Hoe denkt de EU over erkenning van Palestina? Spanje pleit ervoor, maar de rest blijft verdeeld

Wanneer de EU-leiders bij elkaar komen om gericht over een onderwerp te spreken, kunnen ze zelden om de actualiteit heen. Een geplande top op woensdag en donderdag over concurrentievermogen en de interne markt zal daarom naar verwachting ook gaan over het opgelaaide conflict tussen Israël en Iran. In een ontwerpverklaring roepen de Europese regeringsleiders alle partijen op om „uiterste terughoudendheid te betrachten en zich te onthouden van elke actie die de spanningen in de regio kan vergroten”.

Deze verklaring kan vooral gezien worden als oproep aan de Israëlische premier Netanyahu om niet te hard terug te slaan na de Iraanse aanval met meer dan driehonderd raketten en drones op zijn land. Toch is het duidelijk aan welke kant de EU staat in dit conflict: nadat het eerder forse kritiek op de humanitaire situatie in de Gazastrook geuit had, schaarde het Westen zich weer massaal achter Israël. Zo hielp behalve de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk ook Frankrijk mee met het onderscheppen van Iraanse raketten.

Die hernieuwde steun voor Israël doorkruist het plannetje van de Spaanse premier Pedro Sánchez. Hij was afgelopen week juist druk bezig om steun te verzamelen voor zijn plan om de Palestijnse staat te erkennen. Zelfs voor een regeringsleider was zijn reisschema exceptioneel: in korte tijd bezocht hij Jordanië, Saoedi-Arabië, Qatar, Noorwegen, Ierland, België en Slovenië.

‘Oprechte twijfels’

Sánchez is een van de meest uitgesproken Europese critici van de Israëlische aanval op Gaza, die hij „werkelijk ondraaglijk” noemt. Ook al veroordeelt de Spaanse premier de „schokkende terreurdaden” van Hamas en erkent hij het Israëlische recht op zelfverdediging, dat rechtvaardigt volgens hem niet „de dood van onschuldige burgers, onder wie duizenden kinderen”. Over de vraag of Israël zich aan het internationaal humanitair recht houdt, heeft Sánchez „oprechte twijfels”.


Lees ook
Top EU-leiders is weer gekaapt door conflicten in Oekraïne en Midden-Oosten

Oekraïense president Zelensky doet virtueel mee aan de top van Europese regeringsleiders, om meer militaire steun te verwerven.

Dit vraagt volgens de Spanjaard om diplomatieke actie. Hij is bezorgd over het Europese gebrek aan veroordeling van de oorlog. Wat hem betreft zou de Europese Unie zelfs kunnen debatteren „of we doorgaan met deze strategische relatie [met Israël] of niet”. Zowel Sánchez als de Spaanse minister José Manuel Albares (Buitenlandse Zaken) is ervan overtuigd dat de tweestatenoplossing het enige antwoord blijft op de crisis in het Midden-Oosten. Om die oplossing dichterbij te brengen, wil hij op korte termijn de Palestijnse staat erkennen – en andere landen ervan proberen te overtuigen om hetzelfde te doen.

Onlangs zei Albares tegen verslaggevers in Brussel dat het zaak is dat Europa niet hetzelfde doet als de afgelopen tien jaar, omdat „deze spiraal van geweld” dan opnieuw te zien zal zijn. Erkenning van Palestina zal dat patroon volgens de minister doorbreken.

Spanje geldt al langer als een land dat sympathie voor de Palestijnen koestert. Dit komt mede voort uit goede banden met de Arabische wereld in bredere zin. Die zijn historisch zo gegroeid toen het land onder dictator Francisco Franco, die regeerde van 1939 tot 1975, geïsoleerd kwam te liggen in Europa en zich daarom meer op de Arabische landen in Noord-Afrika ging richten. Met Israël knoopte Spanje pas in 1986 diplomatieke banden aan. Die verhoudingen waren lange tijd juist stroef geweest, mede doordat Israël weinig te maken wilde hebben met een dictatuur die dicht bij nazi-Duitsland had gestaan.

Directe onderhandelingen

Een groot deel van Europa is het over één ding met de Spaanse premier eens. Ook invloedrijke figuren als EU-buitenlandchef Josep Borrell, landgenoot van Sánchez, en de Duitse minister Annalena Baerbock (Buitenlandse Zaken) zijn voorstander van een tweestatenoplossing.

Erasmus UniversiteitJeff Handmaker Omdat de claims van Israëliërs en Palestijnen deels overlappen, zal toch onderhandeld moeten worden

Maar er is een verschil van opvatting over de beste manier om die oplossing te bereiken. Veel landen willen wel een Palestijnse staat, maar dan door middel van directe onderhandelingen tussen Israël en de Palestijnen. Eenzijdige erkenning van Palestina zou Israël voor een voldongen feit stellen, vinden zij. Vooral landen als Duitsland, Nederland en Oostenrijk willen Israël niet passeren. De kans dat Sánchez deze landen gaat overtuigen lijkt nihil.

Het is niet zo vreemd dat de meeste landen op directe onderhandelingen aandringen, zegt Jeff Handmaker, universitair hoofddocent aan het International Institute of Social Studies van de Erasmus Universiteit Rotterdam. „Het recht op zelfbeschikking draait om de wens van de volkeren zelf. Maar omdat de claims van de Israëliërs en de Palestijnen deels overlappen, zal er toch onderhandeld moeten worden.”

Toch kan Handmaker zich wel voorstellen dat Sánchez ongeduldig is. Van vredesonderhandelingen is al een decennium geen sprake meer. Bovendien laat premier Netanyahu geregeld weten dat hij geen heil ziet in een Palestijnse staat. „Sterker nog: er zijn leden van de Knesset die al plannen voor na de oorlog hebben gemaakt waarin Gaza opnieuw door Israël wordt gekoloniseerd. Het gaat er dus niet alleen om dat Israël geen Palestijnse staat wil, het heeft zélf een oogje op Palestijns gebied.” Ook op de bezette Westelijke Jordaanoever, constateert de Erasmus-onderzoeker, gaat de Israëlische annexatie sluipenderwijs verder.

Ook de uitingen van voorzitter Ursula von der Leyen aan het begin van de Gaza-oorlog zullen volgens Handmaker bijgedragen hebben aan de frustratie van Sánchez. Kort na de terreuraanval van Hamas op 7 oktober benadrukte zij het recht dat Israël heeft om zichzelf te verdedigen, zonder de verplichting te noemen om Palestijnse mensenrechten te respecteren.

De Spaanse premier Pedro Sánchez met zijn Ierse collega, Simon Harris, op 12 april in Dublin. En met zijn Noorse collega Gahr Stoere, op 12 april in Oslo.
Foto’s Clodagh Kilcoyne/Reuters, Terje Pedersen/AFP

Ierland

Acht van de 27 EU-lidstaten – Bulgarije, Cyprus, Hongarije, Polen, Roemenië, Slowakije, Tsjechië en Zweden – erkennen Palestina al. Behalve Spanje zijn er nog drie andere landen – Ierland, Malta en Slovenië – die onlangs aankondigden dat ook te willen doen, omdat het de enige manier zou zijn om vrede en veiligheid in de regio te bereiken.

Vooral aan Ierland heeft Spanje een goede bondgenoot. Dit land is traditioneel de meest pro-Palestijnse stem in de EU. Eerder al werkten Dublin en Madrid samen om de EU ertoe aan te zetten een Israëlische handelsovereenkomst te herzien vanwege mogelijke schendingen van de mensenrechten. Ook kondigde Ierland aan dat het zich zou mengen in de Zuid-Afrikaanse zaak tegen Israël bij het Internationaal Gerechtshof in Den Haag. Zo willen de Ieren dat het blokkeren van noodhulp onder de definitie van genocide komt te vallen.

„Het is duidelijk dat een hele bevolking hier wordt getroffen, niet alleen door de bombardementen, maar ook door hongersnood”, zei de Ierse minister Micheál Martin (Buitenlandse Zaken en Defensie) tegen The Guardian. En, met een verwijzing naar de grote Ierse hongersnood uit de jaren 1840: „We hebben hongersnood meegemaakt, we weten hoe het is in onze psyche.”

Vanwege de geschiedenis van Ierland als Britse kolonie voelt het land sympathie voor de Palestijnen in hun strijd tegen Israëlische onderdrukking. Maar een land als Duitsland redeneert de andere kant op: vanwege de gruwelen van de Holocaust richt de Duitse steun zich onverkort op de Joodse staat.

Intussen is Israël er veel aan gelegen om het initiatief van Sánchez tegen te houden. Voor dat doel bezigt het land scherpe taal: zo werd Ierland ervan beschuldigd dat het met zijn opstelling Hamas te hulp zou schieten. Maar zoals Sánchez in eigen land de druk voelt van zijn linkse coalitiepartner Sumar, die Netanyahu wegens vermeende oorlogsmisdaden berecht wil zien bij het Internationaal Strafhof, zo moet ook de onlangs aangetreden Ierse premier Simon Harris rekening houden met partijen die harder tegen Israël willen optreden.

Handmaker heeft er niet veel vertrouwen in dat Sánchez met zijn missie echt iets teweegbrengt. „Zijn initiatief is goed bedoeld, maar het blijft marginaal. Of hij nou in zijn streven slaagt of niet, volgens ambtenaren, wordt het hoofdbeleid van Nederland en Europese staten over Israël en Palestina niet in Brussel, maar in Washington bepaald.”