De wilde schoenen van Berlijn wachten op straat op een nieuwe eigenaar

Ze staan er nu een dag of drie. Op de brug die de wijken Kreuzberg en Neukölln verbindt, heeft iemand een paar witte Nikes achtergelaten. Dit model, ooit ontworpen voor basketballers en vernoemd naar het Amerikaanse presidenstvliegtuig, is alweer een tijdje in of misschien wel nooit uit geweest. De sneakers (maat 44) hebben duidelijk veel meegemaakt. Het leer is groezelig, de binnenkant bij de hielen versleten. De zolen zijn gelig in plaats van wit.

Wie door Berlijn wandelt, komt overal schoenen zonder mensen tegen. Stevige stappers, hippe gympen, kinderschoenen, hoge hakken, motorlaarzen, espadrilles. Ze duiken op in perkjes, op straathoeken en in portieken. Altijd een paar. Gedragen, maar meestal nog in prima staat.

De zwerfschoenen zijn een uiting van de weggeefcultuur die de stad kenmerkt. Wie ergens vanaf wil – een bankstel, koekenpan, of een paar jaargangen van het weekblad Der Spiegel – zet het gewoon op straat, al dan niet in een doosje met een briefje Zu verschenken. Ideaal: na elke opruimsessie waan je je een weldoener. Je hebt hulpbronnen gespaard en iemand blij gemaakt. Waarschijnlijk een van de 14,2 miljoen landgenoten die volgens recente cijfers in armoede leeft.

Goedbedoeld, maar sinds corona de opruimwoede aanwakkerde en duizenden informele rommelmarktjes in de stad deed bloeien ook problematisch. In 2022 betaalde de Duitse hoofdstad vijf miljoen euro om zo’n 35.000 kubieke meter aan illegaal grofvuil te verwijderen. Vorige maand kondigde de Berlijnse coalitie van CDU en SPD daarom een radicale verhoging van de boetes voor illegale afvaldumping aan. Het verwijderen van een kilo of twee ongeoorloofd afval kost volgens de plannen straks niet meer 100 euro, maar zó 4.000. Bij meer dan een kubieke meter zelfs het dubbele.

Kringloopwinkels, allerlei apps en officiële weggeefkastjes zouden gulle gevers een alternatief moeten bieden. Maar winnen die het van de straat? Ogenschijnlijk niet. Er wordt ook nauwelijks tegen daders/donateurs opgetreden. Meestal houden ze zich aan de ongeschreven regels: plaats niks in de doorloop, zet geen potentieel gevaarlijke voorwerpen neer en ook niet als het regent. Schenk alleen spullen die je zelf ook nog de moeite waard vindt.

Grote kans dus dat de schoenen in het wild blijven verschijnen. Als je niet weet wat erachter zit, zijn het intrigerende stillevens: alsof hun eigenaar ze heeft uitgetrokken en op sokkenvoeten verder ging – na een iets te wilde nacht misschien.

De Nikes op de brug bieden ook zo’n aanblik. Het zit ’m in de veters: keurig gestrikt en hagelwit. Dit zijn schoenen die nog wel zin hebben in een volgend leven, het is alleen wachten op een match. Ze verhuizen over de brug, worden opgetild en weer neergezet. Op de vierde dag zijn ze weg.