De haven van Shëngjin, een kustplaatsje in het noorden van Albanië, ligt er wat ingeslapen bij. In de kleine baai zijn een tiental vissers aan de slag. „Wij hebben enkel de zee om te overleven”, zegt Elton Hysenai (46), een visser met een door weer en wind gegroefd gezicht. Samen met zijn vrouw Griselda (38) ontwart hij een groot vissersnet, dat zij netjes opgerold terug in een bootje legt. Van het migratieakkoord tussen hun land en het naburige Italië hebben ze wel gehoord, maar het fijne ervan weten ze er niet van. „Hopelijk willen die migranten hier straks niet blijven, want wij zijn doodarm en er is hier al zo weinig werk”, zegt de visser.
Begin november verrasten de Italiaanse radicaal-rechtse premier Giorgia Meloni en haar Albanese socialistische ambtgenoot Edi Rama vriend en vijand met de triomfantelijke aankondiging van een vers migratie-akkoord. „Voor Italië is zijn geografische ligging een vloek. Wie binnenraakt, is in de EU”, zei Rama. Als straks opnieuw boten met migranten naar de Zuid-Italiaanse kust varen, zal de Italiaanse kustwacht hen niet naar de meest nabije haven brengen, maar naar Shëngjin – buiten de EU.
Lees ook
Meloni’s asielakkoord met Albanië verrast de Europese Commissie
Shëngjin trekt vakantiegangers uit Duitsland, Polen en Noord-Macedonië, maar veruit de meeste toeristen komen uit het nabijgelegen Kosovo. Voor een kleine stad staat er een opvallend aantal grote luxeresorts. De meeste hoteleigenaren willen over de migratiedeal niets kwijt. Ondanks de val van het communistische regime, meer dan dertig jaar geleden, vermijden de meeste Albanezen nog steeds openlijke kritiek op de overheid.
Gim Molla (40), eigenaar van een familiehotelletje met een restaurant pal naast het strand, wil wel even praten. „Ik weet niet zo goed wat ons kleine land wint bij deze deal”, zegt hij op het terras van zijn restaurant, waar een flinke zeebries staat. „Vier jaar geleden kende niemand Albanië als toeristische bestemming. En nu het toerisme eindelijk op gang komt, gaan ze massaal migranten hierheen sturen?”
Primeur
Vaker zoeken Europese landen oplossingen buiten hun grenzen. Het Verenigd Koninkrijk plant deze zomer controversiële vluchten met asielzoekers naar Rwanda – enkele reis. Ook de EU probeerde in 2016 met de Turkije-deal al om de opvang van vluchtelingen deels uit te besteden.
Maar het Italiaanse akkoord met Albanië is een primeur: voor het eerst besteedt een EU-land zijn asielprocedure deels uit aan een niet-EU-land. Asielzoekers die hier worden erkend mogen alsnog naar Italië.
Na de eerste identificatie in de haven van Shëngjin zullen de migranten naar Gjadër worden gebracht. We rijden zo’n twintig kilometer landinwaarts, naar het noorden, en komen bij een afgelegen plek tussen de bergen. Hier plant de Italiaanse overheid de bouw van een opvangcentrum voor asielzoekers en een centrum voor uitgeprocedeerde migranten.
Tijdens de persconferentie in november goochelde de Italiaanse premier Meloni met cijfers. In hoofdzaak zullen in Albanië migranten worden ondergebracht met weinig kans op erkenning, die snel kunnen worden uitgezet. Zwangere vrouwen en kinderen zijn daar niet bij, waardoor enkel meerderjarige mannen zouden overblijven. Wordt hun aanvraag afgehandeld via een versnelde procedure van één maand, dan kan het centrum in Albanië volgens Meloni maandelijks tot wel 3.000 procedures afwerken, wat neerkomt op potentieel 36.000 migranten per jaar. Ter vergelijking: vorig jaar arriveerden zo’n 158.000 nieuwkomers in Italië.
Maar een half jaar na de aankondiging is van een opvangcentrum in Gjadër nog geen sprake. De lap grond die je ziet vanaf de straat lijkt op het parkeerterrein van een middelgrote supermarkt. Het terrein is afgezet met hekwerk en staat vol met een rij werkeloze oranje bulldozers. Enkele oude gebouwtjes zijn alvast gesloopt, zegt een veiligheidsagent die niet met de pers mag praten. En verder is de grond wat geëgaliseerd.
Eerst zou het asielcentrum opengaan op 20 mei, doelbewust vlak voor de Europese verkiezingen van begin juni. Maar november is een stuk aannemelijker, schrijven de Italiaanse media, die zich baseren op documenten van het Italiaanse leger.
Voor Meloni komt dat uitstel best goed uit, zegt Matteo Villa, migratie-expert van het Instituut voor Internationale Politieke Studies -(ISPI) vanuit Milaan. „Het is handiger om in verkiezingstijd uit te pakken met een migratieakkoord op papier dan te worden gepakt op een akkoord dat in de praktijk niet werkt.”
In Gjadër is er veel onvoorzien extra werk. Het stadje is een voormalige luchtmachtbasis, met wapenopslagplaatsen in ondergrondse tunnels uit het communistische tijdperk. De genieafdeling van het Italiaanse leger moet eerst grondig de veiligheid van het gebied controleren. Verder ontbreekt het er aan zowat alles: er is geen elektriciteit, geen riool en ook geen toegangsweg om duizenden migranten over te vervoeren.
Over de kosten heerst ook onduidelijkheid. De Italiaanse regering sprak eerst van een investering van 650 miljoen euro in vijf jaar tijd. Maar in een recente reportage, gewijd aan de Albanië-deal, stelde het onderzoeksprogramma Report van de publieke zender Rai 3 dat 825 miljoen euro voor die periode een stuk realistischer is.
En hoeveel migranten kunnen er terecht? Ook dat is onduidelijk. In de openbare aanbesteding voor het beheer van het asielcentrum is slechts sprake van plaats voor 880 migranten, en in het uitwijzingscentrum voor afgewezen asielzoekers ernaast voor 144. In totaal dus 1.024 mensen, slechts een derde van de 3.000 migranten die Meloni maandelijks door het systeem wil laten gaan.
Het idee dat in Albanië straks duizenden asielaanvragen per maand zouden worden afgewerkt, was sowieso „knettergek”, zegt migratie-expert Matteo Villa. De versnelde procedure – voor niet-kwetsbare migranten, met nauwelijks kans op erkenning – wordt volgens hem in Italië zelf al amper gebruikt. En in de normale procedure kan het tot 2,5 jaar duren voor een asielzoeker in Italië een uitspraak krijgt. „En stel dat inderdaad veruit de meeste nieuwkomers in Albanië straks een negatief antwoord krijgen, dan is het nog aan Italië om hen te repatriëren”, zegt Villa. „De kans is groot dat ook zij alsnog eerst naar Italië worden gebracht, om te vermijden dat het centrum in Albanië al meteen uit zijn voegen barst.”
Aangezien Italië gemiddeld slechts 14 procent van zijn afgewezen asielzoekers ook echt repatrieert, zal een groot deel – dus ook wie eerst naar Albanië is gevoerd – alsnog in Italië belanden. Waar sommigen zullen blijven, maar velen ook zullen vertrekken, onder meer naar Duitsland, België of Nederland.
„De deal tussen het VK en Rwanda is wreed, maar efficiënt, want de migranten blijven in Afrika”, oordeelt de migratie-expert. „Maar het akkoord met Albanië verandert wezenlijk niks en is weggegooid geld. Het enige doel is dat de migrantenboten straks worden onttrokken aan het oog van de publieke opinie in Italië.”
Volgestouwde boten
Precies daar ligt de oorsprong van deze deal: bij al die volgestouwde boten die elke zomer de Italiaanse tv-journaals domineren. In augustus vorig jaar hield Giorgia Meloni vakantie in het Zuid-Italiaanse Puglia. Ze nam de veerpont naar Albanië voor een bezoek aan Edi Rama, en die ontmoeting mondde uit in het akkoord.
De Europese Commissie reageerde eerst stomverbaasd, al draaide Commissievoorzitter Ursula von der Leyen heel snel bij. ‘Out of the box’-denken moet kunnen, klonk het plots, en zo zette de Duitse christendemocrate de toon. Sindsdien, aldus een Europese diplomaat in de Albanese hoofdstad Tirana, wordt de Albaniëdeal in veel EU-hoofdsteden „met interesse en nieuwsgierigheid” gevolgd.
Dan was er in Albanië zelf veel meer verzet. „Vooral het totale gebrek aan transparantie en aan enig parlementair debat stuitte ons zo tegen de borst”, zegt oppositieparlementslid Lindita Metaliaj. De 46-jarige politica van de centrumrechtse Democratische Partij diende namens haar fractie een verzoek in bij het Albanese grondwettelijk hof om de bekrachtiging van de deal op te schorten. Het hof stemde met 5 tegen 4 om het migratieakkoord alsnog naar het parlement te sturen. Een gewone meerderheid keurde de deal daar goed, de Democratische Partij boycotte de stemming.
Voor Albanië is dit geen goed akkoord, zegt Metaliaj, bij een gitzwarte espressokoffie in haar pizzeria in thuisbasis Lezhë. Het kustplaatsje Shëngjin is een deelgemeente van deze stad. „Niemand wil dat dit stadje met zijn ontluikende toerisme een tweede Lampedusa wordt: één groot vluchtelingenkamp waar Europa bootmigranten dumpt”, zegt ze. „Albanië is arm. Wij hebben migranten niks te bieden.”
Arm, dunbevolkt en tien keer kleiner dan Italië, voegt de politieke talkshowhost Aulon Kalaja (34) eraan toe. Kalaja omschrijft zichzelf als rechts en staat in Albanië eerder bekend als nationalistisch. Ook hij is fel tegen de deal, zegt hij in een rokerige eettent in Tirana. „Terwijl de Albanezen maar blijven emigreren, zet Edi Rama de deur open voor duizenden migranten. Die zullen niet protesteren tegen zijn bewind, en stemrecht hebben ze ook al niet. Is dat zijn plan om aan de macht te blijven?”
Dat migranten de eigen bevolking zullen vervangen, is in Europa een gekende extreem-rechtse samenzweringstheorie. Maar gezien de aanhoudende leegloop vanuit Albanië – officieel telt het land 2,8 miljoen inwoners, maar de laatste telling was al in 2011 – verwoordt Kalaja wél een reële angst die onder de Albanezen leeft.
Het doet allemaal vragen rijzen over waarom Edi Rama die deal met Giorgia Meloni eigenlijk sloot. Op ideologisch vlak zijn ze tegenpolen – hij een socialist, zij radicaal-rechts. Maar „als Italië het vraagt, dan staat Albanië klaar”, zei de Albanese premier bij de bekendmaking van de deal. En zij keek hem glunderend aan.
De vertrouwensrelatie tussen Rama en Meloni staat symbool voor de diepe vriendschap tussen Albanië en Italië. Veel Albanezen ouder dan veertig spreken vloeiend Italiaans, een gevolg van tijdens het communisme stiekem naar de Italiaanse tv kijken. Na 1990 was dat vrije buurland een magneet voor vluchtelingen uit Albanië. De gastvrijheid die veel Albanezen toen te beurt viel, groeide uit tot een hechte band.
De Albanese Bill Gates
Agron Shehaj (46), een bekende zakenman en centrumrechts oppositiepoliticus in Albanië, herinnert zich nog levendig de boot die hem in 1991 naar het Zuid-Italiaanse Brindisi bracht. „Het communistische regime, dat mijn familie had vervolgd” – zijn grootvader stierf in de gevangenis – „brokkelde af. Er heerste wanorde, maar er hing ook opwinding in de lucht.” De ontvangst in Italië was geweldig, zegt Shehaj: „Ik was een jongen van dertien en voelde me meteen thuis.”
Na zijn economiestudie in Florence kreeg hij een briljant idee: als zoveel Albanezen zo vlot Italiaans spreken, waarom zou hij dan geen callcenter in Albanië openen voor de Italiaanse markt? De lonen in Albanië liggen een stuk lager dan in Italië, een nieuwe sector was geboren. „Meer dan vijftigduizend jonge Albanezen hebben ooit voor een van onze callcenters gewerkt”, zegt de ondernemer, die door zijn succes in de digitale-dienstverlening ‘de Albanese Bill Gates’ wordt genoemd.
Zijn band met Italië bleef sterk. Shehaj heeft de dubbele nationaliteit en verblijft afwisselend bij zijn gezin in Milaan en voor zijn werk in Tirana. „Illegale immigratie is een ernstig probleem voor Italië, een land dat erg veel voor ons heeft gedaan”, erkent hij. „Maar dit is niet de juiste manier om iets terug te doen. Albanië is een van de armste, meest corrupte landen in Europa. De overheid is hier verstrengeld met drugshandelaars en met de georganiseerde misdaad.”
Precies daarom, denkt Shehaj, gaat Edi Rama nu in zee met Giorgia Meloni. „In ruil hoopt Rama dat de EU de andere kant opkijkt.” Herhaalde interviewverzoeken van NRC aan het adres van premier Rama bleven onbeantwoord.
Albanië is sinds 2014 een kandidaat-lidstaat van de Europese Unie. Op sommige vlakken is het Balkanland op de goede weg. In 2016, en dus al onder premier Edi Rama, begon in Albanië onder toezicht van de EU en de VS een uitgebreide screening van corruptie binnen de rechterlijke macht. Liefst 57 procent van alle rechters en aanklagers werd ontslagen, of stapte zelf op. Ook het nieuwe agentschap Spak, dat georganiseerde misdaad en corruptie op hoog niveau bestrijdt, heeft al een goede reputatie opgebouwd. Maar volgens de Europese Commissie blijft corruptie in Albanië wijdverbreid in veel sectoren van het openbare leven en het bedrijfsleven.
Kritiek geven op Rama’s bewind, zegt Agron Shehaj, doe je ook niet onbestraft. Na een kritische opmerking over een regeringslid in het parlement werd een grote vestiging van zijn bedrijf gesloten, wegens een niet eerder vastgestelde ‘bouwfout’. Ook gewone burgers voelen druk. Zoals Arilda Lleshi, een 27-jarige Albanese die protesten tegen de migratiedeal organiseert. Kort nadat ze daarmee was begonnen, zegt Lleshi in een videogesprek, werd haar moeder ontslagen bij de openbare bibliotheek van de stad Lezhë, waar ze 24 jaar had gewerkt.
„De socialisten van Edi Rama zijn de directe erfgenamen van de communisten”, zegt de ondernemer-politicus Agron Shehaj. „En de centrumrechtse oppositie wordt bemand door wie tegen hen vocht.” In Albanië is het „hoog tijd voor een frisse wind”, vindt hij zelf, en daarom stapte hij onlangs uit de centrumrechtse Democratische Partij. Inmiddels werkt hij aan een nieuwe beweging. „Een westers alternatief”, klinkt het gloedvol. „Dit land verdient een overheid die niet corrupt is en ten dienste staat van het volk.”
Smokkelbendes
Net als in Shëngjin is ook in de hoofdstad Tirana de bouwwoede groot. Maffiaclans wassen hun drugsgeld wit door het in appartementsgebouwen en restaurants te stoppen. Opsporingsdiensten zien talrijke sporen van een door misdaad ondermijnde samenleving. Mega-reclameborden met champagne drinkende dames in infinity pools trekken de aandacht op alweer een nieuwe wolkenkrabber. Fonkelnieuwe restaurants zijn tot in de puntjes gedecoreerd, maar vrijwel leeg. Luxe auto’s met donkere ramen rijden treuzelend over de boulevards van Tirana.
Het Helsinki Committee for Human Rights in Tirana, een bekende mensenrechtenorganisatie, wijst op het gevaar dat de migranten die naar Albanië worden gebracht ten prooi kunnen vallen aan de criminele netwerken van mensensmokkelaars. Albanië is een belangrijk transitland op de Westelijke Balkan-route, een van de grootste migratieroutes naar de EU.
„Al zullen de migranten niet zomaar het opvangcentrum in Gjadër kunnen verlaten, toch vinden smokkelaars straks manieren om hen te lokken met beloftes van werk en vervoer naar de EU”, zegt ook een maatschappelijk werker bij Vatra, een Albanese organisatie die slachtoffers van mensenhandel psychosociale bijstand verleent. Uit veiligheidsoverwegingen wil de hulpverlener niet bij naam in de krant worden genoemd.
Vatra, actief in Albanië sinds 1997, hielp in de beginjaren vooral slachtoffers uit heel Albanië en andere Balkan-landen. Meestal betrof het minderjarigen, die met speedboten naar Italië en andere Europese landen waren gevoerd en daar gedwongen in de prostitutie belandden. Veel meisjes werden toen ontvoerd.
In recenter jaren staat Vatra slachtoffers uit Azië bij. Die komen op een legale manier, via Albanese uitzendbureaus, en proberen dan via een smokkelnetwerk in Italië, Griekenland, Frankrijk of het Verenigd Koninkrijk te raken. Wie het transport niet kan betalen, krijgt vaak te maken met misbruik. „Mannen lopen het risico op dwangarbeid, moeten gaan bedelen of worden richting de misdaad geduwd.” Sinds de jaren negentig stond Vatra 2.755 meisjes en vrouwen en 74 jongens en mannen bij.
Smokkelroutes en corruptie in Albanië vormen risico’s, wordt in Europese diplomatieke kringen erkend. Maar veel loopt ook verrassend goed, hoor je tegelijk, en ‘de energie is pro-Europees’. Albanië is behalve EU-kandidaat ook een NAVO-lidstaat, zeer loyaal aan de VS. Dat de vooruitgang, bijvoorbeeld inzake de doorlichting bij justitie, zo sterk in de verf wordt gezet, heeft ook te maken met de mate waarin migratie de publieke opinie in élk Europees land bezighoudt.
Europese leiders kijken aandachtig toe hoe dit nieuwe Italiaanse migratie-experiment met Albanië straks uitpakt, met in het achterhoofd de vraag of die deal ook iets zou zijn voor hun eigen land.