Kinderombudsman Margrite Kalverboer: ‘We zien kinderen als vreemdeling, we moeten ze juist beschermen’


Lees ook
Aantal vermiste minderjarige asielzoekers in Europa verdubbeld

Asielzoekers wachten op de pendelbus bij het aanmeldcentrum in Ter Apel.

Kinderombudsman Margrite Kalverboer pakt het internationale Kinderrechtenverdrag van de Verenigde Naties erbij en bladert naar artikel 22. Dat gaat over alleenstaande minderjarige vluchtelingen. Als een kind in z’n eentje naar een ander land vlucht, staat er in het artikel, moet het kind in dat land worden beschermd en geholpen. Dat land is ook verplicht het kind te helpen de familie te vinden.

Meer dan achthonderd alleenreizende kinderen verdwenen de afgelopen drie jaar uit de Nederlandse opvang, blijkt uit een inventarisatie van journalistiek onderzoekscollectief Lost in Europe. Een Amber Alert is voor zover bekend na geen van deze vermissingen uitgestuurd. „Dat typeert de tragedie in een notendop. Ik realiseer me nu dat wij deze kinderen die zonder ouders naar Nederland zijn gevlucht, helemaal niet beschermen. We sporen ze niet op. We helpen ze niet hun ouders te zoeken. We bieden ze geen fysieke en geen pedagogische veiligheid.”

Hoe verklaart u dat?

„Wij zien deze kinderen niet als onze kinderen. Het zit niet in ons collectieve bewustzijn om deze kinderen te helpen. Het begint er al mee dat we deze kinderen ‘alleenstaande minderjarige vreemdelingen’ noemen, niet vluchtelingen. Dat is geen term die je gebruikt voor een kind dat in z’n eentje van buiten Europa naar Nederland is gevlucht en asiel aanvraagt. Door een structureel capaciteitstekort aan plekken voor alleenstaande minderjarigen belanden ze ook vaker in volwassenenopvang. We zien deze kinderen in de eerste plaats als vreemdeling. Met alle risico’s van dien.”

„Heb jij ooit een Amber Alert gezien voor een kind dat verdween uit onze asielopvang?”

Welke risico’s bedoelt u?

„Als je kinderen anoniem maakt en laat opgaan in een groep vreemdelingen, dan duw je ze van je af. Het systeem duwt ze weg, ziet ze niet, en ontmenselijkt. Dan zullen ze ook eerder verdwijnen. Kinderen die zonder ouders reizen zijn kwetsbaar en beïnvloedbaar. Die moet je beschermen, ze zijn niet zelden slachtoffer van mensenhandel, van uitbuiting. En in de volwassenenopvang, bleek na onderzoek van het WODC (Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum), is de kans daarop groter dan op een plek met alleen vluchtelingenkinderen. ”


Sommige kinderen worden door hun ouders vooruitgestuurd zodat ze in aanmerking komen voor gezinshereniging.

„Dat ontken ik niet. Ik ontken evenmin dat onder deze vermisten zich ook minderjarigen bevinden uit veilige landen als Marokko, Algerije en Tunesië. Maar dat ontslaat de overheid niet van de plicht om te helpen. Kijk in de eerste plaats naar de intentie, het kwaad zit niet bij de kinderen. Ons systeem stelt nu misbruik centraal – en we weten wat er dan gebeurt, kijk naar het Toeslagenschandaal. Maar deze kinderen zijn slachtoffer. Ik verzet me tegen ontmenselijking en maatschappelijke onverschilligheid.”

Tandpoetsen met je handen

De Kinderombudsman bezocht in 2022 in Ter Apel tweemaal vluchtelingenkinderen die op hun tocht door Europa in hun eentje naar het aanmeldcentrum waren gekomen. Dat zat door de toeloop van asielzoekers overvol, ook met alleenstaande minderjarigen. Op een plek waar normaal gesproken 55 kinderen verblijven, trof ze driehonderd kinderen aan, onder, naast, boven elkaar. Dertig tieners van veertien jaar en ouder, onder hen twee meisjes, zaten al drie dagen aan het wachten op een intake. Op stoelen, zonder bed. Ze sliepen op de grond, hadden een fleecedekentje en poetsten hun tanden met de vingers.

Wat zag u als Kinderombudsman?

„Niemand voelde zich veilig. Ze hadden drie dagen niemand gesproken, vertelden ze, en waren elke houvast kwijt. Het kinderrechtenverdrag werd ernstig geschonden. Er was nul aandacht, niemand zag ze, COA- en IND-medewerkers waren overbelast, die werken zich een slag in de rondte. Je zag angst en stress in de overtreffende trap. Een jongen, gevlucht uit Afghanistan, was onderweg zijn zus kwijtgeraakt. Hij had zijn telefoon verloren, geen horloge meer, aan de muur hingen geen klokken. Hij was compleet gedesoriënteerd en wanhopig, niemand hielp. Die eenzaamheid en wanhoop van kinderen raakte me diep. Ze weten de weg niet, hebben niemand, kennen de procedure niet. Dat maakt ze extra kwetsbaar.”

Wat bedoelt u?

„Ze zijn bijzonder beïnvloedbaar. Als er geen aandacht en zorg is, raken kinderen gemakkelijk verstrikt in mensenhandel en uitbuitingsstructuren. Zeker als ze alleen zijn. Niemand die vertelt wat goed en fout is. Ik sprak kinderen die op de vlucht getraumatiseerd waren geraakt en alleen de mensenhandelaar nog vertrouwden. Die bracht wat hij beloofd had. Als er nul interesse is en niemand naar je omziet, als je vanaf het eerste moment wordt weggeduwd dan zal je ook eerder verdwijnen. Ook vanuit Nederland zijn alleenstaande minderjarigen geronseld voor werk in onder meer de hennepteelt, de prostitutie, nagelsalons.”

Wat moet er volgens u gebeuren?

„Het kinderrechtenverdrag is ontstaan na de Eerste Wereldoorlog. Kinderen die slachtoffer zijn van een oorlog die volwassenen hebben gevoerd, is de gedachte, verdienen bescherming, zorg en perspectief om te waarborgen dat ze verder kunnen met hun leven. Dat laten we nu na. Bied voldoende en beschermde opvangplekken; en als we kinderen terugsturen, geef ze dan bagage mee waarmee ze in hun thuisland vooruit kunnen en veilig zijn. Ik heb ooit in een jeugdinrichting gewerkt. De directeur heeft mij geleerd: je hebt pedagogische beveiliging en fysieke beveiliging. Op het moment dat je hekken alleen maar hoger maakt, verdwijnt de pedagogische beveiliging. Als jij een kind aandacht geeft, dan zal een kind niet snel verdwijnen.”