Er moet een wettelijke verplichting komen om ongevaccineerde kinderen op de kinderopvang te weigeren, als de vaccinatiegraad te sterk daalt. Dat bepleiten twee hoogleraren die zich in een recent verschenen boek mengen in de opgelaaide discussie over een vaccinatieplicht. „Als je weet dat er serieuze ziektes kunnen uitbreken, kan de overheid niet blijven voortmodderen.”
Hoogleraar ethiek Marcel Verweij (Universiteit Utrecht) en hoogleraar rechtsfilosofie Roland Pierik (Universiteit Maastricht) houden zich, onder meer als leden van de Gezondheidsraad, al jaren bezig met de discussie over vaccinaties. Hun recent verschenen boek Inducing immunity is een pleidooi voor een vaccinatieplicht, zeggen ze, maar alleen „als het echt noodzakelijk is”.
Het onderwerp staat op de agenda na een reeks berichten over besmettelijke ziekten. De vaccinatiegraad bij kinderen tot 2 jaar zakte vorig jaar tot onder de 90 procent, voor het eerst in decennia. Dit jaar overleden vier baby’s aan kinkhoest. Na een uitbraak van mazelen in Eindhoven waarschuwt het Outbreak Management Team, bekend uit coronatijd, voor een grote mazelengolf binnen een paar jaar. Unicef en de Wereldgezondheidsorganisatie maken zich zorgen over de dalende vaccinatiegraad in Nederland en andere landen.
Hoogleraren Pierik en Verweij adviseren een ondergrens vast te stellen voor deelname aan het rijksvaccinatieprogramma en wettelijk te regelen dat als het percentage gevaccineerde kinderen daaronder zakt, ongevaccineerde kinderen niet meer naar de opvang mogen. Dit voorstel sluit aan bij een wetsvoorstel dat de VVD in voorbereiding heeft, de partij denkt aan een grens van 90 procent.
Groepsimmuniteit
Het weren van ongevaccineerde kinderen is een middel, zegt Verweij. „Daarmee sluit je besmettingen niet uit, maar het is een manier om voor ouders een hogere prijs te zetten op het weigeren van vaccinaties. Hun kinderen kunnen dan niet meer naar de opvang.” De hoogleraren denken dat een vaccinatieverplichting in de opvang twijfelende ouders over de streep trekt om hun kinderen te laten inenten, zonder de keuze om vaccins te weigeren helemaal af te pakken.
In andere landen, zoals Australië, gelden dit soort regels al. „Die landen zijn niet een-op-een te vergelijken met Nederland, maar je ziet daar wel dat door deze maatregel de vaccinatiegraad omhoog ging, en dat is uiteindelijk het doel.” Als de vaccinatiegraad hoog genoeg is, is de samenleving beschermd tegen uitbraken, doordat ziektes zich dan moeilijk kunnen verspreiden. Daalt het percentage gevaccineerden te ver, komt die groepsimmuniteit in gevaar. „De bedoeling is om van 88 procent naar bijvoorbeeld 94 procent te komen.”
Ondergrens is politieke keuze
Waar de die ondergrens wordt gelegd, is een politieke keuze, zeggen de hoogleraren. Daarbij mogen politici zich niet verschuilen achter de wetenschap. Die ondergrens wordt volgens de hoogleraren weliswaar gebaseerd op wetenschap, maar zal nooit perfect zijn. „Ook als de algehele graad hoog is, kan die op bijvoorbeeld Urk te laag zijn, waardoor er toch een plaatselijke uitbraak komt”, aldus Verweij.
Informatiecampagnes en het bestrijden van hardnekkige desinformatie over vaccins op sociale media, waar de voorkeur van onder meer staatssecretaris Maarten van Ooijen (Volksgezondheid, CU) naar uitgaat, zijn volgens de hoogleraren niet meer voldoende. Pierik: „Het is heel goed om desinformatie aan te pakken, maar de vaccinatiegraad blijft dalen.”
Bij een vaccinatieplicht is een duidelijke opstelling van de overheid van groot belang, vinden de twee hoogleraren. Pierik: „De keuze om ongevaccineerde kinderen te weigeren moet je niet aan de opvang laten. Dan krijg je in elke opvang discussie tussen ouders, terwijl die discussie daar weg moet blijven. De overheid moet de verantwoordelijkheid nemen om ons te beschermen tegen ziektes. Als de vaccinatiegraad te laag wordt, moet de overheid beslissen dat geen enkel ongevaccineerd kind meer naar de kinderopvang kan.”
Lees ook
‘Wellness-rechts’, mensen met prikangst en religieuzen: groep van ongevaccineerden wordt steeds diverser
Strafbaar stellen als laatste optie
De vaccinatieplicht zoals de hoogleraren voorstellen gaat minder ver dan vaccinatiedwang. Die dwang houdt niet in dat mensen fysiek worden gedwongen tot vaccinatie, maar dat weigeren strafbaar wordt. Dat is, benadrukken ze, „het laatste” wat de twee auteurs willen. Maar in uiterste gevallen vinden ze het juridisch en ethisch te rechtvaardigen „om schade aan anderen te voorkomen.”
De hoogleraren maken wel onderscheid tussen kinderen en volwassenen. Het recht op lichamelijke integriteit weegt bij volwassenen heel zwaar. Een inperking daarvan is „eigenlijk alleen maar denkbaar bij een gevaarlijke nieuwe ziekte, waarvoor nog bijna niemand immuun is”, zegt Verweij. „Een crisissituatie, zoals we met Covid hebben meegemaakt.”
Bij volwassenen „is de macht van de overheid heel klein, omdat zij zelf kunnen kiezen of ze een vaccinatie willen nemen of niet”, zegt Pierik. Bij kinderen is de situatie anders, „omdat ze die keuze nog niet zelf kunnen maken.” Ouders maken in principe de keuze voor hun kind, maar de ouderlijke autonomie weegt volgens de hoogleraren minder zwaar. „De overheid kan die ouderlijke autonomie inperken om het kind te beschermen.”
Lees ook
Hoe gevaarlijk is kinkhoest? Hoe herken je de mazelen? Deze en zes andere vragen over twee ‘vergeten’ ziektes