Uit de analyse van dat bod kwam naar voren dat Nederland ‘naïef’ was geweest, te veel vanuit de luie leunstoel campagne had gevoerd. De voetbalwereld heeft enorm genoten van vedettes als Cruijff en Gullit, maar daarmee haal je geen groot eindtoernooi binnen. Dat moet je worden gegund. Als Nederland serieus wilde meedingen naar prestigieuze evenementen, moesten bestuurders het lobbyspel in de vingers krijgen.
Humble but confident – dat is de insteek van de campagne die De Jong en zijn Belgische en Duitse collega de afgelopen jaren voerden. „Niet arrogant worden, bescheiden zijn, maar wel zelfvertrouwen uitstralen”, zegt De Jong. Maar vooral: heel veel tijd steken in de voetbalbonden die deze vrijdag in Bangkok gaan stemmen op het FIFA-congres.
Het congres bestaat uit 211 leden. Afgezien van de landen die een WK-bid hebben ingediend, mag ieder lid een stem uitbrengen. Een primeur bij de vrouwen, waar eindtoernooien eerder door de FIFA werden toebedeeld.
Het zegt veel over de status die het toernooi inmiddels heeft verworven. Het betekent ook dat de kandidaat-gastlanden meer dan honderd voetbalbonden moeten overtuigen om het WK binnen te halen. Heel veel calls, heel veel bijeenkomsten, heel veel bezoeken, attent zijn, mensen informeren, somt De Jong zijn lobbywerkzaamheden op. Want behalve samenwerkingsverbanden en advies, over de organisatie van een vrouwencompetitie bijvoorbeeld, heb je buitenlandse bonden weinig te bieden.
Wat je wél kunt doen: iemand die opmoet voor een herverkiezing, even succes wensen. Als iemand verkozen is, een briefje sturen. Als een jeugdelftal een prijs wint, even wat laten horen. „Laten zien dat je door hebt waar ze mee bezig zijn en goed luisteren naar hun uitdagingen,” noemt De Jong dat.
Nederland, België en Duitsland hebben de campagnewerkzaamheden strategisch verdeeld: de KNVB gaat naar de landen waar ze de beste contacten heeft, onder meer in het Midden-Oosten. Kun je nog kritisch zijn op andere voetbalbonden, vanwege mensenrechtenkwesties bijvoorbeeld, of op de FIFA zelf, als je tegelijkertijd van ze afhankelijk bent voor de toewijzing van een toernooi?
De KNVB stemde vorig jaar voor de herbenoeming van de omstreden FIFA-voorzitter Gianni Infantino. Toch vindt De Jong dat de Nederlandse voetbalbond „best wel vocaal” is geweest de voorbije jaren, bijvoorbeeld over de schrijnende werkomstandigheden van arbeidsmigranten in Qatar. „Maar je moet wel doseren, anders bereik je niets.”
Neeskens, niet Miedema
Vaak kwam het WK van 2027 tijdens zijn buitenlandse bezoeken niet of pas op een later moment ter sprake, vertelt De Jong. In de landen waar hij kwam, wilden vertegenwoordigers vooral praten over het Nederlandse mannenelftal, dat van 1974 bijvoorbeeld. Over Johan Neeskens en Wesley Sneijder, die vrijdag in Bangkok toeluisteren als betaald voetbaldirecteur Marianne van Leeuwen en haar Duitse en Belgische collega in een kwartier tijd hun pitch mogen afsteken. En over Clarence Seedorf, die onderdeel is van de presentatie in Bangkok.
Sari van Veenendaal – de enige vrouwelijke ambassadeur voor Nederland – trekt minder aandacht, maar heeft het voordeel dat ze weet hoe groot de impact van voetbal op het leven van jonge vrouwen kan zijn. „Als ambassadeur vertel ik vooral mijn persoonlijke verhaal”, vertelt Van Veenendaal, die in 2019 verkozen werd tot beste keepster van de wereld. „Wat heeft het EK van 2017 in Nederland met mij gedaan? Wat heeft het met de ontwikkeling van het vrouwenvoetbal in Nederland gedaan? Ik kan goed vertellen hoe bijzonder en mooi het was. Dat zo’n EK meisjes heeft doen dromen van een toekomst in Oranje.”
Van Veenendaal was erbij toen een FIFA-delegatie, die de bids waardeerde, een paar maanden geleden Nederland aandeed. „Ik ben een dag met de afgevaardigden opgetrokken. We zijn onder andere naar Eindhoven geweest [een van de mogelijke speelsteden] en hebben samen geluncht. Ik merkte dat de gesprekken het makkelijkst liepen als mensen vanuit zichzelf begonnen over het EK van 2017 in Nederland of onze finaleplaats op het WK van 2019.”
Erfenis
De Duitse, Belgische en Nederlandse voetbalbond staken elk een miljoen euro in het project. Zo’n zeven ton werd besteed aan het maken van een inhoudelijk bid, de rest ging naar lobby en communicatie.
‘Duurzaam, toegankelijk en compact’ is de slogan waarmee Van Veenendaal en De Jong de voetbalwereld van hun gelijk proberen te overtuigen. Afstanden zijn klein, alles is per trein te bereizen, veiligheid is gegarandeerd. En ze beloven kleinere, minder ontwikkelde voetballanden dat uitwisseling – over de ontwikkeling en promotie van het vrouwenvoetbal – tot de mogelijkheden behoort. Legacy wordt dat wel genoemd: iets teruggeven aan de internationale voetbalwereld.
Wat dat laatste betreft zetten de Brazilianen nog hoger in, vertelt Valesca Araújo, de Braziliaanse evenknie van Gijs de Jong. Het WK moet een „transformatief” evenement worden voor het vrouwenvoetbal in Brazilië en de rest van Zuid-Amerika. Zo’n 700.000 vrouwen voetballen in clubverband in Brazilië, op een bevolking van 215 miljoen. Tegelijkertijd wordt het vrouwenvoetbal snel populairder, zegt Araújo, wat wel blijkt uit de grote belangstelling voor het vorige WK.
Ook op grote wedstrijden tussen lokale clubs komen soms tienduizenden toeschouwers af volgens de Braziliaanse. Araújo: „Er is hier enorm veel ruimte voor groei, net als in de rest van Zuid-Amerika. Het WK biedt een geweldige kans de ontwikkeling van het vrouwenvoetbal op het continent te versnellen.”
Hoe de kandidaten en al hun beloftes te beoordelen? Het Braziliaanse bid kwam iets beter uit een evaluatie door de FIFA, die onder meer kijkt naar stadions, faciliteiten voor deelnemers, media en supporters, en commerciële potentie. Vooral dat laatste punt weegt zwaar, zoals gebruikelijk bij grote FIFA-evenementen.
Het Europese bid voorspelt de helft meer om te zetten dan het vorige WK, dat uitkwam op een geschatte opbrengst van omgerekend ruim een half miljard euro. De Brazilianen blijven iets bij de concurrentie achter, maar maken naar verwachting ook minder kosten, bijvoorbeeld omdat de lonen er lager liggen. Onder de streep beoordeelt de FIFA het Braziliaanse bid als commercieel net iets aantrekkelijker.
Lagere beoordeling
Wat ook opvalt: de wereldvoetbalbond is niet van plan enige vorm van belasting te betalen in het gastland, wil op voorhand gevrijwaard worden van elke mogelijke aansprakelijkheid en eist zeggenschap over visabeleid voor zijn personeel. Brazilië heeft de FIFA de gevraagde garanties gegeven, blijkt uit de evaluatie. Nederland, België en Duitsland niet of niet volledig, staat meermaals in het rapport, hoewel noch de FIFA noch de KNVB en de Nederlandse regering in detail willen treden over welke garanties ontbreken.
‘Harde klap voor Nederland’ kopte De Telegraaf naar aanleiding van de FIFA-evaluatie. De KNVB benadrukte in een reactie vooral dat de verschillen klein zijn – Brazilië kreeg 395 van de 500 punten, Nederland en zijn partners 373 – en dat het Europese bid óók een goede beoordeling kreeg.
Gijs de Jong is dan ook nog altijd „zeer optimistisch”. „Vooral door de reacties die we steeds krijgen tijdens bezoeken. We doen er alles aan, zijn met een grote delegatie in Bangkok en gaan met Van Veenendaal, Sneijder, Seedorf en Neeskens de hotels langs voor koffie, lunches en een-op-een-contacten.”
Maar ook De Jong weet: garanties zijn er niet, net zo min als harde toezeggingen. In Bangkok kan het alle kanten op. Pas rond 06.00 uur Nederlandse tijd op vrijdag wordt duidelijk of al dat vliegen en lobbywerk zin heeft gehad.