Soms loop je een restaurant binnen en weet je meteen dat het goed zit. Andersom kan ook, dat je ergens plaatsneemt en eigenlijk weer weg wilt. Zoiets had ik een beetje bij Perzisch restaurant Chef Abbas in Gorinchem. Het kleine restaurant is vernoemd naar de Iraanse eigenaar en chefkok Abbas Hossein Zadeh die 24 jaar geleden als vluchteling in Nederland neerstreek.
Allereerst het verschil tussen Perzisch en Iraans: vóór 1935 heette Iran ‘Perzië’ in het Westen, maar in het Farsi ‘Iran’. In 1935 werd de benaming officieel Iran. Het land bestaat uit verschillende etnische groepen zoals de Azeri, Gilaki, Koerden en de Perzen, die de grootste groep vomen.
Perzen en Arabieren worden vaak door elkaar gehaald, maar het verschil is groot: een andere taal, andere etnische achtergrond, andere tradities en rituelen. De meeste Arabische moslims zijn soennitisch, Iran is sjiitisch, net als de meerderheid in Irak en Azerbeidzjan.
Wat culinaire tradities betreft zijn er uiteraard verschillen, maar er is ook veel overlap van ingrediënten en recepten die in het hele Midden-Oosten en langs de Méditerranée worden gebruikt. Dat geeft herkenning en schept een band.
Terug naar Gorinchem, de stad waar ik naar de middelbare school ging, en het kleine hoekpand waar vroeger een shoarmatent zat en sinds een paar jaar Chef Abbas.
Als we naar binnen lopen, oogt het nog steeds als een shoarmatent door de counter waarachter de chef en zijn assistente druk bezig zijn in een nog leeg restaurant. Niet dat er iets mis is met shoarma, integendeel, ik ben er dol op, mits goed gemaakt.
Wanneer we plaatsnemen en ik om een koude fles plat water vraag, neemt de assistente de fles water die al op tafel staat mee en zien we die een tijdje niet terug. Wat blijkt: ze heeft de fles in de koelkast gezet om te koelen.
Het begin is dus wat hobbelig, maar dat verandert als er brood met een frisse yoghurtdip op tafel komt met daarin wilde spinazie en munt. Ideaal voor zomerse dagen. Fijn aan de yoghurt is dat die zacht is met een zeer beheerste zuurgraad, waardoor het verkwikkende en kruidige karakter de boventoon voert.
Verbinding
Als extraatje krijgen we van de chef zijn linzensoep te proeven, met een welkome ondertoon van komijn. Hij is benieuwd wat wij ervan vinden, ‘jullie koken ook zo’. Ik vind dat ontwapenend, hij stelt zich niet op als onbetwiste autoriteit, maar zoekt juist de verbinding.
Het voorgerecht van aubergine met tomaat, uien en knoflook komt, met daarop een even groot spiegelei met zachte dooier. De naam is mirza ghasemi, het komt uit Noord-Iran en lijkt veel op de Marokkaanse klassieker zaa’louk die ook met aubergine, tomaat, ui en knoflook wordt gemaakt. De manier van maken en kruiden verschilt, maar het heeft diezelfde warmte en is net zo smakelijk.
De aubergines worden in dit recept eerst gepekeld en moeten uitlekken, worden daarna in olie gebakken en vervolgens met de andere ingrediënten vermengd en in de oven gegaard en dat geeft het in de verte een hint van karamellisering. Aubergine en knoflook, zo zegt de chef, hebben een liefdesverhouding, die twee gaan altijd samen.
Fesenjan is een van de pronkstukken van de Perzische keuken: het is een stoofschotel van kip gegaard in walnotenpasta en met granaatappelmelasse. Het geheim van dit gerecht is geduld: de walnotenpasta moet eerst een paar uur garen voordat de andere ingrediënten erbij kunnen. Ik heb het voor het eerst gemaakt in coronatijd, toen ik al mijn kookboeken afging.
De fesenjan van Chef Abbas is rijk, heeft de intense diepte van de walnoot en een subtiel licht-zuur accent van de melasse. De kip is fluweelzacht, de saus romig en vol. De structuur kun je vergelijken met die van een lobbige curry.
Net zo zacht is de enorme lamsschenkel (alle porties zijn zeer genereus). Op de kaart staat dit gerecht omschreven als een rijstschotel met tuinbonen en dille, maar het is een gestoofde schenkel in jus. Het vlees is perfect gegaard, het valt zo van het bot.
Bij de hoofdgerechten los geserveerd rijst met saffraan, sinaasappelschil, rode bessen en sumak. De rijst heeft mooie, lange, losse korrels en vooral het accent van de sinaasappelschil springt eruit. Goed om te weten is dat het vlees halal is en er geen alcohol geschonken wordt.
Liefde
Ook voor het amusement van de avond zorgt de chef. Met iedere gast, of die nu aan tafel plaatsneemt of komt afhalen, gaat hij in gesprek.) „Ik maak alles vers”, benadrukt hij. „Ik kook met liefde”, horen we bij herhaling. We proeven het eraan af.
Een bescheiden tentje waar bij mij alle alarmbellen af gingen, blijkt fraaie gerechten te serveren die een gevoel van huiselijke geborgenheid oproepen. Mijn vooringenomenheid wordt ongenadig afgestraft. De uitstraling van het restaurant mag pretentieloos zijn, chef Abbas legt eer in zijn keuken.
We zijn dan ook benieuwd naar de desserts, maar van de drie op de kaart is alleen het Perzische ijs op voorraad. Met saffraan, rozen en pistache, de heilige drie-eenheid van de Midden-Oosterse keuken, met stukjes meloen, mandarijn en gedroogde rozen.
Chef Abbas is nog tot augustus open en verhuist dan naar Arkel, het dorp waar ik opgroeide. Ik weet niet of Arkel de gedroomde culinaire springplank is, maar wel dat hij een groter publiek verdient.