Marzena Jóźwiak dacht dat ze naar Oekraïne reden, die grote groene pantserwagens, Boxers geheten, met hun gele Nederlandse nummerborden. „Naar Litouwen, zegt u?”
Jóźwiak is met haar drie dochters komen kijken, want zo veel is er niet te doen in Wyszków, een klein plaatsje zestig kilometer ten noordoosten van Warschau. Deze middag is het tijd voor familiebezoek, en staat het verkeer bumper aan bumper op de brug over de rivier de Boeg. Even verderop is de kerk net uitgegaan: in hun goede pak begeven de mannen zich richting de kroeg.
De Nederlandse Boxers rijden langs oude slagvelden. Het lage pastoriegebouw met de witte zuilen diende in 1920 als hoofdkwartier tijdens de slag om Warschau, toen de Polen het Rode Leger ternauwernood wisten te stoppen. Voor de brug staat het monument voor verzetsstrijders van de Tweede Wereldoorlog, die vochten tegen zowel de Duitsers als de Sovjets.
Sinds de Russische invasie in Oekraïne vrezen veel Polen voor een nieuwe oorlog. „De kinderen zijn bang hoor”, zegt Marzena Jóźwiak, en haar drie dochters knikken ernstig. Als de laatste pantserwagen de brug is opgedraaid, begint Jóźwiak zich enige zorgen te maken over de bijstand van de Nederlandse bondgenoot: „Wat zijn jullie met weinig, zeg!”
Het Nederlandse konvooi rijdt door Wyszków, Polen. Onderweg wordt er bijgetankt.
Foto’s Olivier Middendorp
Maar Jóźwiak heeft slechts een fractie van het konvooi gezien. Zo’n 150 voertuigen, bemand door honderden Nederlandse militairen, rijden in tientallen ‘pakketjes’ van een oefenterrein in Duitsland naar Litouwen. De grootschalige troepenverplaatsing is een van de hoogtepunten van Steadfast Defender, de grootste NAVO-oefening sinds de Koude Oorlog. Sinds januari van dit jaar wordt er over de hele oostflank van het bondgenootschap getraind, door ruim negentigduizend militairen. Alle 32 lidstaten doen mee. Steadfast Defender, zo zei NAVO-bevelhebber Christopher Cavoli, is een „niet mis te verstane demonstratie van onze eenheid, kracht en onze vastberadenheid om elkaar te verdedigen”.
Sinds een aantal maanden waarschuwen NAVO-commandanten dat een Russische aanval op NAVO-grondgebied tot de mogelijkheden behoort. Ondanks gigantische verliezen (de Franse regering sprak van 500.000 doden en gewonden) is het aantal Russische militairen in Oekraïne hoger dan ooit. Westerse sancties hebben de Russische economie nog geen zware slagen kunnen toebrengen en de militaire productie draait op volle toeren. Over een jaar of vijf, zo vrezen westerse commandanten, kan Rusland sterk genoeg zijn voor een nieuw militair avontuur – zoals een aanval op een van de Baltische landen.
Voor de Nederlandse landmacht is Steadfast Defender daarom veel méér dan alleen een oefening – het is een test. Tijdens de NAVO-top in Vilnius werd vorig jaar afgesproken om zo’n driehonderdduizend militairen permanent gereed te houden. De verdediging van het NAVO-grondgebied zal bovendien worden georganiseerd in ‘regionale plannen’ zodat iedereen precies weet waar hij aan toe is. Als het tot een oorlog met Rusland komt, zullen de Duitsers Litouwen verdedigen – geholpen door de 13e Lichte Brigade uit Oirschot.
Over hoe dat gevecht moet worden gevoerd wordt al langer nagedacht. Ruim een jaar geleden begon generaal Nicole de Wolf aan de logistieke planning voor de Nederlandse gevechtseenheid. Inmiddels is ze als commandant van het Ondersteuningscommando Land verantwoordelijk voor het testen van de plannen tijdens Steadfast Defender. De verplaatsing van al die honderden militairen – via een oefenterrein in Duitsland – ging voorspoediger dan verwacht, vertelt De Wolf. Maar de oorlog in Oekraïne heeft laten zien dat de ondersteuning van de gevechten met voldoende brandstof en munitie op een andere manier moet worden ingericht vanwege precisiewapens die over grote afstand hun doel kunnen treffen. „De oorlog in Oekraïne heeft ons geleerd dat we onze voorraden een stuk verder van het front moeten neerleggen – wel een kilometer of vijfhonderd verderop”, zegt De Wolf. „Maar dat betekent wél dat ik extra vrachtwagens nodig heb. Zo’n driehonderd.”
Nederlandse militairen maken zich klaar voor de nacht.
Foto’s Olivier Middendorp
Die vrachtwagens zijn er niet. Hoewel de krijgsmacht er sinds de oorlog in Oekraïne miljarden bij heeft gekregen, kunnen de gevolgen van dertig jaar bezuinigen niet zomaar worden weggepoetst. Steadfast Defender brengt sommige tekortkomingen aan het licht. Terwijl de ‘pakketjes’ worden bijgetankt op weg naar Litouwen, vertelt overste Rutger Saathof aan leden van de Tweede Kamer dat hij graag zou beschikken over meer ‘C2’ – militair slang voor communicatie-apparatuur. Ooit beschikte de 13e Brigade over tanks, maar nu moet die het gevecht voeren met .50 mitrailleurs. De landmacht wil de Boxers uitrusten met een snelvuurkanon en antitankraketten, maar daar voorziet het defensiebudget nu niet in. Met de machinegeweren kunnen de mannen het gevecht óók voeren, benadrukt overste Saathof: „Maar dan krijgen we wel te maken met meer verliezen aan eigen zijde.”
Ook in de lagere rangen wordt er nagedacht over slachtoffers. „In Afghanistan hadden we te maken met één gewonde tegelijk”, vertelt gewondenverzorger Mark. „In de nieuwe scenario’s moeten we er rekening mee houden dat we alle drie brancards in het voertuig bezet hebben en dat je gewoon minder tijd hebt voor iedereen.” Bij de Duitse Bundeswehr heeft het al geleid tot nieuwe procedures, vertelt de sergeant: militairen die waarschijnlijk komen te overlijden worden niet meer behandeld. „De prio 1 kun je beter overslaan als je de prio 2 en 3 moet helpen.”
Nederlandse militairen ontwaken in de Poolse grensplaats Suwalki tijdens de NAVO-oefening Steadfast Defender.
Foto’s Olivier Middendorp
Vrijwillig ‘dienjaar’
Geen wonder dat er op de landmachtstaf in Utrecht inmiddels hard wordt nagedacht over hoe het kleine Nederlandse beroepsleger (nog geen 25.000 mannen en vrouwen) kan worden aangevuld als het in Nederland tot oorlog komt. Het ministerie experimenteert inmiddels met een vrijwillig ‘dienjaar’ waarin jongeren een jaar ervaring bij Defensie kunnen opdoen. Demissionair minister van Defensie Kajsa Ollongren (D66) introduceerde in Leiden het Defensity College, in de hoop studenten warm te maken voor een functie van reservist. Generaal Nicole de Wolf denkt na over manieren om oud-beroepsmilitairen te kunnen oproepen als de nood aan de man komt. „Als een conflict langer gaat duren en je krijgt te maken met grote verliezen, dan houdt het een keer op zonder reserves.” Invoering van de algemene dienstplicht – die in 1996 is opgeschort – is voor iedereen nog een brug te ver, zolang Poetin de Baltische Staten niet is binnengevallen.
Op deze maandagmorgen zijn het niet de Russen, maar de Nederlanders die Litouwen komen binnenrijden. Hier, bij de grensplaats Suwalki, is de grens tussen Polen en Litouwen maar zo’n dertig kilometer breed. Links van ons ligt het Russische Kalingrad, rechts Grodno, Wit-Rusland. In geval van oorlog zouden de Russen de Suwalki Gap – de enige verbinding over land van de NAVO naar de Baltische Staten – gemakkelijk kunnen afknijpen. Maar op deze maandag rijden de Boxers door een glooiend landschap van groene weiden en geel bloeiend koolzaad. In de dorpen zitten de ooievaars te broeden op hun nest. Wie zijn hoofd uit het luik steekt, doet er goed aan een stofbril op te zetten en een shawl over de kin te trekken tegen de insecten. De mannen in de open jeeps dragen plastic gezichtsmaskers, tegen het opspattende grint.
„Hier Romeo”, klinkt het plotseling over de radio: „Opletten voor de burger op rechts.” Het is net na elven in de ochtend, maar langs de berm zwalkt een straalbezopen man. „Zo hee”, zegt chauffeur Joëlle, terwijl ze met haar enorme Boxer naar links zwenkt. „Hoe laat is díe begonnen?” Joëlle (22) heeft geen klachten over het rijgedrag van de Polen en de Litouwers – in Nederland is het veel erger. Eén keer kreeg ze een opgestoken middelvinger van een Poolse chauffeur. „Ik had hem de vinger terug willen geven, maar dat had hij toch niet gezien – ik zit onder pantser.”
Nederlandse militairen in Kamp Jonas in Litouwen. Na aankomst worden de Boxers geparkeerd.
Foto’s Olivier Middendorp