Column | Poetin vernietigt ook de Oekraïense literatuur

Met twee nekschoten uit een Makarov-pistool maakten Russische militairen in de loop van 2022 een einde aan het leven van de 50-jarige Oekraïense schrijver Volodymyr Vakoelenko. Op 22 maart van dat jaar was hij bij de stad Izjoem door de Russische bezettingsmacht gearresteerd, samen met zijn zevenjarige zoontje. Na een bruut verhoor werden ze vrijgelaten. Maar twee dagen later kwamen de Russen terug om Vakoelenko opnieuw mee te nemen. En dit keer lieten ze hem niet gaan. Nog geen half jaar later werd zijn lijk gevonden, in een massagraf met nog zo’n vierhonderd andere geëxecuteerde Oekraïners.

In de tussenliggende maanden was de 37-jarige schrijfster Viktoria Amelina naar Vakoelenko’s huis gegaan om zijn oorlogsdagboek op te halen, dat hij in zijn tuin voor de Russen had verstopt. Ze zorgde ervoor dat het uitgegeven werd, maar kwam op 1 juli 2023, vier dagen na de presentatie van het boek in Kyiv, bij een raketaanval in Kramatorsk om het leven.

Vakoelenko en Amelina zijn slechts twee voorbeelden van de meer dan honderd Oekraïense schrijvers, acteurs, dansers, schilders en musici die sinds het begin van de Russische invasie in hun land zijn omgekomen. Het doet je denken aan de duizenden andere getalenteerde kunstenaars, die in de 20ste eeuw in oorlogen sneuvelden of door dictatoriale regimes werden vermoord, waarna hun werk van de radar verdween.

De roman Bedrog van de in 1943 in Auschwitz vermoorde Joeri Felsen is zo’n vergeten kunstwerk. Felsen werd in 1894 als Nikolai Freudenstein geboren in een Joods doktersgezin in Sint-Petersburg. Hij studeerde rechten, maar koos voor de literatuur. Toen in 1917 de revolutie uitbrak, vluchtte hij met zijn familie naar Riga, om zes jaar later in zijn eentje in Parijs neer te strijken. In die zelfverklaarde hoofdstad van de Russische emigratie publiceerde hij in 1930 onder pseudoniem Bedrog, het eerste deel van een roman- en verhalencyclus over een neurotische Russische emigrant in Parijs. Het in dagboekvorm geschreven Bedrog doet behalve aan het vroege werk van Nabokov ook denken aan dat van Emmanuel Bove en Marcel Proust. Dat laatste blijkt met name uit Felsens ellenlange, poëtische zinnen, die door Hans Boland briljant zijn vertaald. Door die barokke stijl verandert het verhaal over de obsessie van die jonge emigrant voor een grillige vrouw algauw in een subtiel psychologisch zelfportret van de verteller. Door genadeloos diens gevoelens af te pellen beland je in steeds diepere lagen van zijn persoonlijkheid om uiteindelijk te beseffen dat hij zijn obsessie met die vrouw vooral dankt aan zijn gekwetste ijdelheid. Hoe gek kun je jezelf maken, lijkt Felsen te willen zeggen.

Nabokov, die altijd zuinig was met complimenten, bewonderde Felsen. Alleen daarom al hoop ik dat Hans Boland ook zijn overige werk mag vertalen, als postuum eerbetoon.

Ik ben benieuwd of we zoiets over een eeuw ook zullen doen met die vermoorde Oekraïense schrijvers. Want als hun land deze zomer in Russische handen valt omdat het Westen het in de steek heeft gelaten, dan zal Poetin alles doen om de Oekraïense cultuur uit te wissen. Alleen in de emigratie zal die dan nog een tijdje voortbestaan om daarna in de mist van de herinnering te verdwijnen. Niet voor niets zei schrijver Serhij Zjadan onlangs nog vanuit het belegerde Charkiv: ‘Als we ons niet verdedigen, dan worden we vernietigd.’ Zo is het en niet anders.