Met dit voorstel wil de Kamer meer aandacht voor suïcide

De meeste mensen die suïcide plegen, willen dat helemaal niet. Ze voelen zich eenzaam en radeloos. Ze zitten voor hun gevoel vast in een donkere tunnel waar geen licht binnendringt. Ze zien geen andere uitweg meer, al is die er vaak nog wel, vertelt Renske Gilissen, hoofdonderzoeker bij hulplijn 113 Zelfmoordpreventie.

Vorig jaar pleegden 1.885 mensen zelfmoord – ruim 5 per dag. Elke dag doen minimaal 135 mensen een poging. En dan zijn er nog eens dagelijks 500 mensen die belden met de landelijke hulplijn 113. Onder jongeren tot dertig jaar is suïcide de meest voorkomende doodsoorzaak. „Het is een urgent onderwerp, maar het wordt niet serieus genoeg behandeld”, zegt Gilissen. „Pas als dat wel gebeurt, zullen we een teruggang in die cijfers zien.”

Dat vindt niet alleen Gilissen, maar ook een meerderheid van de Tweede Kamer. Dinsdagavond sprak de Kamer op initiatief van de ChristenUnie over een voorstel – inmiddels ondertekend door zeven andere partijen – om suïcidebeleid vast te leggen in de Wet publieke gezondheid. De verantwoordelijkheid komt bij de minister van Volksgezondheid te liggen, die kan worden aangesproken als er te weinig gebeurt. Er wordt ook structureel geld uitgetrokken: 10 miljoen euro voor gemeenten, 6,5 miljoen voor landelijk beleid.

Kamerleden toonden zich soms emotioneel in hun bijdragen of deelden persoonlijke verhalen. Derk Boswijk (CDA) sprak over een „buitengewoon gevoelig en teer onderwerp” dat mensen persoonlijk raakt. Hij vertelde over een klasgenootje dat zelfmoord pleegde en „het knagende gevoel” dat dan achterblijft: „Had ik het kunnen voorkomen?” Don Ceder (CU) vertelde over „zijn maatje Michael”, die een paar jaar geleden onverwacht zelfmoord pleegde. „Een verhaal zoals dat van mij kent bijna iedereen.”

Het is niet dat er nu niets gebeurt om zelfmoord te voorkomen. Sinds 2014 is er de landelijke agenda suïcidepreventie, waarin ruim vijftig organisaties samenwerken om het aantal zelfmoorden en pogingen te verminderen. Ook is er een onderzoeksprogramma suïcidepreventie dat kennis verzamelt. „Maar er is geen garantie dat dat politieke draagvlak altijd blijft”, stelt 113-bestuurder Monique Kavelaars. Juist daarom noemt ze het voorstel „ontzettend belangrijk. De vrijblijvendheid gaat er nu vanaf.”

Sinds 2013 is het aantal zelfmoorden stabiel op zo’n 1.900 per jaar – 60 procent daarvan was niet in beeld bij de ggz. En dus is er meer nodig: meer geld, maar ook meer aandacht. „Het taboe moet ervan af”, zegt Kavelaars. Mensen die iemand met suïcidale gedachten kennen, vinden het een lastig onderwerp. „Het gaat over leven en dood, angst staat dan voorop. Maar met vermijden help je niemand. Suïcides hebben een verwoestend effect op de directe omgeving.”

Schaamte

Mensen met suïcidale gedachten praten er zelf vaak ook niet over en zoeken geen hulp, zegt Renske Gilissen. „Ze schamen zich, voelen zich een last. Maar erover praten helpt.” Juist daarom moeten mensen in de directe omgeving (familie, vrienden, collega’s maar ook zorgverleners, agenten en docenten) alert zijn.

Risicogroepen zijn onder meer vroegtijdige schoolverlaters en mannen met een uitkering. Gilissen: „Preventie begint dus al bij het signaleren van verzuim op school en bij uitkeringsinstanties als het UWV.” Daar is nog veel te winnen, zegt ze. Op alle scholen zou in het lesprogramma mentale gezondheidszorg moeten worden opgenomen. Wat doe je als je je somber voelt? Hoe ga je om met heftige gebeurtenissen? Maar ook: hoe begeleid je de andere leerlingen als iemand terugkeert na een suïcidepoging? Gilissen: „In de praktijk zie je dat niet elke school dat voldoende doet.”

Ook bij zorgverleners moet die preventie meer aandacht krijgen door het een meer prominente plek te geven in opleidingen, zegt Kavelaars. Gemeenten kunnen bewustwordingscampagnes beginnen, informatieavonden organiseren, welzijnswerkers trainen. Maar ze kunnen ook werken aan fysieke maatregelen, zoals hekken of andere veiligheidsmaatregelen bij het spoor. Vijftig gemeenten hebben nu al een eigen preventiebeleid. 113 zelf biedt laagdrempelige onlinetrainingen aan.


Lees ook
Waarom plegen zoveel mannen van middelbare leeftijd suïcide?

Peggy Wismans, nabestaande: „Ik moest kiezen om weer te leven in mijn eigen leven.”

Niet iedereen is enthousiast over het CU-plan. De Raad van State (RvS) stelde eerder in een advies dat het voorstel „geen nieuwe elementen aan het preventiebeleid toevoegt” en „slechts de wettelijke verankering betreft”. De RvS zet dan ook „vraagtekens bij de toegevoegde waarde van het voorstel”. Een slecht argument, vond D66. Wieke Paulusma: „Onze samenleving wordt dagelijks geconfronteerd met dit grote probleem en dat vereist een antwoord. Dit voorstel geeft dat.”

Ook zijn er de lange wachtlijsten bij de ggz, waardoor mensen met suïcidale gedachten niet terecht kunnen voor hulp. Maar, zegt Gilissen van 113, juist daarom is preventie zo belangrijk. „En de ggz-instellingen maken, als het goed is, altijd ruimte voor acute suïcidaliteit.” De lange wachtlijsten zijn om „moedeloos” van te worden, zei initiatiefnemer Mirjam Bikker (CU) voorafgaand aan het debat. „Maar dat is geen reden om te blijven zwijgen en het taboe overeind te houden.”

Praten over zelfmoord kan bij de hulplijn 113 Zelfmoordpreventie. Telefoon 0800-0113 of www.113.nl.