Staking benzinepomphouders is eerste protest tegen regering-Meloni

Italië In Italië zijn de uitbaters van tankstations bezig aan een tweedaagse staking. Ze pikken het niet dat ze van prijsspeculatie worden beschuldigd.

Een bord dat klanten informeert over de staking bij een gesloten benzinestation in Rome.
Een bord dat klanten informeert over de staking bij een gesloten benzinestation in Rome.

Foto Guglielmo Mangiapane/Reuters

Zeker tot donderdagavond moeten automobilisten in Italië in het achterhoofd houden dat ze op een gesloten tankstation kunnen stuiten. Dinsdag stonden er al lange rijen voor de benzinepompen in Rome, om de tank nog snel vol te gooien.

De vakbonden van de tankstations hebben een tweedaagse nationale staking uitgeroepen, voor woensdag en donderdag, al is niet iedereen van plan om het zo lang vol te houden en blijft er een aantal tankstations in elk geval open, omdat de essentiële dienstverlening moet worden gegarandeerd. Tanken is dezer dagen dus een beetje moeilijker in Italië, maar ook weer niet helemaal onmogelijk.

Wittebroodsweken

Hoewel het protest lang niet zo groot is als het recente protest in Frankrijk tegen de regering-Macron, lijken de wittebroodsweken van de nieuwe premier Giorgia Meloni hiermee wel achter de rug. De staking is het eerste protest tegen haar regering, die aantrad op 22 oktober, en komt bovendien van een beroepsgroep die haar rechtse bestuur nochtans goed gezind was.


Lees ook deze reportage van afgelopen najaar: Alle lagen van de Franse samenleving staan met een lege tank

De uitbaters van de tankstations zijn boos omdat ze het gevoel krijgen dat hun prijsspeculatie wordt aangewreven. Daarbij verzetten ze zich tegen de verplichting om de gemiddelde brandstofprijs te tonen, naast de werkelijke prijs die de klanten betalen aan hun pomp. Wie die gemiddelde, door de overheid berekende prijs niet nadrukkelijk vermeldt aan zijn pomp, loopt het risico op een boete.

Accijnzen

De regering-Meloni wil op deze manier meer prijstransparantie creëren. Brandstof in Italië is onlangs weer duurder geworden, nadat de regering-Meloni eind vorig jaar een tijdelijke accijnzenverlaging had teruggedraaid. In een videopraatje voor de Italiaanse bevolking legde Meloni uit dat ze tijdens haar verkiezingscampagne nooit zou hebben beloofd om de accijnzen op brandstof te verlagen, hoewel dat in het verkiezingsprogramma van haar radicaal-rechtse partij Broeders van Italië wel degelijk zo stond vermeld.

Toen de accijnzen weer stegen, gingen ook de prijzen aan de pomp omhoog. De pomphouders zeggen dat zij die prijs niet zelf bepalen, maar dat dit door hun leveranciers gebeurt, en dat zij als uitbaters van het tankstation een vaste marge per verkochte liter brandstof krijgen. Een lagere brandstofprijs, aldus de vakbonden van de pomphouders, is dus ook in hun eigen belang. Immers, hoe lager de prijs, des te meer brandstof zij zullen verkopen, en des te hoger hun inkomen, luidt de redenering.

Op 8 februari staat er een nieuw overleg gepland tussen de Italiaanse regering en de vakbonden van de pomphouders.