Witte as vliegt door de auto. Af en toe tikt Kay (33) zijn sigaret af door een kiertje van het autoraam. Hij draagt een zwart trainingspak. Op het dashboard ligt een metalen snuifbuisje. Wanneer hij voor het laatst drugs heeft gebruikt? Gisteravond. Hij heeft geen idee wat. „Een of andere blanco kristal. 3-CMC of 2-CMC?” Hij haalt zijn schouders op. „Ik viel ervan in slaap.”
Kay heeft de auto van zijn „scharrel” geleend; de bestelbus van het boor- en freesbedrijf waar hij voor werkt staat thuis. In het kleine grijze autootje geeft hij een tour langs alle plekken in Overijssel waar hij samen met zijn vrienden designerdrugs heeft gebruikt. Hij rijdt nonchalant door de straten van Almelo en wijst naar een hoge flat in de buurt van het stadhuis. „Die flat daarzo, daar wonen oude dealers van ons.”
In de laatste drie jaar is het gebruik van designerdrugs (ook wel research chemicals) in Nederland fors toegenomen, met name onder 20- tot 29-jarigen, blijkt uit het Grote Uitgaansonderzoek van het Trimbos-instituut uit 2023. Daarom heeft de Tweede Kamer in januari dit jaar voor een een wetswijziging gestemd die hele groepen nieuwe psychoactieve stoffen (NPS) moet verbieden. De Eerste Kamer moet nog met het voorstel instemmen.
Drugsproducenten maken NPS door te sleutelen aan de chemische samenstelling van illegale drugs – een nieuw ‘ontworpen’ drug dus, die per definitie nog niet illegaal is, omdat hij nog niet bestond. Vanuit het oosten van het land hebben zulke designerdrugs zich inmiddels door heel Nederland verspreid.
Kay begon op zijn achttiende met het dealen van harddrugs, samen met de vorige vriend van zijn „scharrel”. In die periode raakte hij ook verslaafd aan designerdrug 4-MMC. Hij groeide op in Den Ham, een dorp tussen Almelo en Zwolle, en woont sinds een paar jaar in een rijtjeshuis in het nabijgelegen Vroomshoop.
Hoe dichter hij bij zijn ouderlijk huis in Den Ham komt, hoe meer sigaretten hij opsteekt. Hij stopt naast het kleine houten schuurtje bij het huis, waar hij vroeger in het weekend met vrienden zat. Hier hielden ze feestjes en gebruikten ze drugs. Zijn moeder had er geen problemen mee. Ook verkocht hij vanuit de schuur designerdrugs. „De politie heeft me nooit te pakken gekregen.” Hij neemt een slok uit een groot blik Monster Energy Drink. Hij verstopte de drugs in een waterdichte ton, vertelt hij, die hij in de dichtstbijzijnde speeltuin had begraven.
Begonnen om schulden af te betalen
Twee weken eerder, bij Kay thuis. Er wordt aangeklopt. „Daar zul je ze hebben”, zegt hij. Victor (23) loopt schreeuwend de woonkamer binnen met een dikke joint in zijn mond. „Wat is deze?”, zegt hij, en hij pakt een lepel van tafel.
Kay lacht. „Dat is speed, geef maar hier.” Hij verstopt het schoteltje onder de tafel. Victor ploft in zijn grijze joggingsbroek neer op de bank en steekt zijn joint aan. Hij komt uit de buurt van Vroomshoop en is schoonmaker.
Er zijn nog twee vrienden van Kay binnengekomen en op de bank gaan zitten, waarboven een grote vlag van Bob Marley hangt met de tekst One Love.
„Doe maar een colaatje”, zegt Marcel (21). Hij haalt zijn hand door zijn blonde haren. Ook hij woont in de buurt, hij werkt in de technische dienst. Naast hem zit de 24-jarige dakdekker Peter, die momenteel in de ziektewet zit. „Doe mij maar ook wat fris”, zegt hij. Alle drie de vrienden van Kay wonen bij hun ouders.
Op de grond van de huiskamer liggen een paar lege blikken energiedrank en op de stoelen ligt een hoop kleding. „Rommel van m’n ma, niet op letten”, zegt Kay. Zij woont in de buurt, begeleid, omdat ze een herseninfarct heeft gehad.
De jonge mannen willen heel graag dat het gordijn dicht gaat. „Anders gaan mensen naar binnen kijken”, zegt Victor. Het wordt schemerig binnen. Het enige licht komt van de tv, waar een YouTube-filmpje van een hardcore-nummer op pauze staat, en de warme, gele gloed van wat lampen.
Het begon voor Kay toen zijn ouders uit elkaar gingen. Zijn vader liet schulden achter op de naam van zijn moeder. Ze moesten naar de voedselbank. „Soms werd ik met beschimmeld brood naar school gestuurd.” Hij begon met dealen om de schulden af te betalen. „Het was het begin van de ondergang.” Hij was 21 toen hij verslaafd raakte aan 4-MMC.
Het risico op verslaving ligt bij designerdrugs vermoedelijk hoger dan bij sommige andere drugs, blijkt uit onderzoek van het Trimbos-instituut. Drie jaar later werd 4-MMC verboden.
Kay miste zijn favoriete drug en merkte dat zijn omgeving ook op zoek was naar vervanging. In dat jaar kwam 3-MMC (ook wel ‘miauw-miauw’) als nieuwe, legale variant op de markt. Via het dark web kwam hij terecht op een site die een groot assortiment aan designerdrugs verkocht, onder het mom van geurkristallen. „Via de gast achter de website begon ik 3-MMC te verhandelen”, zegt Kay. „Je weet wat ze zeggen: never get high on your own supply.” Hij raakte ook verslaafd aan speed en gebruikte een tijdlang bijna tien gram per dag. „Ik deed het net niet tussen mijn brood.”
Een gram 3-MMC kostte toen 5 euro. „Ik kreeg altijd een paar packies voor mezelf.” Op het hoogtepunt verkocht hij vijf kilo 3-MMC per week en verdiende hij zo’n 25.000 euro per maand. Volgens Kay gingen bijna alle drugs naar Amsterdam. Hij bracht de ladingen zelf. Via Amsterdam worden de drugs naar de Scandinavische landen gebracht, beweert hij. „Ik heb toen een ton voor mijn moeder afbetaald.”
Peter: „Respect the hustle, bro!”
Negen jaar geleden stopte Kay met dealen. „Ik had de groep waarvoor ik verkocht geript”, zegt hij, en hij tikt zijn sigaret af. „Ik had drie ons aan coke, miauw-miauw en tranquilizers van ze genakt” – gestolen. Het duurde vier jaar om van de groep af te komen. „Ik hoef nu niet meer over mijn schouder te kijken, omdat de hoofddealer vastzit.” Leidt hij nu een luizenleven? „Zeker niet. Ik heb met dat geld als een idioot geleefd.”
Hij kijkt zijn vrienden aan. „Ik heb de jongens altijd vervloekt dat ze ook designerdrugs zijn gaan gebruiken.” Ze geven om elkaar, maar ze zijn nooit nuchter als ze samen zijn. „We doen het gewoon voor de lol, en uit nieuwsgierigheid”, zegt Victor. Voor hem is het de normaalste zaak van de wereld om vier gram 3-MMC op een avond weg te snuiven. Met één of twee sleutelpuntjes kun je de hele nacht wakker blijven.
Victor was zeventien toen hij voor het eerst gebruikte. „Een maat van me had de iPhones van zijn vader gepakt en toen hebben we op de beeldschermen met 3-MMC het cijfer 3 en de letter M opgelegd. Ik snoof de 3 weg en hij de M.” De drug liet hem „kankerdiepe” gesprekken voeren met anderen, zegt hij. Tot iedereen zoveel had gebruikt dat ze alleen nog „als een zombie” op hun telefoon zaten.
Peter gebruikte op zijn 17de voor het eerst 3-MMC, in de schuur van Kay. Hij dacht dat het op natuurlijke basis was en niet zo schadelijk, omdat het in de smartshop verkrijgbaar was. „Er ging toen een buzz door me heen”, vertelt hij, en hij wijst naar zijn hoofd. „Ik zag alles in HD.” Het ging daarna snel bergafwaarts, want bij elk biertje hoorde ook een puntje 3-MMC.
Marcel voelde zich „lekker en zelfverzekerd” toen hij zijn eerste lijntje snoof. Hij was net 18. „Die nacht hebben we in de keet de diepste shit aan elkaar verteld.”
3-MMC en andere designerdrugs komen meestal voor in de vorm van kristalblokken. Die moeten worden fijngestampt om gesnoven te kunnen worden. Het werkt vrijwel onmiddellijk. De jonge mannen voelen zich euforisch als ze gebruikt hebben, ze gaan praten als een sneltrein. Ze zigzaggen door de woonkamer, rennen de trap op en af of gaan de straat op. Alles lijkt tien keer zo leuk en iedereen is je beste vriend.
Snuiven waar je moeder bij is
Kay rijdt verder door Den Ham. Op een heuvel naast een maisveld, in de buurt van een joodse begraafplaats, staat een bankje onder een boom. „In de zomer staat de mais hoog”, zegt hij. Hij steekt nog een sigaret op. „Drie keer raden wat we dan deden.” De bankjes werden voor de vriendengroep geregeld door een jongerenwerker. „Hij zag dat we op elkaar aangewezen waren. Het enige wat we hier in het oosten konden doen was vissen, werken of met elkaar hangen.” Ook bracht de jongerenwerker in de winter koppen thee. „Hij hield de politie van ons weg, omdat we geen vlieg kwaad deden en onze troep netjes opruimden”, zegt Kay. Hij drukt zijn sigaret alweer uit.
„Op straat chillen was voor ons een oplossing, omdat er thuis altijd gezeik was”, zegt Kay in de woonkamer. De jongens knikken. Volgens hen is de mentaliteit in het oosten anders dan in de rest van het land. Zo wordt hier met ouders nauwelijks gepraat over drugs. „Het wordt onder de tafel geschoven, omdat ze niet snel een probleem zien”, zegt Victor. „Bij mijn ouders thuis zet ik de partytent op en dan gaan we snuiven. Heel soms komt mijn moeder dan even checken of alles goed gaat.”
„Ik heb twee jaar lang meerdere keren per week 3-MMC gebruikt”, zegt Victor. Hij gaat onderuit gezakt zitten op de bank, maakt zijn armen wijd en doet zijn ogen dicht. „Zo lag ik erbij. Verstrooid op de bank.”
Het euforische gevoel van het begin maakt, naarmate je meer gebruikt, al snel plaats voor iets anders. „Ik heb me vaak ellendig gevoeld door 3-MMC”, zegt Marcel. „We hebben een keer vijf nachten doorgehaald op de bank van Kay. We lagen al zwetend en in vieze kleding tegen elkaar aan.” Hun ouders mochten dan weten dat ze af en toe drugs gebruikten, zó durfden ze zich niet te laten zien.
Hij vond het „focking kut”, zegt hij. Nu voelt hij zich naar als hij een „nakkie” 3-MMC neemt. „Ik word misselijk en krijg buikpijn. Het voelt alsof ik moet kotsen. Ook brandt het als de hel in mijn longen.”
„Je maag kan er beter tegen, daarom moet je het als een capsule innemen”, reageert Kay. „Ik voel mij als god na tien capsules!”
Volgens de vriendengroep haalt 3-MMC het slechtste naar boven bij mensen als het euforische gevoel eenmaal weg is. Vaak wist Peter niet meer wat hij aan moest met al die energie in zijn lichaam. „Ik werd er nepgeil van en moest porno kijken om het uit mijn systeem te krijgen.” Marcel knikt.
„De drugs zeiden me dat ik nare dingen moest zoeken op het darkweb, terwijl ik dat niet wilde”, zegt Kay. „Ik zag advertenties voor huurmoordenaars en kinderporno.”
„Ik werd er ook echt psychotisch van”, zegt Victor.
„Ja, man. Elke schaduw krijgt een mensengezicht”, reageert Peter.
„Vooral als je drie dagen lang hebt gebruikt”, zegt Victor. „Daar wordt je zo schizofreen van.”
Foto’s: Bram Petraeus
De dagen dat ze geen 3-MMC gebruikten, kregen ze last van bijwerkingen. „Het was midden in de nacht alsof iemand met een taser tegen mijn hoofd aanstond”, zegt Peter. „Ik werd er ook mensenschuw, achterbaks en oneerlijk van.” Een aantal jaar geleden werd een vriend onder invloed doodgestoken. „Toen ben ik meer harddrugs gaan gebruiken en ben ik me gaan isoleren”, zegt hij met een brok in zijn keel.
„Ik gooide een keer een van mijn slippers tegen je slaapkamerraam”, zegt Victor. Hij wijst naar zijn witte sokken en Adidas-slippers. „‘Laat me met rust, kankermongool!’, riep je.”
In die periode belandde Peter in een psychose, omdat hij een flinke dosis 3-MMC en MDMA naar binnen had gewerkt.
„Ik dacht dat de Hells Angels en Alberto Stegeman achter mij aan zaten en het huis probeerden binnen te komen.”
De jongens moeten erom lachen.
„Toen belde ik de politie.”
Vervolgens kreeg hij een paniekaanval en ging hij hyperventileren.
„Toen belde ik de ambulance.”
Zijn moeder was thuis. „Ze zei tegen de hulplijn medewerkers dat ik in de war was.”
Ook Kay had een keer een mengelmoes van verschillende designerdrugs ingenomen. „Ik werd helemaal blauw en had allemaal bloeduitstortingen.” Of hij het eng vond? „Nee, ik moest de consequenties ervan inzien.” Zo probeerde hij ook zijn favoriete drug 4-MMC te vervangen door de designer drug Benzo-fury (ook wel 6-APB). „Ik ging twintig uur achter elkaar hard”, zegt Kay. „Dat was het ziekste wat ik ooit heb meegemaakt.”
Toen de drug was uitgewerkt, voelde hij zich angstig. „Ik heb me drie weken opgesloten in mijn kamer.” Maar hij beweert nooit „bad” gegaan te zijn op 3-MMC en 4-MMC. Terwijl hij er wel zijn galblaas door is kwijtgeraakt. „Die moest eruit, omdat ik bijna uitgedroogd was.” Hij mist een tand, net als Victor – je gebit gaat er ook van achteruit.
Lees ook
Joost was ketamineverslaafd. ‘Ik sliep met zakken ijs op mijn buik. Tegen de pijn’
Het is doodnormaal om drugs achter het stuur te gebruiken. „In het dashboardkastje hadden we standaard speed of 3M.” Onderweg naar werk snoven Kay en Victor erop los. Ze werkten toen samen als sloper in de bouw. „Twee en een half uur lang rijden, reken maar uit”, zegt Victor.
Peter en Marcel lijken in shock – ze kennen dit verhaal nog niet. „What the fuck?”, zegt Peter.
„Soms viel ik in slaap achter het stuur, omdat ik nachten niet had geslapen”, zegt Kay.
„Ik vouwde toen een bommetje 3M voor je”, zegt Victor. „Het was per ongeluk net zo groot als een pingpong geworden!” Peter en Marcel kunnen het nog steeds niet geloven. „Victor nam het stuur over en ik nam het bommetje”, zegt Kay.
„En ineens reed je met grote pupillen 230 kilometer per uur!”, schreeuwt Victor. „Het was gewoon een normale ochtend, hoor.”
„Wij deden het ook soms”, reageert Marcel. „We hadden een bijbaantje op een boerderij waar we kippen moesten vangen voor de slagerij.” Peter lacht. „We liepen kapot leip achter ze aan.”
De jonge mannen hebben vrienden kapot zien gaan door designerdrugs . Kay vertelt over een vriend die op zijn negentiende dakloos is geraakt. „Victor en ik hebben hem van straat geplukt en naar een afkickkliniek gebracht.”
„Degenen die terugkomen uit een afkickkliniek gaan meteen weer gebruiken”, zegt Kay. Volgens hem komt dat door de slechte nazorg. Zo hebben ze ook een aantal jongens gekend die zijn overleden aan een overdosis.
Marcel pakt zijn telefoon erbij en laat een video zien. „Hier zie je ons om negen uur in de ochtend na een nachtje doorhalen.” In de video zit een jonge vrouw voorover hangend en wankelend op een bank. „Meisjes kunnen beter snuiven dan wij, hoor!”, blèrt Victor. Ze zeggen dat de jonge vrouw op de video wel vijf nachten lang wakker is gebleven. „Ze schommelt nu tussen de afkickkliniek en uit huis getrapt worden”, zegt Marcel.
Arm uit de kom
Kay rijdt door een smalle straat in de binnenstad van Zwolle langs een schoonheidssalon die vroeger een smartshop was. „Hier is het allemaal begonnen”, zegt hij. In de zomer werden in het pand boven de smartshop capsules met designerdrugs gemaakt. „Ik kan de geur van de capsules nog altijd ruiken”, zegt hij, en hij steekt zijn neus door het raam. De smartshop bestaat niet meer – omdat de eigenaar genoeg geld had verdiend, denkt Kay. Hij rijdt de straat uit en wijst naar een balkon. „Daar woonde ook een dealer die designers verkocht, maar hij is recent opgepakt.”
Hij rijdt richting de parkeergarage in de binnenstad van Zwolle en zegt dat de kwaliteit van designerdrugs flink achteruitgegaan is. Hij kan nu een gram gebruiken zonder iets te voelen. „Of ik ben er gewoon immuun voor geworden?”
Hij denkt dat de NPS-wet niet gaat werken. „Drugsproducenten zijn de politie altijd voor, omdat ze tien andere stoffen klaar hebben liggen. Hier in het oosten is het te makkelijk om aan drugs te komen en iedereen gebruikt het. Zelfs mensen met kinderen.”
Het doet hem niets dat hij met zijn gebruik en verleden als drugsverkoper de drugswereld in stand houdt. „Er zijn altijd anderen die je plekje willen overnemen.” Gisteravond werden zijn drugs gebracht door een jongen van vijftien. Kay lacht er heel hard om. „En ze beginnen steeds jonger met gebruiken.”
In de woonkamer steekt het schoteltje met speed net onder de tafel uit. Kay zegt dat hij is gestopt met 3-MMC nadat hij zichzelf wilde optrekken om in een heftruck te gaan zitten. „Ik trok gewoon mijn eigen arm uit de kom.” Toen drong het tot hem door waar hij mee bezig was. „Mijn spieren waren zo strak door de 3-MMC dat ze niks meer konden hebben.”
Hij neemt een lijntje speed.
Peter is een half jaar geleden gestopt met drinken en 3-MMC gebruiken, omdat hij een vriend heeft zien verongelukken tijdens het onder invloed graffiti spuiten. „Ik sport nu veel en doe aan microdoseren van truffels en paddo’s. Ik voel me minder angstig.” Hij zegt dat zijn moeder zegt dat ze de „oude Peter” weer terugheeft. Maar hij kan zich het plezier van designerdrugs nog goed herinneren. „Ik sluit niet uit dat ik het tijdens een rave ga gebruiken.” Hij is eventjes stil en denkt na. „Misschien kan ik dan beter speed nemen, omdat 3-MMC troep is”, zegt hij. „Naja, eigenlijk zijn beide wel troep.”
Ook Marcel zegt gestopt te zijn met 3-MMC, omdat hij depressief en vergeetachtig werd. „Het duurde echt een dikke maand om me weer goed te voelen.” Hij beweert nu wat rustiger aan te doen en overgestapt te zijn op psychedelische drugs. „Maar bij hoge uitzondering zal ik nog wel een keertje 3-MMC doen.”
En Victor? „Ik ben het minder gaan gebruiken”, zegt hij.
„Ja, ik merk dat je empathisch bent geworden”, zegt Marcel. „Maar je bent nog steeds wel lomp.”
Victor lacht en neemt een hijs van zijn joint. „Ik doe het nog wel ieder weekend, en soms op werk. Of als ik op maandag vrij ben, dan moet ik toch ook wel gek kunnen doen?”