Teleurgesteld, nee, kwáád! Dat is de groep meisjes met witte I love Joost-shirts, die al meer dan een uur van tevoren voor de ingang staat van de Europaparty. Tijdens dit feest, op het Oldehoofsterkerkhof in Leeuwarden, zou het optreden van Joost Klein tijdens de finale op het Eurovisie Songfestival aan zo’n achtduizend trotse mensen op een groot scherm getoond worden.
En vanuit hier moest Nikkie de Jager de Nederlandse jurypunten uitdelen. Maar eerder die dag werd Klein gediskwalificeerd door de European Broadcasting Union (EBU). Hij zou een „dreigende beweging” hebben gemaakt naar een vrouwelijke journalist. Wat een groot feest rondom Klein had moeten worden, veranderde in een avond vol onbegrip en woede naar de EBU.
„Heel overdreven”, noemt Merle van der Heide – een van de meisjes in de I love Joost-shirts – het besluit van de EBU. Dat ze hier vanavond tóch is, doet ze vooral om Joost te steunen. En voor de vrienden van Klein die hier vanavond optreden. De zon op het plein hangt laag aan de hemel, waardoor alleen het silhouet van de iconische scheve Oldehove-toren te zien is. Achter de hekken testen technici alvast de rookmachines. Een aantal eettentjes staan klaar.
Heeft dit feest nog wel zin nu Klein niet meer meedoet? Ja, zegt Sipke Jan Bousema van de organisatie in de Vipruimte. „Ik vergelijk het met de Elfstedentocht. Als een Fries vlak voor de finish zou struikelen, dan helpen we diegene overeind, maar we juichen ook voor de winnaar. Het Songfestival is een liedjeswedstijd.”
Zonder Joost, in Malmö en Friesland
Toch was de avond zeker anders geweest als Klein wel op dat podium in Zweden had gestaan. „De aanleiding van dit feest was de Songfestival-droom van Joost. Die is uit elkaar gespat. Maar ik hoop dat we toch een fractie kunnen laten zien van wat eigenlijk de bedoeling was.” De organisatie van Europaparty had Klein overigens uitgenodigd om vanavond in Friesland, zijn geboorteplaats, te komen zingen. Maar hij besloot niet te komen.
De eerste toeschouwers stromen naar binnen. Europarty begint met een aantal optredens. ‘Justice for Joost’ staat op een klein kartonnen bordje op de DJ-set. En ‘Free-Joost’ roept het opvallend jonge publiek in opdracht van rappers Brunzyn X Bokoedro. Hun laatste ‘poekoe’ (straattaal voor liedje) is een „leuke mix’” van Kleins songfestival nummer Europapa. Het publiek danst en raast mee. Kinderen springen.
Misschien zorgt de situatie juist wel voor éxtra support voor Klein. Naast het podium, achter een houten tafel, verkopen twee jonge vrijwilligers blauwe en witte T-shirts met daarop Europapa. De verkoop van de shirts gaat opvallend goed, zegt Lisanne, die vooral hoopt dat de sfeer vanavond vredig blijft. Ze hebben er al tientallen shirts verkocht, zegt ze. Jasmijn, met in zwarte letters ‘Joost’ op haar wang, vindt het belachelijk dat Israël wel mee mag doen en Joost niet.
Dat de avond in Leeuwarden ook politiek geladen is, wordt al gauw duidelijk. De twee rappers staan op het podium zonder shirt „omdat een bepaald shirt niet mocht”, zegt Brunzyn, verwijzend naar de Gaza-oorlog. Op het plein maakt de zon plaats voor felle lampen. Het is negen uur en het Songfestival begint. Nederland, die nummer vijf had moeten zijn, ontbreekt tijdens de vlaggenparade. Waar veel gejuich had moeten worden, klinkt nu juist veel boegeroep. Inmiddels is bijna een derde van het plein gevuld.
Israël en MeToo
Voor sommigen zorgt het hele gedoe rondom Klein voor fijne afleiding. Terwijl de toeschouwers joelen en middelvingers in de lucht steken zodra Israël aan de beurt is, stapt André, een man met pet van middelbare leeftijd, juist op een tafel om met de Israëlische vlag te zwaaien en om op zijn vingers te fluiten. André is geboren in Amsterdam-Zuid en heeft een Joodse afkomst. Vanwege het gevoelige onderwerp wil hij niet met achternaam in de krant. „Ik ben blij dat dit gedoe rondom Joost nu even niets met Israël te maken heeft. Niet iedereen met Joodse afkomst is hetzelfde. Ik wil ook geen oorlog. Ik kom hier voor een muziekfestival en ben trots op de muziek. De jongeren die hier staan weten niet waar ze het over hebben. Als hun opa’s en oma’s dit zouden zien, zouden ze zich omdraaien in hun graf.” André wordt met zijn vlag veel aangestaard en er worden dingen naar hem geroepen, „maar ik ben een grote jongen.”
Even verderop halen technici op een hoog podium lampen en kabels naar beneden en zetten felle tv-lampen uit. Vanaf dit podium had De Jager punten moeten verdelen. Als reactie op het besluit van de EBU besloot zij dit op het laatste nippertje niet te doen.
Was de avond anders gelopen als Klein vrouw was? Had het EBU dan een ander oordeel geveld? Misschien wel, zegt Klein-fan Martine Hollenberg. „De media en het EBU hebben de MeToo-kaart gebruikt door zo te benadrukken dat het om een vrouwelijke journalist ging. Als Klein een vrouw was geweest, hadden ze dat niet kunnen doen”. Haar vakantievriend en ook een echte Klein-fan denk juist van niet. „Het EBU vond Joost sowieso al irritant denk ik. Bijvoorbeeld door hoe hij omging met Israël. Bijvoorbeeld toen hij zicht bemoeide met een vraag van de journalist aan de Israëlische zangeres Eden Golan of toen hij met vlag over zijn hoofd ging zitten.”
Inmiddels is het zo laat dat de geprojecteerde letters op de Oldehove-toren goed zichtbaar worden in het donker. ‘Bin ein Friesenjung’, staat er. Dat is een nummer van Joost, zeggen Martine Hollenberg en Roy. Ze gaan regelmatig naar zijn concerten. Al een half jaar geleden boekten ze hun hotel voor vanavond. Dat ze hun idool nu niet kunnen zien maakt ze ‘super sad’, wil ze maar zeggen met de twee stickers op haar witte shirt: Joost Klein en Big Tears.