Om de vrede te bewaren zijn er meer ijzervreters nodig, schrijft Rob de Wijk in zijn nieuwe boek

Het is inmiddels een kleine traditie onder bezoekers van de Eindejaarsshow van de succesvolle podcast Boekestijn & De Wijk: bingokaarten mee naar het theater! Het kost trouwe luisteraars meestal niet veel moeite om oneliners af te vinken als: ‘Hoe vaak hebben we dit wel niet voorspeld?’ en: ‘Om dat te voorspellen hoef je geen genie te zijn’.

Wie Het nieuwe IJzeren Gordijn leest, heeft zo’n bingokaart ook gauw vol. In zijn nieuwste boek beschrijft Rob de Wijk (1954) – emeritus hoogleraar internationale betrekkingen, oprichter van het The Hague Centre for Strategic Studies en sinds de Russische inval in Oekraïne alomtegenwoordig commentator in de media – de geopolitieke Werdegang van Europa vanaf de val van het oude IJzeren Gordijn in 1989 tot de door hem gesignaleerde oprichting van een nieuw IJzeren Gordijn, die in volle gang is aan de oostgrens van de Europese Unie.

Tijdens die decennia behoorde De Wijk tot de geopolitieke inner circle en leverde hij advies aan beleidsmakers. Dat zal de lezer niet ontgaan. En wie destijds een andere mening was toegedaan, met name waar het gaat over de dossiers Srebrenica en Afghanistan, krijgt dat in dit boek nog eens te horen. Het betoog heeft dat echter niet nodig. De Wijk is een expert – of je het nu met hem eens bent of niet – en dat hoeft hij niet om de paar bladzijden te illustreren.

De grote kennis van De Wijk vereist ook veel kennis van de lezer, die veel begrippen, gebeurtenissen en wapensystemen zonder nadere uitleg of context over zich uitgestort krijgt. Zo komt bijvoorbeeld de post-Sovjetgeschiedenis van Oekraïne en Georgië, met ‘kleurenrevoluties’, ‘etnische Russen’ en NAVO-ambities, in kleine brokjes voorbij. Soms gaat De Wijk ook te kort door de bocht. Bij de Russische geschiedenis en ideologie bijvoorbeeld, waar ‘Poetin’ en ‘Rusland’ inwisselbaar zouden zijn. Andere experts, beleidsmakers en ook luisteraars van de podcast – en dat zijn er nog al wat – zullen veel bekende dingen lezen. Maar een redacteur die af en toe wat meer vraagtekens in de kantlijn had gezet, had een breder publiek een dienst kunnen bewijzen.

Want De Wijk heeft wel gewoon een goed verhaal dat een veel breder publiek verdient dan alleen experts en beleidsmakers, zeker met de Europese verkiezingen in het vooruitzicht. Als voorstander van ‘machtspolitiek’ zag hij met lede ogen aan hoe het Westen – Europa in het bijzonder – die denkwijze na de ‘overwinning’ in de Koude Oorlog opgelucht opborg in een doos op zolder. Europa waande zich veilig onder de Amerikaanse atoomparaplu en verwaarloosde zijn defensie, bouwde de welvaartsstaat verder uit en liet zijn buitenlandbeleid leiden door morele overwegingen.

Soldaten als sociaal werkers

De bescherming van de eigen belangen maakte plaats voor de export van waarden. In vredesmissies werden ‘soldaten als sociaal werkers’ ingezet. Volgens De Wijk hebben dergelijke missies alleen kans van slagen als het vitale belang – bijvoorbeeld de eigen veiligheid of olie – op het spel staat. ‘Daarom draaien de meeste operaties die om humanitaire redenen zijn gestart op een mislukking uit’, aldus de Wijk, waarbij hij als ‘realist’ ook stelt dat ‘idealisten’ onrealistische verwachtingen hebben. ‘Decennia van vredes- en stabilisatieoperaties zijn met drie woorden samen te vatten: zelfoverschatting, wensdenken en ideologie’, concludeert De Wijk.

Aan het eind van het liedje was het Westen altijd terug bij af, maar ondertussen verzuurden de relaties met grote delen van de niet-Westerse wereld. Interventies in Kosovo, Irak en Libië brachten het verwijt van westerse hypocrisie. Rusland en China liepen vervolgens voorop bij pleidooien voor een nieuwe wereldorde, niet langer gedomineerd door landen ‘die overal interveniëren, de soevereiniteit van andere landen negeren, hun waarden willen opleggen en er zo een zooitje van maken’.

Buiten Europa bleef het machtsdenken springlevend. Vladimir Poetin en Xi Jinping kwamen volgens De Wijk op 4 februari 2022 in Beijing met een duidelijke boodschap: ‘Amerika en zijn vazallen in Europa moesten een toontje lager zingen’. Poetins perceptie van het Westen was daarbij cruciaal voor zijn besluit om Oekraïne binnen te vallen: ‘Door de slappe reacties op de annexatie van de Krim, de chaotische terugtrekking uit Kaboel in augustus 2021 en alle andere mislukte westerse avonturen is het niet vreemd dat Poetins kosten-batenanalyse in het voordeel van een invasie uitpakte.’

De eerste Europese reactie was ‘idealistische’ morele verontwaardiging, maar De Wijk stelt tevreden vast dat Europese politici eindelijk het ‘realistische’ machtsdenken opnieuw hebben omarmd en hun vitale belangen verdedigen. Zo schrijft hij over aardgas: ‘Europa kwam voor een onaangenaam dilemma te staan: vasthouden aan morele politiek en geen schaliegas of gas van autocraten afnemen, of de eigen economie en bevolking op de eerste plaats zetten. Dat laatste gebeurde.’

Gereanimeerde NAVO

In 2019 noemde de Franse president Emmanuel Macron de NAVO nog ‘hersendood’, maar Poetin heeft de alliantie gereanimeerd met zijn oorlog tegen ‘het Westen’. Immers: niets verenigt zo sterk als een gemeenschappelijke vijand. Ook de EU heeft stappen gezet. Of zoals De Wijk zegt: ‘Het postmoderne Europa begon langzaam uit zijn strategische winterslaap te ontwaken’. Met de European Peace Facility, die een centrale rol speelt in wapenleveranties aan Oekraïne, werd de EU in één klap een militaire speler. De Europese Commissie nam maatregelen om de Europese defensie-industrie te versterken, onder meer door de regie naar zich toe te trekken.

Maar er is meer nodig om ervoor te zorgen dat de EU een speler in plaats van een speelbal wordt in de ‘wereldwanorde’ die Poetin en Xi inmiddels hebben gecreëerd. De Wijk is een oude ijzervreter, die terecht concludeert dat er meer ijzervreters nodig zijn. Ten aanzien van Rusland grijpt hij voor de toekomst terug op Koude Oorlog-concepten als containment en afschrikking. Met het aloude adagium ‘si vis pacem, para bellum’ (wie vrede wil, bereidt zich voor op oorlog) in het achterhoofd sluit hij zijn boek af met maar liefst vijftien grote stappen die Europese regeringsleiders in zijn ogen zouden moeten zetten.

De Wijk is optimistisch dat ze dat ook daadwerkelijk gaan doen, want als de dreiging toeneemt zal de wal het schip keren. Of: ‘Aanpassing is geen keuze, maar wordt afgedwongen door de feiten.’ Isolationisme is in ieder geval geen optie voor de EU-lidstaten. Europese samenwerking is cruciaal om onze welvaart en veiligheid te beschermen. Het vereist moedige politici die in staat en bereid zijn om dat verhaal te vertellen. Het nieuwe IJzeren Gordijn is wat dat betreft verplichte kost voor de formatietafel.


Lees ook
deze recensie van het China-boek van Rob de Wijk

Kruispunt in Beijing, begin dit jaar.