De beginzin is al monumentaal: „Het lijkt me aan geen twijfel onderhevig dat veel oude mensen er een grote rust in zouden vinden als zij over een middel konden beschikken om op aanvaardbare wijze uit het leven te stappen op het moment dat hen dat – gezien wat hen daarvan nog te verwachten staat – passend voorkomt.” Het vervolg mag er trouwens ook wezen: „Natuurlijk stelt onze samenleving al vele middelen beschikbaar waarmee mensen een eind aan hun leven kunnen maken: er zijn treinen waarvoor men zich kan werpen, er zijn gebouwen waarvan men zich naar beneden kan laten vallen, er zijn kanalen en rivieren om zich in te verdrinken, er is touw dat men kan kopen en daarbij laat ik het maar.” Kern van het essay: oudere, alleenstaande mensen zouden bij hun arts een middel moeten kunnen krijgen waarmee ze een einde aan hun leven konden maken.
Leest u het vooral nog eens na, het opinieartikel Het zelfgewilde einde van oudere mensen van oud-raadsheer bij de Hoge Raad, H. Drion dat NRC Handelsblad op zaterdag 19 oktober 1991 afdrukte. In de weken nadien stroomden de pagina’s vol lezersreacties, de auteur zelf ontving meer dan vijftig brieven (opmerkelijk vaak van vrouwen, constateerde hij) en ‘de pil van Drion’ werd onderwerp van breed maatschappelijk debat (al kwam er geen ‘pil’ in de tekst voor). Duidelijk was dat deze ultieme zelfbeschikkingskwestie de NRC-lezer na aan het hart lag, wat te verklaren valt uit het liberale karakter van de krant – en voor de wat meer demografisch gestuurde analytici wellicht ook door de gemiddelde leeftijd der abonnees.
Het artikel van Drion werd vorige week aangehaald door een briefschrijver die zich beklaagde over de rechtszaak die nu wordt gevoerd tegen leden van de Coöperatie Laatste Wil (CLW) die het zelfdodingspoeder ‘middel X’ aan mensen verkocht zouden hebben. De ‘repressieve aanpak van het OM’ maakt het, aldus de lezer, „moeilijk voorzorgsmaatregelen, zoals destijds door Drion gewenst, in acht te nemen”. Ook dezer weken is de aandacht van lezers overvloedig, zeker van degenen voor wie het pleidooi van Drion nog altijd een richtsnoer is.
Intussen geldt in deze kwestie zeker dat ook na drie decennia wetten in de weg staan – en praktische bezwaren. Al is ‘praktisch’ hier het woord niet echt. In de procesverslaggeving kwamen de menselijke aspecten nadrukkelijk aan de orde. Zie citaten van 9 en 13 april. „Snotverdorie, ik word verdacht van medemenselijkheid” (een van de verdachten) en „Waarom verkocht je die pil aan mijn vader?” (uit een brief van de zoon van een overledene). Het sloot aan bij eerdere uitgebreide verhalen van redacteur Kim Bos.
Dat NRC hier de nuance zoekt, blijkt ook uit de commentaren van de laatste jaren. In 2017 werd betoogd dat de autonome burger „ruimte moest krijgen” voor het eigen levenseinde „Niet alle eigenrichting is laakbaar, in het bijzonder als het om het eigen leven gaat.” Die liberale gedachte kreeg een halfjaar later gezelschap van de niet minder liberale observatie dat de wet grenzen stelt en dat de Coöperatie Laatste Wil op wetgeving vooruit leek te lopen: die ging „precies dat doen wat voorlopig nog strafbaar is: helpen met bestellen en leveren”. In de verslaggeving berichtte NRC eerder al over de verkrijgbaarheid van een dodelijk poeder in Peru en concludeerde de wetenschapsredactie dat het door de CLW aangeraden ‘middel X’ geen zachte dood garandeerde.
Zo wordt de ‘pil van Drion’ al jarenlang van diverse kanten belicht. De afgelopen weken bleek dat niet tot algemene tevredenheid te leiden; vooral niet onder de lezers bij wie het liberalisme van de vrije keuze boven het liberalisme van de wet ging.
Zo werd er bezwaar gemaakt tegen het gebruik van ‘zelfmoord’ in de krant, door lezers die het zachtere ‘zelfdoding’ of suïcide verkozen (al is er in de artikelen over het CLW-proces steeds sprake van ‘zelfdoding’). In NRC mogen die termen allebei. Ook was er een lezer die (wat mij betreft ten onrechte) bezwaar maakte tegen plaatsing van de standaardnoot over zelfdoding onder een van de verslagen.
Relatief veel brieven kwamen er op het voorpaginabericht van 18 april, waarin werd gemeld dat er zeker 172 mensen waren overleden door middel X. Dat had ‘met middel X’ moeten zijn, betoogde een van de critici, die voorts bezwaar maakte tegen een observatie van onderzoeker Lizanne Schweren, die stelde: „Deze cijfers wijzen uit dat het een zeer diverse groep is met mensen uit alle leeftijdscategorieën, en dat de groep niet alleen bestaat uit ouderen die een weloverwogen keuze maken.” Dat zou ten onrechte suggereren dat de onderzoekers weten wie een weloverwogen keuze maakt en wie niet. Bovendien zou de bron van het nieuws (113 zelfmoordpreventie) verdacht zijn, omdat die organisatie zelfdoding probeert te voorkomen.
Anderen vonden het geen nieuws omdat het hier maar om een klein percentage van het aantal zelfdodingen in Nederland ging. Dat stond overigens in het artikel; achteraf zegt auteur Kim Bos dat ze wel ook had kunnen vermelden dat het aantal suïcides in Nederland stabiel is. Mij lijkt het in het licht van het debat over het proces zonder meer relevant hoe veel (of weinig) mensen overleden na inname van middel X.
Meer dan dat alle argumenten mij overtuigden, lieten ze mij zien hoe springlevend én ingewikkeld de destijds door Drion aangezwengelde kwestie na 32 jaar nog altijd is; én hoe belangrijk het is dat die in alle fasen van het debat van alle kanten wordt belicht.
Praten over zelfdoding kan bij de landelijke hulplijn 113 Zelfmoordpreventie. Telefoon 0800-0113 of www.113.nl.
Reacties: [email protected]
Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement.
Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.