Mieke Kerkhof wil internet-onzin over gynaecologie bestrijden met haar boek

Mieke Kerkhof is vrouwenarts (gynaecoloog) in Den Bosch en schreef een boek over haar 25-jarige praktijkervaring met de titel Kunnen eierstokken echt rammelen? 82 vragen die je niet aan je gynaecoloog durft te stellen (maar waarop je het antwoord wél graag wilt weten). Een vraaggesprek per mail.

U verwijst met de titel van uw boek naar de filmkomedie van Woody Allen over seks Everything You Always Wanted to Know About Sex (But Were Afraid to Ask) uit 1972. Waarom?

Woody Allen verfilmde een bestseller van dokter David Reuben (1933), Amerikaans psychiater en seksuoloog. Hij beeldt op ludieke wijze zeven vragen uit: niets is te gek. Zo krijgt een vrouw met een kuisheidsgordel om een lustopwekkend middel en wordt een ejaculatie uitgebeeld door het mannelijk brein voor te stellen als een NASA control center. De spermacellen worden als parachutisten, onder wie Allen, in witte uniformen naar het grote onbekende gestuurd.

https://youtu.be/sj0YAuOiLBM?si=-1iKxfoxz86xwwN8

Door in mijn boektitel te verwijzen naar deze Woody Allen-film probeer ik te benadrukken dat geen enkele vraag gek is, en iedere vraag het waard is om gesteld te worden. Zeker in mijn specialisme spreekt er veel tot de verbeelding. Het vrouwelijk geslachtsorgaan wordt meestal via de vagina onderzocht. Banaliteit ligt op de loer.

Bumperstickers met ‘amateur gynaecoloog’ erop en T shirts met de tekst ‘Ik ben geen gynaecoloog, maar ik wil best even kijken’ zijn overal te koop, tot mijn grote ergernis. De vrouwelijke patiënten en de gynaecologen worden met dit soort uitingen beschimpt. Voor mij was dat aanleiding om veel van wat me in mijn 25-jarige carrière ter ore kwam zonder omwegen en op een nette manier te bespreken. Daarbij is mijn missie dat vrouwen correcte informatie krijgen en niet in zee gaan met onzin van influencers.

Wat is dan de onzin van influencers die u hoort in uw praktijk?

Bijvoorbeeld dat een baby kaal wordt van een CTG-elektrode. Dat is een elektrode die de hartslag in de baarmoeder meet en op het hoofd van de foetus wordt aangebracht. Zo bewaken gynaecologen de foetale conditie tijdens de baring. De geboorte is de gevaarlijkste reis van het leven. De foetus moet gemonitord worden, als hij bijvoorbeeld de eerste ontlasting heeft geloosd in het vruchtwater. Vrouwen weigeren heel vaak deze elektrode, met als gevolg dat een kind met zuurstofgebrek ter wereld kan komen.

Influencers beweren ook dat het weeënstimulerend hormoon oxytocine – ik citeer – „de verbinding tussen moeder en kind verstoort en het kind er uiteindelijk alleen voor staat, resulterend in een eenzame geboorte voor het kind”. Dit is op geen enkele wijze wetenschappelijk onderbouwd. Als een barende oxytocine weigert, terwijl ze het nodig heeft, stagneert de baring en moeten we een keizersnede doen, of ontstaat er veel bloedverlies, en dat is levensbedreigend. Allemaal onwenselijke situaties tijdens de bevalling, terwijl het juist zo’n mooi live event kan zijn.

Welke vragen krijgt u vaak in uw praktijk?

De meest indrukwekkende vraag die ik ooit kreeg was van een jonge moeder, die me na de bevalling vroeg of ze slachtofferhulp kon krijgen. Deze vrouw sloeg de spijker op zijn kop; de beleving van een bevalling moet door verloskundigen en gynaecologen goed in de gaten worden gehouden. En vergis je niet: ook al bevalt een vrouw in onze optiek heel vlot volgens het boekje, toch kan er een posttraumatische stressstoornis ontstaan. In mijn boek staan ook ludieke vragen, maar met een serieuze achtergrond. Bijvoorbeeld de vraag “Mag ik mijn sokken aanhouden?” die bijna iedere vrouw stelt, klinkt grappig, maar toont vooral haar kwetsbaarheid aan. Alle artsen, die de sokkenvraag horen, moeten goed rekening houden met gevoelens van gêne, die een vrouw voelt als ze, met haar ontblote onderlijf, plaatsneemt in de gynaecologische stoel.

U schrijft af en toe ‘ikjes’ voor de Achterpagina, ook over uw praktijk. Ziet u die ook als voorlichting?

Ik heb een grote liefde voor het schrijven van ‘ikjes’, ja. Bij veel van wat ik meemaak, niet alleen op mijn werk, ook in het leven van alledag, denk ik regelmatig: „Dat is leuk voor een ‘ikje’”. Ik heb er een soort antenne voor. Wat mijn werk betreft: Jozien Bensing, emeritus hoogleraar klinische psychologie en winnaar van de Spinozapremie in 2006, noemt de spreekkamer a garden of opportunities (een tuin van mogelijkheden). Je moet als arts een invoelende houding hebben in communicatie met je patiënt, vind ik. Oprechte interesse tonen. Door die houding is de oogst aan anekdotes die zich lenen voor een ‘ikje’ groot. Al is ‘ikjes’ scoren uiteraard niet mijn hoofddoel.

Ik heb weleens het verwijt gehad dat ik mijn beroepsgeheim zou schenden met ‘ikjes’ die ik schreef. Maar dat verwijt kan ik weerleggen. Want ik beschrijf de anekdotes niet herleidbaar en anoniem, en vraag altijd toestemming aan de betrokken patiënt. En wat blijkt: patiënten zijn vereerd. Wat is er nou mooier in het leven dan positieve emoties delen?

Kunnen eierstokken echt rammelen? Mieke Kerkhof, Fontaine uitgevers, 192 pag. 20,99 € / als e-book 10,99 €