Eis: vijftien jaar cel en tbs voor misbruik oppaskinderen

Oppaszaak Het Openbaar Ministerie sprak over een „een reeks monsterlijke feiten” waarbij zeven jonge oppaskinderen werden misbruikt.

Nancy D. en haar partner Peter S. in de rechtbank in Den Bosch.
Nancy D. en haar partner Peter S. in de rechtbank in Den Bosch.

Tekening Aloys Oosterwijk / ANP

„Een weerzinwekkende zedenzaak waarvan de nekharen recht overeind gaan staan. Een reeks monsterlijke feiten gepleegd door twee verdachten die volstrekt berekenend en immoreel handelden.”

Officier van justitie Geerte Burgers probeerde maandag in de rechtbank in Den Bosch tijdens haar requisitoir woorden te geven aan haar afschuw over het misbruik van zeven jonge oppaskinderen. Nancy D. (54) uit Heel en Peter S. (59) uit Herkenbosch in Limburg leerden elkaar begin 2018 kennen en hadden vanaf het begin een sadomasochistische relatie met elkaar. Zij noemde hem onder meer „meester” en „God”. Hij sprak haar aan met „hoer” en „kutteef”. Ze gebruikten onderling ook namen van nazibeulen.

Na verloop van tijd werd de verhouding extremer en kwam S. ook met de optie van kindermisbruik. Hij bedacht oppassen voor D. als dekmantel. D. schreef zich in op twee oppassites en kreeg zo contact met zes Noord-Brabantse gezinnen. In de tenlastelegging van het Openbaar Ministerie staan twintig „bewezen” gevallen van misbruik van zeven meisjes tussen de een en de zes jaar. D. en S. noemden hun slachtoffers „kabs” (kabouters). Van het misbruik door D. werden „vids” (video’s) voor eigen gebruik gemaakt, en in een deel van de gevallen was sprake van beeldbellen door S. tijdens het mosbruik.

Robert M.

Het OM eist voor beide verdachten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vijftien jaar en tbs met dwangverpleging. De enige enigszins vergelijkbare zaak in Nederland is die tegen Robert M. en zijn echtgenoot in een Amsterdamse zedenzaak. Daar was echter sprake van grootschaliger misbruik (bewezen voor 67 kinderen) en het uitgebreider verspreiden van de gemaakte kinderporno. Tegen M. werd destijds twintig jaar cel en tbs met dwangverpleging geëist.

S. had vrijwel steeds de leiding. Maar ondanks de ongelijkwaardigheid in hun seksuele relatie was D. volgens de officier van justitie niet willoos. Zij had haar eigen verantwoordelijkheid, nam in sommige gevallen ook het initiatief en ging daarbij in een aantal gevallen nog verder dan dat wat S. in hun contacten al had voorgesteld. Bovendien behandelde de vrouw de slachtoffers „kil en hardvochtig”, waarbij ze zich niet gevoelig toonde voor hun uitingen van angst en verdriet. „Ze beschouwde de kinderen op die momenten als een gebruiksvoorwerp en zette naar eigen zeggen de knop van haar geweten om.”


Lees ook: Misbruik oppaskinderen onderdeel van steeds extremere SM-relatie

D. drogeerde bovendien haar eigen dochter (destijds zestien jaar). Zij en S. hadden eerder gefantaseerd over misbruik. Het is niet bewezen dat het daarvan kwam.

Bij S. raadden ook de deskundigen tbs aan ook vanwege de kans op herhaling. Bij D. werd dat risico lager ingeschat, omdat ze zich na de aanhouding duidelijk schaamde voor haar daden. Tegelijkertijd werd duidelijk dat er eigenlijk geen goede meetmethodes bestaan voor het risico bij vrouwelijke daders. Het OM duidt D.’s berouw als „sociaal wenselijk gedrag” en ziet wel een kans op recidive: de vrouw zei zelfs een nieuwe kop koffie met S. niet uit te sluiten, als ze daarvoor zou worden uitgenodigd.

Infraroodcamera

De misbruikzaak kwam op 12 juni 2021 aan het licht, nadat twee ouders terugkeerden van een avondje bioscoop en D. vervolgens vertrok. Vanwege onrustig slaapgedrag van hun dochter hadden de ouders een infraroodcamera op haar kamer gehangen en de vader besloot de die avond gemaakte beelden te bekijken. Het misbruik dat daarop te zien was, deed de ouders besluiten naar de politie te gaan. D. werd die nacht aangehouden, S. een dag later. De officier van justitie vroeg zich maandag af hoeveel slachtoffers er nog waren gevallen als D. en S. niet zouden zijn opgepakt, en of S. zelf ook nog zou zijn gaan meedoen aan het misbruik, zoals tijdens het appcontact van de twee wel werd geopperd.

De advocaten van D. begonnen hun betoog met het betuigen van medeleven met de slachtoffers en hun ouders. Raadsman Ivo van de Bergh wees er op dat zijn cliënte nog geen strafblad heeft, spijt betuigde, open meewerkte aan het onderzoek en verminderd toerekeningsvatbaar wordt geacht. „Volgens ons is daarom tien jaar onvoorwaardelijk passend en geboden.” Advocaat Sjanneke de Crom benadrukt dat verschillende deskundigen tot de conclusie kwamen dat de recidivekans bij D. klein is. „Niet alleen vanwege schaamte, maar ook vanwege het ontbreken van een pedofiele gerichtheid, geen eigen verleden als misbruikt kind en het feit dat de relatie met S. inmiddels is gestopt.” Een tbs-maatregel voor D. is volgens De Crom in deze zaak niet op zijn plaats.

De advocaat van S. komt dinsdag aan het woord. De rechtbank doet 13 maart uitspraak in deze zaak.