Het RIVM is mogelijk te kritisch over PFAS

Recent gepubliceerde drinkwateradviezen van het RIVM voor PFAS zijn mogelijk te streng. In zijn berekeningen telt het RIVM de gezondheidseffecten van allerlei verschillende soorten PFAS bij elkaar op. Maar die som kan niet zomaar gemaakt worden, zeggen onafhankelijke experts. Ook andere Europese gezondheidsdiensten hebben kritiek op de RIVM-rekenmethode.

PFAS zijn niet één stof, maar een parapluterm waar duizenden verschillende fluorhoudende stoffen onder vallen. De ene is veel schadelijker dan de andere.

Het optellen in een ‘cocktail-benadering’ is zinnig als stoffen ook een vergelijkbare werking hebben in het lichaam, zegt emeritus-hoogleraar toxicologie Martin van den Berg. Voor verschillende PFAS die het RIVM bij elkaar optelt staat dat niet vast. „Deze stoffen mag je niet zomaar allemaal over een kam scheren”, zegt Van den Berg. „Er worden op deze manier problemen gecreëerd waarvoor wetenschappelijk geen bewijs is, eerder het tegendeel.”

Bloed

Voor giftigheid van PFAS is vooral de lengte van het molecuul bepalend. Langere PFAS zijn giftiger. Ze stapelen zich op in het lichaam, waardoor ze jaren na blootstelling nog terug te vinden zijn in het bloed. Ze verzwakken het immuunsysteem, waardoor vaccins minder goed werken. Dat is met name voor kinderen een risico. Korte PFAS verlaten het lichaam juist snel, binnen een paar dagen.


Lees ook
Ultrakorte PFAS zijn overal en gaan nooit meer weg. Maar kunnen ze ook kwaad?

Het kleinste stukje PFAS

Door het optellen van RIVM zal sneller de conclusie worden getrokken dat er te veel PFAS in het drinkwater zitten. En PFAS zijn al een hoofdpijndossier voor drinkwaterbedrijven. Ze experimenteren met nieuwe zuiveringstechnieken. Die kosten geld: filters moeten vaker vervangen worden en de nieuwe afvalstromen afgevoerd en verwerkt.

In maart vorig jaar publiceerde het RIVM een drinkwateradvies voor de ultrakorte PFAS trifluorazijnzuur (TFA). Volgens het instituut mag er van deze stof maximaal 2,2 microgram (miljoenste gram) per liter in drinkwater zitten. Dat is 500 keer meer dan de norm voor zeer giftige typen PFAS.

Probleem is dat TFA alomtegenwoordig is in het milieu. De stof breekt in de natuur niet af en is inmiddels in hoge concentraties aangetroffen in rivierwater, regenwater en grondwater. Daardoor slokt TFA in rekensommen van het RIVM een groot deel van de maximaal toelaatbare blootstelling aan het totale gehalte PFAS op. Volgens het RIVM krijgen sommige inwoners van Nederland louter via TFA al 40 tot 70 procent van de via drinkwater toelaatbaar geachte hoeveelheid aan PFAS binnen.

Het is aan het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) om drinkwateradviezen van het RIVM tot norm te verheffen. Drinkwaterbedrijven anticiperen daar al wel op. Na publicatie van de nieuwe norm liet koepelorganisatie VEWIN al weten TFA te zien als een „extreme bedreiging” voor het Nederlandse drinkwater.

Cocktail-benadering

Over de cocktailbenadering van het RIVM laat VEWIN zich niet uit. „Dat laten we aan de wetenschap”, zegt een woordvoerder. „Welke componenten relevant zijn om op te tellen en hoe je dat doet, is aan de toxicologen. De drinkwaterbedrijven acteren naar de consensus die daaruit volgt.”

Internationaal is die overeenstemming er niet. Andere Europese gezondheidsinstituten nemen de cocktail-benadering van het RIVM niet over. „Het is twijfelachtig hoe nuttig de uitkomsten zijn”, schreef het Deense voedselinstituut DTU over de Nederlandse rekenmethode in een commentaar uit 2021. Het Belgische VITO zag in 2021 dat de door het RIVM ontwikkelde methode afwijkende resultaten gaf en trok de conclusie dat het concept daarmee ‘op losse schroeven’ staat. De Belgen pleitten voor een model waarin stofeigenschappen zoals de lengte van het molecuul wel worden meegewogen.

Het RIVM laat weten bekend te zijn met de internationale kritiek, maar blijft achter de cocktail-aanpak staan. „Inwoners van Nederland krijgen te veel PFAS binnen en de blootstelling moet omlaag”, zegt RIVM-onderzoeker Joke Herremans. „Laten we eerst die beweging inzetten en dan zien we waar we uitkomen. Pas als er hele duidelijke bewijzen zijn dat TFA zich anders gedraagt dan andere PFAS zullen we onze aanpak heroverwegen.”

Ook toxicologen zijn het erover eens dat ultrakorte PFAS niet in het water horen. „Als we niets doen, wordt het alleen maar meer en passeren we uiteindelijk een toxische grens”, zegt Ian Cousins, toxicoloog en PFAS-expert van Stockholm University. „Maar een grenswaarde zou bepaald moeten worden op basis van wat bekend is van de giftigheid van TFA zelf. Ik denk niet dat het gepast is om TFA mee te nemen in een cocktail-benadering.”