Nadia Terranova schreef een roman over kindermishandeling en seksisme op Sicilië

‘Dat is hoe ze ons noemden: evacués. We wisten nog niet wie we waren, we waren nog maar net begonnen levend te zijn en meteen waren we al een probleem.’ Aan het woord zouden overlevenden kunnen zijn van een ramp anno nu, maar we gaan meer dan honderd jaar terug in de tijd. Op 28 december 1908 vond een van de zwaarste aardbevingen van de twintigste eeuw in Europa plaats, die beide zijden trof van de Straat van Messina, het water tussen Sicilië en het Italiaanse vasteland. In de Siciliaanse stad Messina stond bijna geen gebouw meer overeind en het aantal slachtoffers oversteeg de 100.000. De Siciliaanse schrijver Nadia Terranova (1978) nam de aardbeving als historisch uitgangspunt voor haar derde roman De nacht beeft. Maar na de verwoestende beving houdt het waarheidsgetrouwe gedeelte op, want het verhaal van de overlevenden is pure fictie.

Maar wel van de bijzondere soort, want alle problemen van toen, voor en na de ramp, staan symbool voor problemen waar we nu nog steeds mee te maken hebben. Seksisme, kindermishandeling en ongewenste zwangerschap – in De nacht beeft komt het allemaal voor. Datzelfde geldt voor de evacués van toen en die van nu: ook toen hoorde men stemmen onder het puin, kwamen er internationale hulptroepen aangesneld en ontstond er uiteindelijk bij de overlevenden de ‘zucht naar wederopbouw’ van het weggevaagde land.

Terranova vertelt het verhaal vanuit de negentienjarige Barbara, die op het moment van de beving in Messina bij haar grootmoeder logeert om haar strenge vader te ontvluchten. Ze is een leergierig dorpsmeisje dat van haar vader lezen noch studeren mag, terwijl ze ambities in beide heeft. Barbara overleeft de ramp en moet zich heroriënteren in haar zoektocht vrij te zijn.

Aan de andere kant van de Straat, in Reggio Calabria, woont de tweede hoofdpersoon van Terranova’s roman: de elfjarige Nicola. Een ondernemend jongetje dat kort gehouden wordt door een moeder die lijdt in haar slechte huwelijk. Ook hij zou willen ontsnappen aan zijn ouders omdat hij ’s nachts wordt opgesloten in de kelder. Hij overleeft de ramp als enige van het gezin en wanneer hij met 22 kinderen in de parochiekerk wordt opgevangen, vraagt hij zich af of je met 22 kinderen niet gewoon een nieuw volk kunt beginnen. Maar zijn stem heeft het begeven en hij kan het niet aan de andere kinderen voorleggen.

Een jongetje dat niet meer kan praten na een aardbeving, kwam overigens al eerder voor in het werk van Terranova. In haar kinderboek Casca il mondo (2016), waarin ‘de wereld valt’, kon de kleine Oscar na een aardbeving van schrik ook al geen woord meer uitbrengen. Dat gegeven wordt nu verder uitgewerkt in het personage van Nicola, zo lijkt het.

De twee hoofdpersonen Barbara en Nicola zullen elkaar per toeval ontmoeten in Messina, wanneer Nicola als verstekeling naar de overkant van de Straat is gekomen. Maar daar lijkt het vooralsnog bij te blijven.

Noordoostenwind

In De nacht beeft beschrijft Terranova innemend en overtuigend tot in detail de gevoelens van verlatenheid en de totale misère waarin de overlevenden zich bevinden; hoe Nicola kleren en bezittingen uit huizen steelt om uit te delen of desnoods te ruilen tegen water. Hoe Barbara bij de nonnen onderdak vindt en daar het liefst wil blijven. De hoofdstukken spelen zich afwisselend af voor en na de ramp. Lange, muzikale zinnen die zo tot de verbeelding spreken dat je gemakkelijk begrijpt waarom Barbara’s sleutels vroeger nooit deden wat ze moesten doen: ‘’s Zomers wilden ze niet passen in de sleutelgaten die door de hitte waren uitgezet, ’s winters verroestten ze in de vochtige, zilte lucht, en wanneer de noordoostenwind aan de deuren en de luiken schudde werden de grendels vervormd door de drukkende hitte, zweetten de deurkettingen en zwollen ze op door de tegengestelde stromingen.’ Het zijn kleine ongemakken die haar wil om te vluchten versterken.

Voor medeleven met haar personages maakt Terranova nauwelijks plaats in de roman, voor magie en bijgeloof des te meer. Vertaler Etta Maris heeft gevoel voor de stijl van Terranova: droog geheimzinnig in de uitleg van de tarotkaarten, waar elk hoofdstuk mee begint, en dan weer vrijer in de loop van het verhaal. Zo begint het derde hoofdstuk met de kaart ‘De Duivel’ cryptisch over ‘de metafysica van het kwaad’ en ‘slaaf worden van een monsterlijke entiteit’, om daarna met het eigenlijke verhaal verder te gaan dat verre van droog of raadselachtig is. Nicola moet met zijn moeder (probleem: zwaar overspannen) mee naar de kaartlezeres (‘Zijn vader en ik houden meer van hem dan van wat dan ook, maar Nicola begrijpt dat niet, de wereld is vol gevaren, hij weet dat niet, hij denkt dat hij in zijn eentje kan rondlopen’). Of mevrouw niet eens een kaart voor haar wil leggen. Wanneer die de Duivel trekt is het voor de moeder duidelijk: de duivel wil Nicola komen halen. De kaartlezeres krijgt niet de kans de kaart uit te leggen. Nicola’s vrijheid wordt aan banden gelegd. De emotionele verwaarlozing en mishandeling die daarop volgen, worden abrupt verbroken door de aardbeving. Doordat Terranova steeds in flashbacks terugkeert naar de jeugd van haar hoofdpersonen, begrijp je hoe ‘nieuw’ ze in het leven staan: bevrijd van de dwingende vader (Barbara) en bevrijd van de gestoorde moeder (Nicola).

Kijkersrecords

Het bewust aankaarten van actuele problemen vanuit een historische setting, zoals Terranova doet, zag ik tegelijkertijd in de indrukwekkende film C’è ancora domani van de Italiaanse regisseur en hoofdrolspeler Paola Cortellesi. In de zeer muzikale, zwarte komedie – die vorig jaar in Italië alle kijkersrecords verbrak en nu in Nederland is te zien – plaatst ook Cortellesi het actuele thema van vrouwenmishandeling in het huwelijk in een historisch kader. Het gebeurde net na de oorlog, maar het speelt nu nog steeds. En in het boek: het gebeurde in de vorige eeuw, maar vrouwenmishandeling en seksisme zijn voortdurend belangrijke thema’s in Italië. De vrouwen lijken zich eerst bij hun lot neer te leggen, verontschuldigen zich bijna. In het boek verwijt Barbara zichzelf haar grootmoeder niet gered te hebben en menig gevaar zelf te hebben opgezocht. In de film legt Delia zich neer bij de klappen van haar man omdat hij getraumatiseerd zou zijn door de oorlog, en gebeurde dit niet in alle gezinnen?

In zowel de film als het boek zijn het uiteindelijk vrouwen die met elkaar naar een oplossing zoeken. Het zijn, zoals Barbara ze graag noemt, ‘rebelse heldinnen’ die zich onttrekken aan het lot dat voor hen is geschreven.

Dat problemen als seksisme, verkrachting en kinderverwaarlozing worden aangekaart is terecht omdat ze nog steeds bestaan en te lang veronachtzaamd zijn. Vrouwen met een ‘vrije geest’ als Barbara en Delia vragen in deze culturele voltreffers om uw aandacht.