De cryptowereld heeft zo zijn eigen feestdagen. Er is de jaarlijkse Pizzadag, op 22 mei. Op die datum in 2010 slaagde een Hongaarse man erin met 10.000 bitcoin twee pizza’s te kopen. Dat was destijds een groot succes voor de jonge munt, die nog bijna niets waard was. Tegen de huidige koers zouden die pizza’s bijna 700 miljoen dollar hebben gekost.
Ook de vermeende verjaardag van de bedenker van bitcoin, de verdwenen Satoshi Nakamoto, wordt gevierd. En de dag waarop hij of zij het idee voor bitcoin publiceerde(n). Meestal blijft dat vieren beperkt tot uitingen op sociale media.
Maar eens in de vier jaar is het echt feest. Dan is het tijd voor de zogenaamde halving (halvering). De festiviteiten variëren van een meerdaags festival op een alternatieve Noorse boerderij – inclusief Viking-spelletjes – tot borrels in Arnhem en Amsterdam en een strandfeest in El Salvador, waar de bitcoin een officieel betaalmiddel is.
De volgende halving is waarschijnlijk deze vrijdagavond. Een halving vertraagt het creëren van nieuwe bitcoins. Dat drijft de schaarste en daarmee mogelijk de koers op. Maar wat is het eigenlijk?
vraag 1Wat is een halving?
Een halving is het moment waarop de beloning halveert die zogenoemde bitcoin-miners ontvangen voor het ‘delven’ van een nieuw blok op de blockchain. Je zou het kunnen vergelijken met goud: alsof de gouddelvers in plaats van een hele klomp goud vanaf nu steeds maar een halve klomp kunnen vinden.
vraag 2Help!
Ja, sorry. Nu weet je eigenlijk nog steeds niets. Om het fenomeen halving te begrijpen, is behoorlijk wat voorkennis vereist. Hier moet je even doorheen.
Crypto’s of cryptovaluta’s zijn virtueel geld. Dat wordt gecreëerd door samenwerkende computers, op basis van computercode. De ‘munten’, en de transacties daarmee, bestaan alleen doordat die computers daarvan samen een database bijhouden. Die database wordt een blockchain genoemd. Die blockchain is eigenlijk één lang overzicht van transacties, waar steeds regels transacties bijkomen. Je zou het kunnen vergelijken met een grootboek van een bank, maar dan publiek. Iedereen kan het grootboek inzien en controleren.
Maar er is een groot verschil tussen bijvoorbeeld de euro en de bitcoin. Waar bij de euro de Europese Centrale Bank beslist of er euro’s worden bijgedrukt, is er bij de bitcoin geen centrale aansturing.
Creëren van nieuwe bitcoins gebeurt door de computers die dit alternatieve financiële systeem laten functioneren. Iedereen met een computer en internet kan eraan meedoen. Uitvoeren en controleren van transacties en beveiligen van het systeem is geen liefdadigheidswerk. Actieve deelnemers worden in bitcoin beloond.
Hoe werkt een blockchain?
Stel: ik wil een bitcoin overmaken. Dan moeten allerlei computers gaan rekenen om dit voor elkaar te krijgen. Dat kost apparatuur en stroom. Daarvoor betaal ik als gebruiker transactiekosten aan (de eigenaren van) die computers.
Deze techniek draait op cryptografie, ofwel versleuteltechnologie. Deelnemende computers ordenen de transacties in blokken en koppelen die aan elkaar. Daar komt de term blockchain (ketting van blokken) vandaan. Nadat ze dit hebben gedaan, is het vrijwel onmogelijk nog iets te veranderen: als een transactie eenmaal op een blockchain staat, blijft die op de blockchain. Daarin zit de waarde van het hele systeem rond cryptovaluta’s: zekerheid in de virtuele wereld.
vraag 3Waar komen die bitcoins dan vandaan?
Ze zijn door iemand bedacht. De uitvinder schreef de onderliggende computercode zo dat er maximaal 21 miljoen bitcoins kunnen circuleren. Dat kunnen er nooit meer worden. Maar die 21 miljoen bitcoins zijn niet allemaal tegelijk de virtuele wereld in geslingerd. Dat gebeurt in de loop der jaren, door het minen van de cryptomunt. De computers die ervoor zorgen dat het netwerk draait, ontvangen voor hun ‘werk’ de transactiekosten én kans op een portie verse bitcoins door voor een extra beveiligingslaag te zorgen. De inspanning die ze voor dat laatste moeten leveren, wordt delven of minen genoemd.
Er moet moeite voor worden gedaan, net als voor het vinden van een schaars aardmetaal. Door te delven kun je dus aan nieuwe munten komen. Ze komen niet, zoals bij de transactiekosten, uit de digitale portemonnee van iemand anders.
vraag 4Waar blijft die halving?
Bijna! Die extra beveiligingsstap bestaat uit het raden van een controlegetal door de computers die delven. Het bitcoinnetwerk doet vele miljarden pogingen per seconde om dat getal te raden, non-stop. Dat kost veel stroom en verklaart het hoge energieverbruik van het bitcoinnetwerk.
Veel daarvan is verspild, want alleen de eerste die een getal heeft dat aan de voorwaarden voldoet, krijgt de beloning, die bestaat uit een vaste hoeveelheid nieuwe bitcoins. En die hoeveelheid halveert ongeveer eens in de vier jaar.
Op dit moment is de beloning 6,25 bitcoin. Na de halving is dit dus 3,125 bitcoin. Daarmee vertraagt de groei van de hoeveelheid bitcoins in circulatie. Nu zijn we in deze uitleg dus eindelijk bij de halving beland.
vraag 5Wie bepaalt dat die halving plaatsvindt en hoeveel bitcoin een miner dan nog krijgt?
Niemand. Het moment waarop de beloning voor de miners halveert, is ingebakken in de techniek. Het gebeurt steeds nadat 210.000 blokken met transacties zijn voltooid. Deze week is de vierde halving in de bitcoingeschiedenis.
Wanneer de halving precies plaatsvindt, is afhankelijk van allerlei factoren, zoals de hoeveelheid transacties en de ingezette ‘computerkracht’. Gemiddeld duurt voltooiing van een blok tien minuten, maar het kan ook oplopen tot een paar uur.
Op tal van cryptowebsites lopen al maanden tellers die het moment ongeveer inschatten, want het is het leukste als de halving precies tijdens je feestje valt. Waarschijnlijk hebben de organisatoren mazzel en is de halving vrijdag laat of zaterdag vroeg.
vraag 6Minder nieuwe bitcoins, waarom zou je dat vieren?
Dat er maximaal 21 miljoen bitcoins kunnen zijn, maakt de munt een schaars goed, waarvan de waarde stijgt als de vraag ernaar toeneemt. Tot nu toe zijn er ruim 19,6 miljoen uitgegeven, en er komen er steeds minder bij. De laatste munt wordt in 2140 gemined. Dat is een belangrijk verschil met andere cryptovaluta’s en met het geld zoals we dat kennen. Die kunnen in principe oneindig worden bijgemaakt. Een populaire bijnaam voor bitcoins onder cryptobezitters is ‘het digitale goud’, omdat ook goud eindig is.
De waardestijgingen en -dalingen van die andere valuta’s zijn een stuk moeilijker uit te leggen. De bitcoin geldt als de oermoeder van de cryptovaluta’s. De hele groep andere cryptomunten wordt altcoins genoemd. Fanatieke bitcoiners spreken liever van shitcoins.
De digitale schaarste is dus heel belangrijk voor de bitcoin. Dat maakt vertraging van de groei van de totale hoeveelheid bitcoins volgens sommigen een feestje waard.
vraag 7Als de beloning halveert, is het ‘delven’ van bitcoins dus steeds minder lucratief?
Dat klopt. De laatste hele bitcoin wordt rond 2140 gedolven. Maar het idee is dat de in de techniek geprogrammeerde schaarste zorgt voor stijging van de waarde van de bitcoin. Ook als je beloning halveert, zou je daardoor niet slechter af zijn. Momenteel kost één bitcoin zo’n 60.000 euro.
De halving kan zo worden gezien als een stap op weg naar de volwassenheid van het netwerk. Het werk daarvoor bestaat geleidelijk steeds meer uit uitvoeren en verifiëren van transacties en minder uit het vergroten van de hoeveelheid bitcoins.
vraag 8Draait de opwinding over de halving niet gewoon om de koersen en speculatie?
Grotendeels wel. Prijzen van crypto’s komen tot stand op basis van vraag en aanbod. Minder snel stijgend aanbod bij een gelijkblijvende of groeiende vraag leidt tot hogere koersen. En daar wordt altijd druk op gespeculeerd.
De halving voltrekt zich automatisch, als gevolg van computerlogica en het verbruik van veel energie. Dat is onvermijdelijk en voorspelbaar. Koersen zijn dat allerminst. Die zijn ook voor een groot deel het gevolg van menselijke emoties, zoals hebzucht en angst.
vraag 9Even serieus, je kunt een bitcoin toch niet met goud vergelijken?
Het is maar wie je het vraagt. Behalve met munten en aandelen worden cryptomunten ook vergeleken met grondstoffen, zoals goud of graan. Die definitiekwestie is vooral voor toezichthouders relevant; zij moeten bepalen onder welke regels cryptovaluta’s vallen. Voor beleggingsproducten gelden andere spelregels dan voor grondstoffen.
Een bitcoin is niet tastbaar, zoals goud dat is, of zoals een aandeel een stukje van bijvoorbeeld een bedrijf vertegenwoordigt. Met name in de VS wordt druk over de definitiekwestie gediscussieerd en geprocedeerd. De tussenstand is dat digitale bezittingen als bitcoins goederen zijn, omdat ze verhandelbaar zijn via beurzen en inwisselbaar. Het maakt niet uit welke crypto je precies hebt.
Of een cryptomunt daarmee ook echt waarde heeft, is uiteindelijk aan de gebruikers. Er zijn mensen die veel belang hechten aan een alternatief mondiaal geldsysteem. En die een blockchain betrouwbaarder achten dan een bankier. Voor hen heeft dan het kunnen bezitten en betalen met bijvoorbeeld bitcoins waarde.
Lees ook
Een ‘bitcoin-ETF’ op de Amerikaanse markt zou een nieuw tijdperk voor crypto kunnen inluiden