‘Geweld ziet er nooit leuk uit, ook politiegeweld niet’

Klap, klap, klap, klap, klap, klap, klap. Met een charge probeert de ME honderden demonstranten weg te krijgen bij een UvA-complex op het Amsterdamse Roeterseiland. Tegelijk loopt een demonstrant met een blauw petje, witte trui en keffiyeh om de verkeerde kant op. Enkele ogenblikken later schermt hij ineengekrompen zijn hoofd af terwijl een ME’er er met zijn wapenstok op losslaat – tot hij door collega-ME’ers wordt weggeduwd.

Een filmpje van het incident maandag ging viral en stookte de discussie over vermeend excessief politiegeweld tegen de demonstrerende studenten op. Wat begon als een oproep om academische relaties met Israëlische instellingen te boycotten, groeide een week later uit tot een protest waarbij óók het ‘excessieve politiegeweld’ tegen demonstranten centraal stond.

Binnen de grenzen van de wet

Is er bij de recente studentenprotesten sprake van buitensporig politiegeweld? Jaap Timmer, een in politiegeweld gespecialiseerde onderzoeker van de Vrije Universiteit, meent van niet. „In het algemeen heeft de politie goed en binnen de grenzen van de wet opgetreden.”

Te zien op deze tweede foto is dat de knuppel neerkomt op de demonstranten.

De man en de vrouw lijken op de derde foto sporen van het neerkomen van de wapenstok te vertonen.

Over het incident op het filmpje valt echter niet te twisten. „We weten niet wat er aan dat slaan voorafging, maar wat daar gebeurt, is natuurlijk fout. Die agent gaat uit zijn plaat en had al lang moeten stoppen met slaan”, zegt Timmer. „Het goede nieuws is wel dat hij door een collega wordt weggeduwd en dat deze de demonstrant meeneemt.”

Voor Timmer was het filmpje een uitzondering in de uren aan beelden van demonstraties die hij, onder meer via stadszender AT5, bekeek. Hij zag heftige en grimmige beelden: ME’ers die met wapenstokken slaan, tegen de grond gewerkte demonstranten, politiehonden en rijdende politiebusjes die demonstranten opdrijven. „Geweld ziet er nooit leuk uit”, zegt Timmer. „Dat geldt ook voor politiegeweld.”

Risico op klappen

De politie heeft een geweldsmonopolie en mag daarom soms geweld gebruiken om haar taak uit te voeren. De wapenstok werd vorig jaar bijna 3.300 keer gebruikt, zo blijkt uit politiecijfers.

Voor en tijdens de inzet van geweld doorloopt de politie verschillende stappen. Eerst vraagt ze demonstranten te vertrekken. Werkt dat niet, dan geeft ze het bevel om weg te gaan en kan ze demonstranten naar buiten tillen. Werken deze niet mee of zelfs tegen, dan kan de politie de wapenstok trekken. „Op het moment dat je dan niet vertrekt, loop je het risico een klap te krijgen. En ik ga me daar niet voor excuseren”, zei de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema vrijdag tijdens een gemeenteraaddebat.

De inzet van andere ‘geweldsmiddelen’ bij de Amsterdamse universiteitsgebouwen was volgens Timmer niet logisch. „Een charge met paarden is te gevaarlijke langs de smalle grachten, dan vallen mensen in het water.” Waterkanonnen heeft de Nederlandse politie op dit moment niet paraat, die moet ze lenen van België of Duitsland. Nog los van de vraag of ze die voertuigen (Timmer: „ter grote van een stadsbus”) wel langs de gracht kan manoeuvreren.


Lees ook
Gazaprotest: in Amsterdam vernielingen door zwartgeklede vandalen, in Nijmegen een festivalsfeer

Betogers op een grasveld van de Radboud Universiteit in Nijmegen.

Ondertussen lijkt de discussie over het politiegeweld, mede door de gebeurtenissen van afgelopen maandag, niet verstomd. Timmer sluit niet uit dat de zaak van de ME’er die op het veelbekeken filmpje de wapenstok hanteert, intern wordt onderzocht. Dat gebeurde vorig jaar met 2.421 gevallen van politiegeweld, blijkt uit politiecijfers. In 16 procent van de gevallen constateerde de politie dat er sprake was van zogeheten ‘niet-professioneel’ handelen – daarbij houden agenten zich niet aan de wet of interne geweldsinstructie.

Tegelijkertijd vindt Timmer dat de zaak niet moet worden opgeblazen. „Dat geval wordt nu uitgelicht om te laten zien dat het politieoptreden bij de studentenprotesten fout is geweest, terwijl dat echt een uitzondering was.”