‘Op een keer was ik in het Rijksmuseum, toen er een wit jongetje naast me kwam staan die zijn handje op de mijne legde. Vervolgens begon hij te wrijven om te zien of de kleur eraf zou komen.” Het is halverwege de jaren vijftig als de Curaçaose kunstenaar José Maria Capricorne (1932) dit meemaakt. Hij is dan net aangekomen in Nederland om daar een opleiding te volgen aan de Amsterdamse Grafische School om kunstenaar te worden. Nu – hij is inmiddels 91 – heeft hij een solo-expositie in het Stedelijk Museum in Breda, waar hij lang heeft gewoond en gewerkt.
De expositie biedt een mooi overzicht van het oeuvre van de kunstenaar, waarin invloeden van onder andere Cobra zich mengen met Carabische thema’s. Capricornes werk is warm, kleurrijk en roept met zijn zachte vormen een vrolijke verwondering op, die vaak in contrast staat met de onderwerpen die erin worden verwerkt. Hij schildert veelal figuratief, waarbij mythische figuren als ‘Nansie’ worden uitgebeeld. Dit scheppingsverhaal over de spin Anansie keert in vrijwel alle Afrikaanse diaspora variaties terug. Met De Zwarte Traan gaf Capricorne uiting aan het diepe verdriet van de Curaçaose bevolking rond de volksopstand ‘Trinta di Mei’, 30 mei 1969. Het schilderij Moederboom, tevens de titel van de solo-expositie, is een ode aan de plantage ‘Esperanza’.
Bij hem thuis in Nijmegen vertelt hij hoe zijn werk zich ontwikkelde, en hoe belangrijk zijn levensjaren in Curaçao waren voor zijn werk.
Hoe was het om op te groeien in het Curaçao van de jaren dertig en veertig?
„Mijn moeder had een grote plantage met fruitbomen, tamarindebomen en mispels. We hielden er ook dieren. Mijn vader had een timmerbedrijf. Hij maakte antieke meubels en doodskisten. Mijn broer en ik hebben vaak gespeeld in die doodskisten. Als kind sta je natuurlijk anders tegenover de dood.”
Hoe staat u nu tegenover de dood?
„Ach, je leeft en je gaat dood, hè. Gelukkig ook maar.”
Wat weet u nog van de plantage van uw moeder?
„Mijn betovergrootmoeder was de eerste slaafgemaakte die vanuit het Afrikaanse continent werd verscheept en te werk werd gesteld op Curaçao. Toen in 1863 de slavernij wettelijk werd afgeschaft, kon mijn moeder de plantage ‘Esperanza’, wat ‘hoop’ betekent, kopen van de anderhalve gulden die ze had gespaard. Na de afschaffing van de slavernij was het niet zo dat de problemen waren opgelost. Shell kwam naar Curaçao, en daarmee kwam ook de vervuiling. Ze waren toentertijd niet zo voorzichtig, want er werd nogal eens ruwe olie verloren, wat uit de schepen de haven in lekte. Als kind zag ik geregeld de olievlekken in het water. Shell richtte ook scholen op. Ik ging er ook heen, het was een ambachtsschool waar je werd opgeleid om te werken in de olieraffinaderij. Toevallig had ik een leraar die ook kunstenaar was. Een middag per week konden we bij hem thuis leren tekenen. Ik kwam heel veel bij hem thuis.”
Wist u toen al dat u kunstenaar wilde worden?
„Ik ben altijd van het tekenen geweest. Mijn ouders stimuleerden het ook. Er was op Curaçao ook het Curaçaos Museum. Dat was opgericht door een dokter, Chris Engels. Er hing voornamelijk werk van de heer Engels zelf, en van Nederlandse kunstenaars. Soms van witte Antillianen. In de koloniale tijd waren er Europeanen die dachten dat ze verheven waren boven mensen van kleur. Inmiddels is dat wel anders hoor, er hangen nu ook Antilliaanse kunstenaars in het museum.”
Na de middelbare school emigreerde u eerst naar Brazilië. Waarom?
„Ik had de film Orfeo Negro (1959) gezien, en daardoor werd ik benieuwd naar Brazilië. Als jongere was ik avontuurlijk, ik wilde wat van de wereld zien. Zo ben ik op mijn twintigste naar Rio de Janeiro geëmigreerd. Ik beschilderde er keramiek in een aardewerkfabriek.”
Hoe kwam u toen op het idee om naar Nederland te gaan?
„In het pension waar ik verbleef, woonde een Nederlandse kok. Hij zei: ‘Waarom ga je niet in Nederland een opleiding volgen op de tekenschool?’ Ik wist op dat moment helemaal niets van Nederland. Hij legde me uit wat je daar allemaal kon leren en toen was ik meteen enthousiast.”
Wat vonden ze van uw werk op de Grafische School?
„Ik gebruikte graag felle kleuren, wat door mijn docenten als ‘ordinair’ werd gezien. Ik vond de kleuren hier maar wat triest. Als je hier geboren en getogen bent, dan kijk je anders naar kleur dan iemand die in de tropen is geboren. Als jij en ik nu op Curaçao zouden praten, dan zou het anders zijn, de zon geeft zo veel kleur. Ik was gewend aan primaire kleuren: geel is geel, rood is rood. Niet alleen in de natuur, maar ook in de kleding die mijn ouders droegen. Door de Cobra-beweging zag ik in dat je je eigen manier van expressie kon tonen. Ik vond dat ik mezelf ook op mijn eigen manier moest kunnen laten zien.”
Uiteindelijk wilde u terug naar Curaçao.
„Ik wilde er de eerste kunstacademie van Curaçao oprichten. Dat is allemaal politiek. Ik praatte in Nederland met veel politici, en uiteindelijk waren ze bereid om middelen te stoppen in een kunstopleiding op de Antillen. Na de oprichting van de Curaçaose Akademie voor Beeldende Kunsten in 1968 werd ik de directeur vanaf 1970, tot aan mijn pensionering in 1988.”
Mijn Nederlandse docenten vonden mijn kleurgebruik maar ordinair
Een jaar na uw aankomst in Curaçao vindt op 30 mei 1969 de beruchte Shell-staking plaats, die uitmondt in een volksopstand. Wat vond u van ‘Trinta di mei’?
„Ik stond daar achter, want Shell betaalde Nederlandse werknemers beter dan de mensen die uit Curaçao kwamen, en tegen zulke ongelijkheid moet je protesteren. Om de onrust neer te slaan, werden gelijk Nederlandse mariniers overgevlogen. Ze gebruikten retoriek als ‘jullie beledigen de koningin’. Maar dat namen de Curaçaoënaars niet zomaar aan. Ze bleven protesteren.”
Ik begreep dat uw moeder met geesten kon praten. Gelooft u in geesten, of dat ze u op een bepaalde manier voeden?
„Ik geloof wel dat je op een bepaalde manier contact kan hebben met overledenen. Want waarom zouden we nu wel zo kunnen praten, en stel dat ik er niet meer ben en ik jou toch iets zou willen doorgeven? In Brazilië kende ik de weg niet, maar toch kan je een gevoel hebben welke kant je wel of niet op moet. Je geest weet bepaalde dingen die je bewust misschien niet weet. Een mens moet op zijn intuïtie kunnen varen, anders overleef je het niet. Kunst maken doe ik ook veel op intuïtie. Je ziet dingen die er niet zijn, maar dan ga je die dingen tekenen.”
Aan het front in Oekraïne loopt de 48-jarige priester Sergiy rond om een luisterend oor te bieden aan Oekraïense militairen. Hij straalt kalmte uit, maar diep van binnen gaat zijn hart tekeer. Dit weet Lotte Geeven (44), want ze heeft zijn hartslag opgenomen.
Geeven maakt multimediakunst. Ze werkte eerder als emergency evacuator in conflictgebieden. In 2022, het eerste jaar van de Russisch-Oekraïense oorlog, was ze in die hoedanigheid in Oekraïne en reisde er drie weken lang met een Oekraïense vertaler langs de frontlinie. Naast haar werk als hulpverlener nam Geeven aan het front de hartslagen op van 150 Oekraïense militairen, door een stethoscoop-microfoon op hun borst te houden. Van de hartslagen en veldopnames maakte de Oekraïense elektronische artiest Koloah een muziekstuk.
Geeven en de vertaler begonnen hun bijna duizend kilometer omspannende tocht in een dorp in de zuidelijke regio Cherson. Vanaf daar reisden ze verder in de richting van de oostelijke regio Charkiv. Aan het front ontmoette Geeven militairen met allerlei soorten achtergronden. „Er was een masseur bij, een boer, botanicus, bodybuilder, meubelmaker, monnik, blockchain developer, slotenmaker”, zegt Geeven. „Ze waren allemaal tot de tanden toe bewapend en strak ingesnoerd in een scherfvest.”
Stethoscoop-microfoon
De 19-jarige Nikolai, een icoonschilder, stond op het punt om in zijn vers gestreken uniform afscheid te nemen van zijn moeder. „In de armen van zijn moeder roffelde zijn hart in een hoog tempo”, zegt Geeven. Zijn hartslag was te horen via een ingebouwde microfoon in de stethoscoop. De microfoon heeft ze samen met technici in Amsterdam ontwikkeld.
Het raakt Geeven dat mensen snel moe worden van oorlogsbeelden. Ze merkt dat doordat mensen zich afvragen waarom er „überhaupt” nog gefilmd wordt aan de frontlinie, omdat volgens hen alle beelden er hetzelfde uitzien. „Met de audio-opnamen van de hartslagen hoop ik de weerslag van de oorlog op de mens op een intieme manier toch weer dichtbij het publiek te brengen.”
Geeven ontwikkelde in 2013 met hulp van wetenschappers al eens een microfoon om te luisteren naar hoe het diepste gat van de aarde klinkt. „Het leek doodstil, maar aangesloten op een grote speaker klonk het als ver verwijderd onweer.” Ook deed ze in 2020 en 2021 forensisch audio-onderzoek naar hoe vogels protestleuzen overnemen. „Het bleek dat spotvogels de kreten van menigten overnemen in hun zang.” Volgens Geeven zeggen de geluiden die zij opneemt iets over de staat van de wereld.
Het muziekstuk genaamd TILO (lichaam in het Oekraïens) en de rauwe opnames van de harten zijn vastgelegd op één grammofoonplaat. De veldopnames en de hartslagen zijn door artiest Koloah gemengd met elektronische muziek in een hoog tempo. Geeven: „Volgens Koloah is het aantal bpm (beats per minute) in de elektronische muziek momenteel wereldwijd ontzettend hoog en laat de razendsnelle muziek op de dansvloer horen hoe slecht het met de wereld gaat.”
Lichaamsdelen verzamelen
Tijdens hun reis sliepen Geeven en de vertaler bij vrienden van vrienden of in verwoeste hotels. Of ze zich onveilig voelden? „Ik weet hoe ik moet handelen in gevaarlijke situaties, omdat ik daarin ben getraind.” Zo was ze online betrokken bij de evacuaties tijdens de val van de Afghaanse hoofdstad Kabul. Zowel Geeven als de militairen waren gewend geraakt aan gevaar.
Onderweg ontmoette ze de 38-jarige Daniel, een Oekraïense presentator en acteur, die „doodsbang” is geworden voor stilte. „Hij kan alleen in slaap vallen met het geluid van oorlogsfilms op zijn koptelefoon.” Later kwam ze Irina tegen, een sluipschutter die haar lange blonde haren had afgeknipt en nu kort stekelig haar heeft. „Ze kon haar haren niet wassen omdat er op haar dienstplek amper water is.” Door het „eenzame beroep” als sluipschutter, leidt ze aan een klinische depressie, vertelde Irina aan Geeven. Van beide militairen heeft ze de hartslagen opgenomen.
Hoe verder Geeven reisde, hoe meer stress ze via de stethoscoop-microfoon beluisterde in de lichamen van de militairen. Een van hen vertelde haar dat hij op al zijn lichaamsdelen met een waterdichte stift zijn naam heeft geschreven, „voor het geval hij zou overlijden, dan zouden de restanten van zijn lichaam gemakkelijker geïdentificeerd kunnen worden”.
Tegen het einde van haar tocht kwam Geeven een jonge Zuid-Koreaanse monnik tegen. Hij had een gitaar van een overleden militair bij zich. De gitaar was van een Spaanse jongeman genaamd Angel, die net als de monnik uit het Oekraïense vreemdelingenlegioen kwam. „De gitaar moet ik naar de moeder van Angel brengen”, zei de monnik tegen Geeven. Ook zijn hart is te „voelen” via de opnames. Vanaf begin volgend jaar komt de muziekplaat in het War Museum in de Oekraïense hoofdstad Kyiv te staan.
De preview van TILO is op 29 november bij West in Den Haag te zien en te horen. Info: westdenhaag.nl
De Britse koning Charles III bezit een wereldvermaarde kunstcollectie, die gedeeltelijk voortkomt uit de verzameling van zijn 17de-eeuwse voorganger en naamgenoot Charles II (1630-1685). In die tijd kende Engeland, anders dan bijvoorbeeld de Nederlandse Republiek of Italië, geen bijzonder grote traditie van lokale kunstproductie. Dus moesten ze het doen met kunstenaars van het Europese vasteland die ze bewonderden. De Royal Collection bulkt zelfs van bladen door Italiaanse renaissancekunstenaars van topkwaliteit. De King’s Gallery in Buckingham Palace toont nu een selectie van zo’n 150 tekeningen van kunstenaars als Fra Angelico, Leonardo da Vinci, Correggio en Carracci.
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Giovanni Bellini, Het hoofd van een oude man, c. 1460–7. (te zien in King’s Gallery)” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Giovanni Bellini, Het hoofd van een oude man, c. 1460–7. (te zien in King’s Gallery)” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-1.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131400/data124854245-7be862.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-16.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-14.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-15.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-16.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-17.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/WLPPSXDKHWxzu3M4BxqlrqU9WcY=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131400/data124854245-7be862.jpg 1920w”>
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Bernardino Campi, De Maagd en het Kind, ca. 1570–80. (te zien in King’s Gallery)” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Bernardino Campi, De Maagd en het Kind, ca. 1570–80. (te zien in King’s Gallery)” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-2.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131358/data124854135-175e1e.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-20.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-18.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-19.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-20.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-21.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/wuqgrsUx9mwix700ofgPXS786Fk=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131358/data124854135-175e1e.jpg 1920w”>
Giovanni Bellini, Het hoofd van een oude man, c. 1460–7. (te zien in King’s Gallery) en Bernardino Campi, De Maagd en het Kind, ca. 1570–80. (te zien in King’s Gallery)
Foto’s Royal Collection Trust
De expositie – met secties als ‘figuren’, ‘koppen’, ‘studies voor paleisdecoraties’ – laat zien dat tekeningen in de 15de en 16de eeuw meestal niet bedoeld waren als zelfstandige kunstwerken. Vaak zijn figuren, motieven of composities getekend ter voorbereiding van een schilderij of fresco. Illustratief is een studie in rood krijt waarin de befaamde schilder Rafael de figurenrijke compositie van een groot tapijtontwerp voor de bijbelscène van de Sleuteloverdracht van Christus aan de apostel Petrus (ca 1514) uitprobeert in de vorm van een groep mannen die poseren in hun alledaagse kleren.
Bij de ‘studies naar de natuur’ zijn schetsen van landschappen, paarden en poezen, maar ook een opvallende houtskooltekening toegeschreven aan de Venetiaan Titiaan, met een natuurgetrouwe weergave van de exotische struisvogel (ca. 1550). Het lichtblauwe blad is voorzien van een raster dat erop duidt dat het motief bedoeld was om te worden overgezet naar een schilderij, maar dat werk is niet meer bekend.
De presentatie van werk van de ene briljante tekenaar na de andere, geeft daarmee een overvol maar ook adembenemend fraai overzicht van renaissance-tekeningen en hun functies, uit artistieke centra vooral in de noordelijke helft van het huidige Italië. De nadruk die daar destijds werd gelegd op het belang van het maken van tekeningen in het artistieke proces, en de grote aandacht die kunstenaars er daarom ook aan besteedden, verklaren de uitzonderlijke kwaliteit van de tekeningenproductie die deze expositie weerspiegelt.
Verbeten expressie
Van meer studieuze aard is een tweede tentoonstelling in Londen, in de Royal Academy, over Italiaanse renaissance-kunst, met 45 bruiklenen uit collecties in het Verenigd Koninkrijk en elders in Europa. Hier geen overdonderend aantal kunstenaars en tekeningen, maar juist een relatief klein aantal goedgekozen werken, uit een tijdsspanne van slechts enkele jaren, en gemaakt door drie iconische kunstenaars. In 1504 konden ze elkaar in Florence de hand schudden: Leonardo da Vinci (1452-1519) en Michelangelo (1475-1564), beiden uit de omgeving afkomstig, hadden elders gewerkt en waren in de eerste jaren van de 16de eeuw kortstondig terug in Florence. De jonge Rafael (1483-1520) uit Urbino, verbleef in dat jaar in de stad om te leren van de werken van de buitengewone kunstenaars van die tijd.
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Leonardo da Vinci, De Maagd en het Kind met Sint Anna en de jonge Johannes de Doper (‘The Burlington House Cartoon’), ca. 1506-08. Houtskool met wit krijt op papier, gemonteerd op doek, 141,5 x 104,6 cm, te zien in Royal Academy).” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Leonardo da Vinci, De Maagd en het Kind met Sint Anna en de jonge Johannes de Doper (‘The Burlington House Cartoon’), ca. 1506-08. Houtskool met wit krijt op papier, gemonteerd op doek, 141,5 x 104,6 cm, te zien in Royal Academy).” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-4.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131350/data124853274-fb7729.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-27.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-25.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-26.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-27.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-28.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/8a3LOy5SoJLUBW0TXtzrCxrPcRk=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131350/data124853274-fb7729.jpg 1920w”>
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Toegeschreven aan Pietro Faccini, Het hoofd van een jongeling, ca.1590.” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Toegeschreven aan Pietro Faccini, Het hoofd van een jongeling, ca.1590.” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-5.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131356/data124854129-a4a1ee.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-31.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-29.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-30.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-31.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-32.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/h0FZRYaCy1ZQiLUPLNCmuqf9x2Q=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131356/data124854129-a4a1ee.jpg 1920w”>
Leonardo da Vinci, De Maagd en het Kind met Sint Anna en de jonge Johannes de Doper (‘The Burlington House Cartoon’), ca. 1506-08. Houtskool met wit krijt op papier, gemonteerd op doek, 141,5 x 104,6 cm, te zien in Royal Academy) en Toegeschreven aan Pietro Faccini, Het hoofd van een jongeling, ca.1590.
Foto’s The National Gallery, Foto Royal Collection Trust
Op even ingenieuze als instructieve wijze toont de expositie de artistieke verhoudingen tussen de drie kunstenaars. Zo maakte Rafael schetsen naar een cirkelvormig, tachtig centimeter hoog, marmer-reliëf door Michelangelo, bijgenaamd ‘Taddei tondo’ naar opdrachtgever Taddeo Taddei (1504-1507). Het stelt de Maagd Maria voor met half liggend in haar armen het Christuskind. Hij lijkt weg te duiken voor een vleugelklapperend vogeltje (een distelvink, symbool van Christus’ latere lijdensweg) in de handen van de jonge Johannes de Doper. Rafaels tekening staat in de expositie op een sokkel precies halverwege de afstand tussen Michelangelo’s reliëf en een schilderij van Maria met kind (‘Bridgewater Madonna’, 1507), waarin Rafael een vergelijkbare compositie heeft toegepast.
Even doordacht is de plaatsing, pal tegenover Michelangelo’s tondo, van een tweede uitzonderlijk bruikleen: Leonardo da Vinci’s enorme houtskooltekening van de bijna levensgrote Maria zittend op schoot bij haar moeder Anna. Ook hier heeft het Christuskind een liggende pose en ook nu staat Johannes ernaast. Mogelijk, zoals in deze expositie en de bijbehorende catalogus voor het eerst wordt geopperd, was deze tekening bedoeld als ontwerp voor een nooit voltooid altaarstuk voor de grote zaal van het Florentijnse stadsbestuur in het Palazzo della Signoria.
Voor diezelfde zaal maakten Michelangelo en Leonardo tussen 1503 en 1506 ontwerpen voor frescoschilderingen van veldslagen waarin de stadstaat Florence in het verleden verwikkeld was geweest. Ook deze projecten zijn nooit voltooid, maar in een reeks tekeningen laat zich in de expositie prachtig volgen hoe de kunstenaars op papier hun schilderingen voorbereidden: Leonardo in de Slag bij Anghiari met aandacht voor verbeten expressie in de hoofden van mensen en paarden, Michelangelo geconcentreerd op de anatomie van naakte mannen die zich klaarmaken voor de Slag bij Cascina. En in een pentekening (1505), losjes geïnspireerd op Michelangelo’s fresco-ontwerp, maar dan met een zodanig gedraaid perspectief op twee naakte mannen dat het lijkt alsof de tekenaar zelf deel is geworden van het groepje, openbaart zich het compositorische genie van Rafael.
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Michelangelo Buonarroti, Mannelijk naakt, c. 1505-06. (Zwart krijt op papier, 40,4 x 22,5 cm, te zien in Royal Academy).” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Michelangelo Buonarroti, Mannelijk naakt, c. 1505-06. (Zwart krijt op papier, 40,4 x 22,5 cm, te zien in Royal Academy).” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-8.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131342/data124853289-11e4b2.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-41.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-39.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-40.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-41.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-42.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/dV2RHM7xo4wsgxUzUXVELUqgqEo=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131342/data124853289-11e4b2.jpg 1920w”>
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Raphael, naar Michelangelo Buonarroti, David, c. 1505-08. (pen en bruine inkt op papier, 39,6 x 21,9 centimeter, te zien in Royal Academy).” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Raphael, naar Michelangelo Buonarroti, David, c. 1505-08. (pen en bruine inkt op papier, 39,6 x 21,9 centimeter, te zien in Royal Academy).” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-9.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131355/data124853325-ff9483.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-45.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-43.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-44.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-45.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-46.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/13V9ayEYnAUiz9_3iHMefVixzYk=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131355/data124853325-ff9483.jpg 1920w”>
Michelangelo Buonarroti, Mannelijk naakt, c. 1505-06. (Zwart krijt op papier, 40,4 x 22,5 cm, te zien in Royal Academy) en Raphael, naar Michelangelo Buonarroti, David, c. 1505-08. (pen en bruine inkt op papier, 39,6 x 21,9 centimeter, te zien in Royal Academy).
Zul je net zien: Kerst staat voor de deur – een afschuwelijke feestdag voor afschuwelijke mensen – en dan klieft je domme zusje ook nog eens haar hoofd in tweeën op de rand van haar badkuip. Het overkomt Carola (Nandi van Beurden), eigenaar van Carola’s Christmas Shop, voorheen Carels Christmas Shop. Rechtstreeks naar de hemel kan zusje Christel (Suzan Seegers) niet: ze moet zich eerst nog een laatste keer tegen Carola aan bemoeien.
Op Kerstavond meldt Christels spook zich daarom bij haar grote zus in huis om daar te verkondigen dat Carola bezocht zal worden door drie geesten. Die ervaring zal haar ervan moeten overtuigen haar leven te beteren. Daar zal wel een hoop overtuigingskracht voor nodig zijn, want Carola lijkt niet meteen onder de indruk van Christels spookverschijning. Al zal ze haar zusje (tevens haar werknemer) wel missen in de winkel. Carola: „Niemand maakt zo’n goede cappuccino als jij.”
In kerstmusical A XXXmas Carola is Carola een botte, gierige, ijskoude zakenvrouw met een hekel aan Kerst. Dat maakt haar de vrouwelijke tegenhanger van Ebenezer Scrooge, de hoofdpersoon van Charles Dickens’ A Christmas Carol, het verhaal waar A XXXmas Carola op is geïnspireerd. Wel kreeg de musical de ondertitel Precies zoals Dickens het nooit bedoeld heeft mee, dus verwacht geen adaptatie die al te loyaal blijft aan het bronmateriaal.
Sterrencast
Wat je wél van A XXXmas Carola kunt verwachten is een vijfkoppige sterrencast (naast Van Beurden en Seegers zijn ook Jeremy Baker, Thomas Cammaert en Luuk Haaze van de partij) die uitblinkt in vrolijke, meerstemmige nummers, waaronder veel bewerkingen van bekende kerstliedjes. Zowel de nummers als de grapjes volgen elkaar in rap tempo op in het script van Allard Blom. In de eerste scènes is het wel even wennen aan de dik aangezette humor, met een hoofdpersoon die veel weg heeft van een snauwerige Disneyfilm-slechterik. Carola lijkt zelfs te zijn vormgegeven als Cruella de Vil, geheel in het zwart-wit, terwijl de overige personages zich hullen in rood-groene sjaals en truien.
Naarmate Carola’s voorgeschiedenis wordt onthuld, wordt het personage minder eendimensionaal. Dat wil niet zeggen dat A XXXmas Carola een bijzonder gelaagd geheel is – qua plot en sentimentaliteitsgehalte komt het verhaal vrij dicht in de buurt van de Hallmark-films die deze maanden iedere avond op ‘Christmas Channel’ RTL8 te zien zijn. Al Carola’s herinneringen, trauma’s en dromen draaien om mannen. Maar op vrijwel alle andere vlakken dan het plot is de musical origineel en creatief; van de bij vlagen harde humor tot de catchy liedteksten. Ook naar de muziek van Sam Verhoeven kun je blijven luisteren. Vooral de kerstrevue, een jaarlijkse traditie van Carola’s vader, zit zo goed in elkaar dat het jammer is dat hij maar een paar minuten duurt. Het decor – dat bestaat uit huisjes op kniehoogte die regelmatig van plaats wisselen of eventjes in de lucht zweven – zorgt intussen voor een sprookjesachtige sfeer.
Het maakt dat je je gewillig overgeeft aan het suikerzoete einde waar A XXXmas Carola onvermijdelijk op afstevent. Zo’n suikerzoet einde is ook best lekker. Af en toe. Met Kerst, bijvoorbeeld.