Dagje in ‘pretpark’ Venetië? Dat is dan 5 euro

‘Goeiemorgen! Waar slaapt u vannacht? Bij ons, in Venetië? Dan hoeft u niks te betalen.” Simone Venturini (36), wethouder van toerisme in Venetië, is op dag 1 van de invoering van de toegangspas hoogstpersoonlijk afgezakt naar het centrale station van de Dogestad, om er toeristen op weg te helpen.

Steden vragen doorgaans wel geld voor bepaalde attracties, en het Zuid-Italiaanse eiland Capri vraagt een ontschepingstaks tijdens de drukke zomermaanden. Maar een kaartje om een hele stad te mogen bezoeken? Daarmee scoort Venetië toch een wereldprimeur.

Sinds donderdag is het op de drukste dagen verplicht om vooraf een toegangsticket van 5 euro te kopen. Dit jaar is betalen of registreren verplicht op 29 losse dagen, tussen 25 april en midden juli. Daarna wordt deze beginfase geëvalueerd. Toeristen die in Venetië overnachten en bezoekers uit de omliggende landsstreek Veneto betalen niet, en studenten en werknemers evenmin. Maar ze moeten zich vooraf wel registreren.

Venetië wil met de maatregel dagjestoeristen niet ‘bestraffen’, maar hen wel aanmoedigen om hun bezoek uit te stellen tot op een rustiger moment. Er is geen maximumaantal toegelaten bezoekers, dus wie betaalt komt er altijd in. De nieuwe maatregel wekt nieuwsgierigheid, maar ook veel kritiek. Sommigen mopperen dat Venetië nu helemaal wordt behandeld als een openluchtmuseum, waar alles draait om de harde cash. Een andere, vaak gehoorde opmerking is juist dat er zoveel uitzonderingen zijn dat het kaartje nauwelijks een duit zal opleveren.

Geen toegangspoortjes

Donderdag hebben ruim 100.000 bezoekers zich geregistreerd. Van hen hebben er 15.700 een kaartje betaald. Er staan géén toegangspoortjes tot de stad, wel voeren stewards van een beveiligingsbedrijf controles uit. De wethouder van Toerisme geeft toe dat het project in de beginfase allicht meer zal kosten dan het opbrengt.

„Maar zodra het kaartjessysteem enige winst oplevert”, zegt Venturini, „besteden we dat geld aan nog betere diensten voor de stad en haar bezoekers.” In Venetië is álles immers een stuk duurder dan op het vasteland. Ook de straat vegen en het vuilnis ophalen is er peperduur, want alles gebeurt met de hand – want met de vuilniswagen door een typisch Venetiaanse ‘calle’ rijden, kan natuurlijk niet.

Medewerkers van de stad Venetië donderdag met een QR-code om een toegangskaartje te kopen.
Foto Marco Bertorello/AFP

De invoering van het toegangskaartje verloopt op het eerste gezicht vrij geordend. Voor het station staan grote totempalen met informatie, en aan de zijkant van het stationsplein kunnen toeristen hun kaartje betalen bij het fonkelnieuwe ticket office.

„Ik voel me alsof ik een pretpark binnenstap”, zegt Kai Kem uit Hongkong. Samen met zijn vriendin Disi Li trekt hij twee maanden rond door Europa. „De trein vanuit Milaan zat vanmorgen stampvol. We wisten helemaal niet dat we een kaartje moesten kopen om Venetië te mogen zien.” Hij tokkelt op zijn smartphone om alsnog te betalen. „Het voelt wel een beetje bizar”, zegt hij glimlachend, „maar ergens snap ik het ook.”

bezoeker uit HongkongKai Kem Ik voel me alsof ik een pretpark binnenstap

Ook Anne uit het Franse Bordeaux, die niet met haar achternaam in de krant wil, begrijpt wel dat het stadsbestuur iets wilde doen om het massatoerisme te beteugelen. Maar heel prettig vindt ze haar aankomst toch niet. „Je voelt je toch liever helemaal vrij om gewoon zonder dit gedoe aan je dagje Venetië te beginnen.” Ze draagt haar zoontje Louis op de arm, terwijl haar man Ismail probeert te betalen. „Wat stom, betalen met Apple Pay lukt niet”, moppert hij.

Van een ‘toegangsbijdrage’ tot Venetië, zoals het stadsbestuur het noemt, was al jaren sprake. De invoering ervan liep vertraging op door de pandemie. Burgemeester Luigi Brugnaro (62), een flamboyante zakenman die soms de ‘mini-Trump van Venetië’ wordt genoemd, is apetrots. „Alles loopt op rolletjes, ook al hadden sommigen op het tegendeel gehoopt!” roept hij, grijnzend en knipogend naar de tv-camera’s.

Enkele uren na de lancering van het initiatief is Brugnaro al overtuigd van het succes. Toeristen zijn volgens hem „zó enthousiast, dat ze met hun geprinte QR-code in mijn gezicht komen zwaaien.” En stadsbesturen wereldwijd – welke zegt hij liever niet – benaderen hem met vragen. „Maar Venetië onderneemt tenminste actie!”, klopt hij zichzelf op de borst.

Toeristen staan donderdag in de rij bij het treinstation Santa Lucia in Venetië.
Foto Marco Bertorello/AFP

De rechtse burgemeester is zeker niet door iedereen geliefd. Voor het station protesteren tientallen betogers. „Dit is een inperking van de EU-regels rond vrij verkeer”, zegt Ivo Papadia, een tachtiger in een sigarenwalm. Volgens het stadsbestuur klopt dit niet, precies omdat geen enkele bezoeker – ook in de toekomst niet – zal worden geweerd. Hoe dit het massatoerisme beteugelt, is dan ook de vraag. Donderdag – een vakantiedag in Italië – was het in Venetië razend druk.

„Ik wil ook helemaal niet minder toeristen in Venetië”, zegt Salvatore Pisani, de Napolitaanse manager van luxehotel Splendid Venice, in de hotellobby, terwijl pal achter hem een gondelier voorbijvaart. „Maar die dertig miljoen toeristen per jaar kunnen wél beter worden gespreid.”

Als het kaartjessysteem, dat Pisani toejuicht, ertoe bijdraagt dat het laagseizoen straks wat drukker wordt, doordat sommige toeristen hun bezoek uitstellen tot dagen dat je niet hoeft te betalen, dan is hij een gelukkig man. „In december en januari, tot carnaval, is het hier nu ontzettend rustig. Toch is ook dat een leuk moment voor een bezoek. Want zelfs op een mistige winteravond verliest Venetië nooit zijn magie.”