Linda Hakeboom: ‘Door de ziekte kon ik mijn verleden loslaten’

Linda Hakeboom (38) heeft trek in bitterballen. „Ja, eigenlijk wel.” Halverwege het gesprek in een Amsterdams eetcafé dat ze graag bezoekt, hebben we de menukaart erbij gepakt. Ze vraagt waar ik zin in heb, maar zij is de geïnterviewde dus zij mag kiezen. Tien jaar geleden was zo’n vraag slopend geweest, vertelt ze later. Dan had ze die keuze gewoon niet zelf kunnen maken, omdat ze de ander niet teleur zou willen stellen. Als de ander maar blij was, daar ging het haar in die tijd vooral om. „Gek hè?”

In het boek Alleen nog vandaag, dat de documentairemaker en presentatrice over haar leven schreef en dat in het najaar van 2023 verscheen, beschrijft ze een scène bij haar psycholoog, die haar vraagt welke thee ze wil. Ik vind alles lekker, zegt ze. En als haar psycholoog aandringt op een keuze, zegt ze: „Van welke heb je nog het meeste staan?”

Linda Hakeboom schreef Alleen nog vandaag nadat zij vier jaar geleden borstkanker kreeg, waarover zij ook een documentairereeks maakte voor Linda. Het boek gaat over de impact van die diagnose, maar ook over hoe die ervoor zorgde dat ze haar ingewikkelde verleden ineens in een ander licht kon zien. En hoe ze ook het heden over een andere manier ging bekijken – heel letterlijk. „Ik weet nog dat ik in de auto zat terwijl de dokter het slechte nieuws gaf aan de telefoon. De bomen zagen er ineens anders uit: groener, preciezer, mooier.”

Het was in die tijd alsof het „schild” dat haar moeilijke jeugd haar had gegeven, ineens van haar afviel. Het was aanvankelijk onzeker of Hakeboom de ziekte zou overleven. „Met de dood in zicht voelde het ineens zo nutteloos om nog met mijn vroeger bezig te zijn. Volautomatisch kwam er enorm veel lucht in mijn leven.”

Je bent nu twee jaar kankervrij. Zijn de bomen nog steeds zo groen?

„Eerlijk: het wordt wel weer een beetje minder.”

Ja?

„In de tijd dat ik niet wist of het goed zou komen, ging mijn brein op een andere manier werken. Zo van: laten we alles nog maar even heel goed meemaken, want voor hetzelfde geld zijn we er binnenkort niet meer. Naarmate het vertrouwen in mijn leven terugkomt, zie ik dat het normale soms weer binnenwandelt. Ik kan me weer wat drukker maken als iemand asociaal is op de weg, bijvoorbeeld. Voel me soms weer gestrest. Maar ik denk wel dat ik blijvend veranderd ben. Dat ik dingen meer kan relativeren.”

Foto’s Frank Ruiter

Toen Linda Hakeboom nog maar net beter was, begon ze samen met haar partner Rolf Hartogensis aan een documentaire over zangeres Stien den Hollander. Ze volgde de zangeres in de aanloop naar het Songfestival in 2022, waar ze in het lied ‘De Diepte’ onder meer haar ingewikkelde jeugd bezingt. Enerzijds heeft Stien haar verleden achter zich gelaten, maar anderzijds zit ze nog midden in de gevolgen van haar jeugd. Ze voelt zich alleen, en heeft moeite met de aandacht die mensen, bijvoorbeeld journalisten, van haar willen.

Stien heeft net als jij een complex verleden. Wilde je daarom een documentaire over haar maken?

„Ik herken het proces waar zij nu in zit heel erg. Ik ben natuurlijk een stukje ouder dan Stien. Ik ben al weer wat door meer dingen heen gegaan. Maar voor een heel groot deel herken ik mezelf op die leeftijd.”

Wat herken je precies?

„Wat het met je kan doen als je niet helemaal veilig opgroeit. De consequenties die dat in je volwassen leven kan hebben. Het voelde voor mij lange tijd alsof de tentakels die me in mijn jeugd vasthielden nog steeds naar me grepen. Het heeft zo ongelooflijk veel moeite gekost om ze van me af te schudden. Ik heb zelf die hele worsteling meegemaakt.”

Welke worsteling maakte jij mee?

„,Als kind heb je gewoon het leven dat voor jou wordt bepaald. Daar moet je het mee doen. Maar op een gegeven moment ga je je eigen leven opbouwen. Stien is nu haar eigen wereld aan het vormgeven met mensen die ze zelf heeft gekozen. Ik was een ontzettende workaholic in die tijd. Ik heb net gedaan alsof het allemaal niet bestond. Het gewoon heel diep weggestopt. Het leek heel goed met mij te gaan. Ik ging na mijn studie journalistiek aan de slag voor het tv-programma Rambam. Kwam op tv. Iedereen dacht: wauw, wat doet zij veel. Toen ging ik documentaires maken. Over Douwe Bob en Jett Rebel. Nou, dat ging ook allemaal weer heel goed. Ik merkte dat mensen dachten: wat een zondagskind is dat. Nou, echt niet. En zo zie ik mensen ook naar Stien kijken. Zo van, wat een geweldig leven. Maar ik zie dat ze veel met zich meetorst.”

Hoe voelt dat, als die ‘tentakels’ van het verleden je nog proberen te grijpen?

„Het is een soort donkerte. Alle angsten die ik heb opgebouwd in mijn jeugd waren er lange tijd nog. Al het verdriet. Alle afwijzingen en alle onzekerheid en alle onveiligheid die mijn vader me gaf.”

Als kind heb je gewoon het leven dat voor jou wordt bepaald. Daar moet je het mee doen

Je vader was een heel grillige en onzekere man, en in je boek schrijf je dat je altijd op zoek was naar wat hem tevreden zou stellen.

„Ik heb in mijn jeugd niet geleerd om te weten wat ik zelf wil. Wat ik belangrijk vind en waar ik me goed bij voel. Ik wilde vooral weten wat hij nodig had, zodat hij niet boos werd. Dus toen ik mijn eigen leven kreeg, was ik gewoon gewend om continu te pleasen. Ik ging naar ieder feestje omdat ik dacht dat mensen me anders niet meer als vriend zouden willen. Dat kwam voort uit een diepe onzekerheid.”

Als mensen je in die tijd naar je jeugd vroegen, wat vertelde je ze daar dan over?

„Ik had een standaardzinnetje: ‘Ik heb geen contact meer met mijn vader, en dat is helemaal oké.’ Ik wilde dat niemand verder zou vragen. Zelfs mijn vriend, met wie ik nu al achttien jaar samen ben, heb ik er heel lang vrijwel niks over verteld.”

Jouw documentaires over getroebleerde bekende mensen zoals Douwe Bob en Stien laten zien dat een succesvolle buitenkant niets vertelt over de binnenkant, of over het verleden.

„Als je in je jeugd het gevoel hebt gehad dat je er niet bij hoort, is het best wel een logische reflex om dan zelf maar op het podium te gaan staan. Ze hebben de drang om iets te doen wat ze ontzettend eng vinden. Daarom vind ik artiesten interessant. Waarom staan ze daar? Heel veel artiesten hebben dit soort verhalen.

Foto’s Frank Ruiter

„We hebben geen idee wat er bij de ander onder de motorkap speelt. Laten we met z’n allen leren dat iedereen zich eigenlijk de hele dag kwetsbaar voelt. Bij mij uitte die kwetsbaarheid zich soms uit in hardheid. Als ik zelf verdrietig was, kon dat ervoor zorgen dat ik naar een ander ging schoppen.”

Is een onveilige jeugd altijd een excuus voor onwenselijk gedrag in het heden?

„Dat vind ik een ingewikkelde vraag. Ik sta wel zo in het leven. Bij iedereen die heftig gedrag vertoont, probeer ik te bedenken waar het vandaan komt. Ik denk dat niemand ervoor kiest om een asshole te zijn, maar wel dat iemand zich door ervaringen gedwongen voelt om een klootzak te zijn. Het maakt het gedrag niet goed, maar het is wel verzachtend om er op zo’n manier naar te kunnen kijken.

„Zo probeer ik mijn vader ook te zien. Het houdt de schuld bij iedereen vandaan. Mijn vader groeide op als jongste in een heel groot gezin, er was weinig aandacht voor hem. Hij is in boosheid blijven hangen. Dat wil ik niet meer. Ik los het op door juist de zachtheid op te zoeken.”

Niemand kiest ervoor een asshole te zijn, maar kan zich gedwongen voelen een klootzak te zijn

Maar je hebt geen contact meer met je vader.

„Toen we tieners waren zei hij tijdens een etentje tegen mij en mijn broer dat hij ons niet meer wilde zien. Dat is lang zo geweest. Later hebben we het nog weleens geprobeerd, maar het contact heeft nooit doorgezet. Mijn moeder en ik hebben altijd een goede band gehad.”

Je ziekte heeft je geholpen om een mildere houding aan te nemen, maar je had waarschijnlijk liever geen borstkanker gehad.

„Eerlijk gezegd weet ik dat niet. Ik vind het bizar om het zo uit te spreken. Het was zo bevrijdend. Mijn jeugd was erg, maar doodgaan zou veel erger zijn. Maar ik kon door de ziekte mijn verleden loslaten. De boosheid en de stress die ik door mijn jeugd voelde zakte weg.”

In je boek beschrijf je ook dat je gepest werd in je tienertijd. Meisjes van wie je dacht dat het vriendinnen waren, negeerden je tijdens een gezamenlijke tienervakantie op Terschelling. Andere schoolgenoten deden onaardig tegen je. Waar kwam dat uit voort?

„Ik had vroeger heel sterk een houding van: met mij is niets aan de hand. Ik wilde niet dat mensen zagen dat het niet goed met me ging. Ik deed stoere dingen. Ging al jong uit, naar clubs en concerten. Mij kon je niks maken. Die houding wekt denk ik irritatie op bij anderen. Dat snap ik ook.”

Heb je iets gehoord van de pesters, nadat je boek verscheen?

„Nee. Maar wel van iemand die mij in die tijd ook kende. Die zei: jij was altijd heel brutaal. Ik wist niet wat ik las. Jijhoorde in mijn ogen juist bij de populaire mensen.”

Wie had er gelijk? Was je populair, of werd je gepest?

„Het was denk ik allebei waar.”

Heb je je onveilige jeugd door je ziekte helemaal achter je kunnen laten?

„Die woorden zou ik niet gebruiken. Maar ik kan er nu wel met heel veel rust naar kijken en mezelf een beetje troosten: wat rot dat je dat allemaal hebt meegemaakt.’’ Even later: „De wereld is gewoon een magische plek. Mijn verwondering is terug. De verwondering die ik als klein kind kon voelen als ik op mijn hurken in de tuin zat en een kevertje zag lopen. Dat raak je zo makkelijk kwijt als je ouder wordt. Dan gaan de zorgen van volwassen zijn alles overheersen. Maar nu: iedere voorjaar komen er knoppen aan de bomen, en ik vind dat weer zo geweldig. Ik stuiter van geluk als ik in het Vondelpark rondloop, echt waar.”

De documentaire S10 – Dat het goed blijft gaan met mij wordt vanaf 20 mei uitgezonden door de EO op NPO Start, en op 23 mei op NPO 3.