Armoede, bendegeweld, een klaslokaal zonder computers. Als leraar Sergio Correa in het Mexicaanse grensstadje Matamoros arriveert, is dat wat hij aantreft. Misdaadkartels maken er de dienst uit, zijn collega’s zijn gedemotiveerd, het hoofd van de school heeft de moed opgegeven en de prestaties van de leerlingen zijn ondermaats – de testscores van de school behoren tot de laagste van Mexico.
Sergio zit niet bij de pakken neer. Met onconventionele lesmethodes, onwankelbaar geloof in het potentieel van zijn leerlingen en aanstekelijk optimisme gaat hij aan het werk. Eerst kijken de scholieren de kat uit de boom, dan geven ze zich gewonnen.
Idealistische leraar wint ondanks bureaucratie en tegenslagen de harten van sceptische scholieren: het is een cliché in menig (Hollywood)film over inspirerende docenten. Een van de invloedrijkste is Blackboard Jungle (1955). Die gaat vooral over de pacificatie van jeugddelinquenten, het probleem van ‘teenage terror’ stond indertijd hoog op de maatschappelijke agenda. De leerlingen in een New Yorkse arbeiderswijk zijn geen lieverdjes: ze randen bijna een docente aan, gooien een honkbalknuppel naar een ander en intimideren de vrouw van hun nieuwe docent, Mr. Dadier, die zelf met een mes wordt bedreigd. De oorlogsveteraan herstelt echter met harde hand de orde.
Nadat Hollywood tijdelijk de tienerrebellie had omhelsd, maakte zulke hardhandige pedagogie een comeback in films als The Principal (1987) en Class of 1984 (1982), waarin docenten met honkbalknuppels tot zelfs vlammenwerpers boosaardige bendeleden uitschakelen. Deze rechts-conservatieve fantasie over het gewelddadig afdwingen van gezag, discipline en orde streed in de liberale jaren negentig met een zachtaardige aanpak als in Dead Poets Society (1989) en Dangerous Minds (1995). Hierin inspireren onderwijzers (respectievelijk Robin Williams en Michelle Pfeiffer) hun lastige leerlingen middels poëzie.
De schoolgebouwen in Amerikaanse lerarenfilms staan veelal in kansarme achterstandswijken, vergelijkbaar met de stoffige school die Sergio aantreft in Radical. Deze buitenstaander met een vaag verleden vijzelt het moraal op met ‘radicale’ lesmethodes: de klas zelf laten nadenken. Dadier zet die methode ook in in Blackboard Jungle, maar hier gebeurt dat op anti-autoritaire wijze. Sergio gelooft in gelijkheid, ook tussen leraar en leerling. Hij daagt ze uit over natuurkundige en morele kwesties na te denken en schroomt niet om moraalfilosoof John Stuart Mill ter sprake te brengen. Het levert een van de mooiste scènes op als het beschroomde meisje Lupe naar de universiteitsbibliotheek gaat en langs de rijen boeken loopt. De stijl is hier anders dan in de rest van de film: sober realisme wordt eventjes ingeruild voor een magisch moment waarin Lupe ontdekt dat de wereld veel groter is dan Matamoros. Dat Sergio zich niet aan het curriculum houdt levert later problemen op, een terugkerend element in dit genre: de bureaucratie is vaak de vijand.
Leraar-held
De ‘inspirerende leraar’ in de film krijgt nu ook kritiek. Nogal vaak betreft het ‘witte redders’ op een zwarte school. In zijn artikel ‘Teachers in the ’Hood’ noemt socioloog Robert C. Bulman het type leraar dat Hollywood opvoert de ‘teacher-hero’: een exceptionele onderwijzer die alle onderwijsproblemen wel even oplost. Systeemfalen wordt zo afgewenteld op het individu; een zuiver geweten en wilskracht lossen alle educatieve problemen op. Bulman noemt dat een fantasie van de middenklasse die afleidt van de plicht het falende onderwijssysteem te hervormen en te investeren in achterstandswijken.
Niet alle films over onderwijs voeren de ‘leraar-held’ op als verlosser, zo blijkt uit Half Nelson, een onromantische bijdrage aan het genre. Hierin speelt Ryan Gosling (Barbie) de aan crack verslaafde leraar Dan die vaak high voor de klas staat, in een scène wordt hij volkomen van de wereld door de 13-jarige leerlinge Drey high aangetroffen op de wc. Desondanks is hij een goede, zelfs inspirerende docent die zich niet aan het curriculum houdt. De hoop dat hij zelf verandert heeft hij opgegeven, zijn klas leert hij met clipjes en spreekbeurten over de zwarte burgerrechtenstrijd dat ze wel degelijk een rol kunnen spelen omdat geschiedenis een proces van verandering is.
Vaste prik bij inspirerende leraren is de hoopvolle leerling wiens ondergang hem in een tijdelijke crisis stort. Tegenover hem staat sinds Sidney Poitier als Miller in Blackboard Jungle de kansloze leering die het dankzij de leraar alsnog maakt. In Radical is dat het meisje Paloma, die ervan droomt een astronaut te worden.
Radical benadrukt dat de realiteit niet altijd zo rooskleurig is als Sergio zou wensen, toch volgen de makers net iets te gretig de hartverwarmende clichés van het genre. Goede wil verzet bergen, Sergio’s onorthodoxe aanpak maakt het verschil. Zijn opbeurende verhaal leidt tot een artikel in Wired dat diende als basis voor de film; ook Paloma die astronaut wil worden haalt Wired als ‘the next Steve Jobs’. Een heerlijk geruststellende fantasie: zie je wel, het kán! Over het lot van de rest van de klas in de door drugsbendes geteisterde grensregio verder geen woord.
Wie een echt authentieke onderwijsfilm wil, kan beter terecht bij Gouden Palmwinnaar Entre les murs (2008) van de vorige week overleden Laurent Cantet – over een witte docent op een voornamelijk zwarte school in de banlieue. Net als Radical gebaseerd op de ervaringen van een bestaande docent, maar waarachtiger, genuanceerder en overtuigender.