Alles gaat totaal anders. Ook het voordragen van de premier

Was het een foutje van Fleur Agema? Of wilde ze expres voeding geven aan de geruchtenstroom rond de laatste en niet onbelangrijke vraag die nog boven de formatietafel hangt: wie wordt de nieuwe minister-president?

Maandagmiddag verscheen er een bericht op X op een account dat lijkt op een officieel persaccount van de PVV: „Morgen zal partijleider Geert Wilders Ronald Plasterk officieel voordragen als premierkandidaat [sic] bij de informateurs en de Tweede Kamer […]. Bij gevolg heeft hij zijn PvdA-lidmaatschap opgezegd”.

Fleur Agema, als Kamerlid al jaren de nummer twee achter partijleider Wilders, reageerde enthousiast. Ze plaatste een smiley met twee hartjes in de ogen. Kennelijk ziet zij de voormalig PvdA-minister en oud-informateur wel zitten als leider van het rechtse kabinet in wording.

Niet veel later, na wat digitale ophef, verwijderde Agema haar instemming. Er verschenen geruchten dat het X-account @PVVpers niet echt is maar een parodie. Dat bleek inderdaad het geval.

Doorslaggevend belang

Een hoax of niet, in de eindfase van de kabinetsformatie is de premierskwestie van doorslaggevend belang. Als de vier onderhandelende partijen PVV, VVD, NSC en BBB dinsdag, dinsdagnacht of woensdag ál een akkoord bereiken over een regeerprogramma, kan het op de keuze voor de minister-president alsnog klappen.

Zoals bij vrijwel alles in deze nu al bijna zes maanden durende formatie verloopt het voordragen van de nieuwe minister-president totaal anders dan gebruikelijk. Wilders heeft er tot op het laatste moment mee gewacht.

Staatsrechtelijk zijn er geen strikte regels over de benoeming van een premier. Die wordt in het Nederlandse parlementaire stelsel in elk geval niet rechtstreeks verkozen. Het is doorgaans de grootste partij die bij een succesvolle formatie de premier mag leveren. Na het bereiken van een onderhandelingsakkoord wordt de leider van die grootste partij tot formateur benoemd, die zich in nauw overleg met zijn coalitiepartners aan de personele samenstelling van het kabinet zet. Sinds 2010 was dat steeds viervoudig VVD-premier Mark Rutte.

De premier zal een verbindende rol moeten kunnen spelen tussen de vier partijen, die in het formatieproces niet elkaars beste vrienden blijken

In de tussenfase van deze kabinetsformatie, toen informateur Kim Putters zich over de vorm van een nieuwe regering ging buigen, spraken de vier onderhandelende partijen af dat de leider van de huidige grootste partij, Geert Wilders, in elk geval géén premier zou worden. De vier partijleiders zullen allemaal als fractievoorzitters in de Tweede Kamer blijven zitten.

Een grote concessie van Wilders omdat hij graag zijn eerste kabinet had willen leiden – hij noemde het offer „ondemocratisch” en „pijnlijk”. Maar NSC leider-Omtzigt, liet Wilders geïrriteerd blijken, was ervoor gaan liggen. Inmiddels heeft de PVV-leider zich erbij neergelegd. Als grootste partij aan tafel heeft hij nog wel het recht om een andere minister-president voor te dragen.


Lees ook
Hoe de afgedreven PvdA’er Ronald Plasterk de verkenning naar een rechts kabinet ging leiden

Ronald Plasterk in 2011, toen PvdA-fractiewoordvoerder financiën, tijdens een telefonisch overleg met premier Rutte tijdens Eurotop over de bankencrisis.

Vetorecht

Afgelopen zaterdag zei Wilders een kandidaat te hebben gevonden en ook al te hebben gepolst. Die naam is nog niet „aan tafel” besproken, zeiden de twee informateurs diezelfde middag – mogelijk al wel informeel achter de schermen. Bij weerstand van een van de andere partijleiders kan de formatie op het laatste moment dus nog altijd klappen op de man of vrouw die Wilders graag als minister-president ziet. Omtzigt liet dinsdagochtend overduidelijk weten dat de premierskeuze nog van groot belang is voor het slagen van de formatie. De drie partijen zullen er de facto een vetorecht over kunnen uitroepen.

Over Omtzigt gesproken: dat de naam van Ronald Plasterk maandag opnieuw opdook, is brisant. De recalcitrante PvdA’er werd al vaker als premierskandidaat genoemd, maar zijn kansen slonken na het weglopen van Omtzigt van de onderhandelingstafel begin februari. De NSC-leider had niet alleen grote moeite met potentiële financiële tegenvallers die hij door ministeries op een rij had laten zetten. Hij was ook hoogst geïrriteerd door de handelwijze van informateur Plasterk. Die had de grote stapel aan documenten in zijn ogen veel te laat aangeleverd. Het leidde opzichtig tot een diepe vertrouwensbreuk tussen de twee.

Behalve een goede verstandhouding met en vertrouwen bij alle vier de coalitiepartners, zal de nieuwe premier aan veel meer criteria moeten voldoen. Uiteraard zal hij (m/v) een rechtse signatuur moeten hebben, om het door de vier rechtse partijen afgesproken beleid in wetsvoorstellen om te zetten. Hij zal een verbindende rol moeten kunnen spelen tussen de vier partijen, die in het formatieproces niet elkaars beste vrienden blijken te zijn. Bij politieke spanningen zal de eerste minister die niet willen laten ontsporen om het kabinet bij elkaar te houden.


Lees ook
Uitstel kan niet meer in de formatie

Dilan Yesilgöz (VVD) arriveert bij de voortzetting van de formatiegesprekken in Den Haag.

Coachen

Ervaring in de Haagse binnenwereld – omgang met de Tweede Kamer, de bureaucratie, de lobby, de media – zal onontbeerlijk zijn. Ook omdat de vier onderhandelende partijen ernaar streven zeker de helft van de bewindslieden van buiten hun partijen te halen. Een ervaren premier kan zijn ministersploeg dan enigszins coachen en de weg wijzen.

Met de politiek leiders van de (mogelijke) aanstaande coalitie in de Kamer zullen alle kabinetsleden over een dikke huid moeten beschikken. De partijleiders op afstand van de Trêveszaal zullen niet nalaten om bij gevoelige kwesties het kabinet onder druk te houden – Geert Wilders met zijn vaak ontregelende twittergedrag voorop.

Zo op het eerste gezicht: een profielschets waar iemand als Ronald Plasterk best aan voldoet. Hij neemt zijn telefoon niet op om op het aanzwellende gerucht van maandag te reageren. Wel hintte hij op zijn eigen X-account dat hij in elk geval tijd heeft voor een nieuwe functie. Waar tot vorige week in zijn bio stond dat hij hoogleraar is aan het Amsterdam UMC, plaatste hij daar eerder deze maand de letters ‘em.’ voor – de afkorting voor: ‘met emeritaat’.


Lees ook
Amsterdam UMC gaat onderzoeken hoe Plasterk het alleenrecht kreeg op patenten

Beeld Rachel Morón/Bart Maat