Hardnekkige inflatie bezorgt centrale banken kopzorgen

Ze bereiden zich er al maanden op voor, maar komt het er nog van? De Europese Centrale Bank, de Amerikaanse Federal Reserve en andere centrale banken staan al een tijdje in de startblokken voor de eerste renteverlaging in zo’n twee jaar tijd. Maar de start blijft vooralsnog uit. De inflatie leek te zijn bedwongen, maar blijkt toch hardnekkiger dan verwacht.

Het bestuur van de ECB besloot donderdagmiddag de rente op het huidige niveau van 4 procent te houden en wilde zich niet vastleggen op een renteverlaging in juni, bij de eerstvolgende bestuursvergadering. De inflatie in de eurozone (2,4 procent op jaarbasis in maart) daalt al maanden in de richting van de ECB-doelstelling van 2 procent.

Tegelijkertijd blijft de ECB bezorgd over de stijging van de lonen. Die kunnen de inflatie weer doen opveren. Want: hoe meer geld mensen in de portemonnee hebben, hoe hoger de prijzen die ze bereid zijn te betalen.

In de verklaring die het ECB-bestuur na de vergadering vrijgaf, noemde het voor het eerst expliciet de mogelijkheid van een renteverlaging in de nabije toekomst. Dan moeten de data de komende weken wel „het vertrouwen” van het bestuur „verder vergroten” dat de inflatie zich „op duurzame wijze richting het doel beweegt”. Het bestuur legt zich „niet op voorhand vast op een bepaald rentetraject”, aldus de verklaring.


Lees ook
Geld voor wapens: het blijft even wennen

Geld voor wapens: het blijft even wennen

Lastig parket

De Amerikaanse Fed is deze week in een lastig parket gekomen door een inflatiecijfer dat woensdag werd gepubliceerd. Daaruit blijkt: de inflatie daalt niet langer, maar neemt weer wat toe. De inflatie in maart bedroeg in de VS 3,5 procent op jaarbasis. Dat is hoger dan in februari, en ook meer dan economen hadden verwacht. Zo raakt de Fed verder verwijderd van het inflatiedoel van 2 procent dat zij evenals de ECB hanteert.

Waarschijnlijker is geworden dat de Fed nog de hele zomer vasthoudt aan de huidige rente, die zich beweegt in bandbreedte van 5,25 tot 5,5 procent. Beleggers schroefden direct na het bekend worden van het Amerikaanse inflatiecijfer hun verwachtingen terug over de renteverlaging door de Fed. Die was voorzien voor juni, maar dit scenario geldt nu als zeer onwaarschijnlijk.

Een renteverhóging is evenmin uitgesloten. Larry Summers, invloedrijk hoogleraar en oud-minister van Financiën, zei op de tv-zender van persbureau Bloomberg dat een renteverlaging in juni „gevaarlijk” zou zijn. Er bestaat zelfs een kans, zei hij, dat de eerste rentestap van de Fed een renteverhoging zal zijn. Een hoge rente remt de inflatie af, omdat lenen van geld daardoor onaantrekkelijker wordt voor burgers en bedrijven. Daardoor neemt de economische activiteit af, wat uiteindelijk ook de prijsstijgingen moet bedwingen.

Veel beleggers rekenen er nu op dat de ECB de rente eerder verlaagt dan de Fed. Maar onduidelijk is vooralsnog of het opleven van de inflatie – na maanden van daling – een puur Amerikaans verschijnsel zal blijken. Het Amerikaanse inflatiecijfer lijkt vooral gedreven door prijsstijgingen van diensten, zoals autoverzekeringen. Ook in de eurozone blijft de diensteninflatie hoog, zo merkte de ECB donderdag op. Tegelijk nemen wereldwijd de energieprijzen weer toe. Deze kunnen, met enige vertraging, doorwerken in de prijzen van goederen en diensten.

Daarnaast blijven de loonsverhogingen en de looneisen in de eurozone hoog. In het voorbije kwartaal namen in Nederland de cao-lonen met 6,8 procent toe. In Duitsland eisen vakbonden 7 procent loonsverhoging.