Column | Verontwaardiging

Voor Joost Klein geen finale, en daarmee ook geen kansen voor Nederland songfestivalland. Je moet er niet aan denken dat het met het Nederlands elftal was gebeurd, vlak voor de finale van het EK voetbal. De binnensteden in de Randstad zouden er geblakerd bijliggen, de straatstenen rondvliegen en de politie zou flink chargeren. Ik ga er maar vanuit dat hardcore Songfestivalliefhebbers iets minder snel naar de ammoniak grijpen, maar misschien grijp ik nu zelf naar een schandelijk stereotype.

Verontwaardiging is een mobiliserende emotie; het is een fysieke sensatie, je moet en zal er uiting aan geven en wel onmiddellijk. Het lijkt zo’n waarachtig sentiment dat alle gewone, praktische bezwaren aan de kant worden geschoven. Selectieve verontwaardiging is een pleonasme, legde de Amsterdamse socioloog Joop Goudsblom al uit, want de verontwaardiging selecteert uit talloos veel mogelijkheden. Het werd dit keer: Israël.

Die vliegende stenen in de Amsterdamse binnenstad van de afgelopen week hadden trouwens veel betere geloofsbrieven dan die van voetbalhooligans of songfestival-gedupeerden ooit zullen hebben.

Gaza, bezetting, zionisme, genocide, apartheid, vestigingskolonialisme: hoge woorden die je om de oren vlogen. Is de verontwaardiging van de protesterende studenten en docenten daarom ook hoogstaander? Niet per se. Is die gespeeld? Nee, waarschijnlijk diep doorvoeld, al zullen er zij-instromers afkomen op de geur van sensatie en geweld. Het onderscheid tussen ‘echte’ demonstranten en relschoppers is leuk bedacht, maar onwerkbaar in de praktijk. De staat van verontwaardiging vervult alle deelnemers van een heilige, grensoverschrijdende toorn. Het binaire systeem, waar voltijdsstudenten Genderstudies gewoonlijk van gruwen, doet nu voluit zijn werk: 0 of 1, ja of nee. Hebben die actievoerders dan geen punt? Natuurlijk hebben ze dat, wel een stuk of tien, en die kunnen best tegenstrijdig zijn. ‘Queers for Palestine.’ Hamas schuddebuikt nog steeds. Eenheid in verscheidenheid, maar in de protestpraktijk sneuvelt de verscheidenheid en is eenheid verplicht. De middenweg is afgesloten.

De vergelding van het Israëlische leger na de Hamas-terreur was legitiem, maar de massaslachting die volgde en nog steeds voortduurt vraagt om protest, wil het internationale rechtssysteem enigszins overeind blijven. Maar nu dit: hoe noodzakelijk is het de oorlog van daar naar hier te halen?

Die ‘Tweestatenoplossing’ voor het Israëlisch-Palestijnse conflict bestaat op papier al sinds 1947, en papier is geduldig. De rest van de actievoerende wereld heeft nu gekozen voor de ‘Tweekampenoplossing’ in eigen land. Pro-Palestina of pro-Israël, dat zijn de smaken. Interne, universitaire burgeroorlogen. Vriendengroepen gespleten. Nederlandse Joden bedreigd.

De oorlog beëindigen door het vermenigvuldigen van die oorlog? Che Guevara riep al: „One, two, many Vietnams.” Dat dreigt nu op een aantal fronten aardig te lukken.

Stephan Sanders schrijft elke maandag op deze plek een column.