Slechts 4 procent van de wateren voldoet aan norm voor chemische stoffen – met name ‘vlamvertragers’ blijken problematische vervuilers

Het oppervlaktewater in Nederland bevat veel chemicaliën die er niet horen. Veruit de meeste sloten, beken en rivieren voldoen niet aan de Europese normen voor waterkwaliteit.

In 2027 moet elke sloot, rivier en beek in heel Europa voldoen aan de Europese kaderrichtlijn water (KRW). De kans is klein dat Nederland die norm op tijd gaat halen.

Dat blijkt uit onderzoek van NRC op basis van de recentste cijfers van Informatiehuis Water.

Een kleine groep chemische stoffen speelt daarin een grote rol. Het gaat onder meer om polygebromeerde difenylethers (PBDE’s), een groep veelvoorkomende vlamvertragers die bijna overal de KRW-grens overschrijdt.

Twee jaar geleden deed NRC ook onderzoek naar de waterkwaliteit. Toen al was die kwaliteit slecht. Nu blijkt dat vooral wat betreft chemicaliën bijna geen enkel Nederlands oppervlaktewatergebied aan de KRW- normen voldoet. Met nog drie jaar te gaan is er volgens deskundigen nauwelijks nog een mogelijkheid om de chemische vervuiling voldoende te verminderen.

Veel wateren blijken vervuild met vlamvertragers. Deze vlamvertragers, die de kans dat materiaal vlam vat verlagen, zijn te vinden in auto’s, elektronica, meubels, vliegtuigen, bouwmateriaal en textiel. De meeste van deze PBDE’s worden van nature traag afgebroken en kunnen jaren in het water blijven rondzwerven.

In 96 procent van de Nederlandse oppervlaktewatergebieden zitten te veel chemicaliën om aan de KRW-norm te voldoen; slechts 30 van de 745 gebieden voldoen aan deze norm. En deze 30 gebieden scoren dan weer onvoldoendes op andere vlakken.

Voldoet één van de stoffen op de KRW-lijst niet aan de norm, dan geldt de hele waterkwaliteit als onvoldoende. Dit wordt het one out, all out-principe genoemd. Kortom, Nederland haalt nergens de norm voor waterkwaliteit.


Juridische acties

De cijfers van Informatiehuis Water komen van metingen in de stroomgebieden Eems, Rijn, Maas en Schelde. Met die metingen worden watergebieden getoetst aan de KRW-norm. Die norm is ingevoerd om de ecologische en chemische kwaliteit van Europees water te beschermen.

Als Nederland niet aan deze norm voldoet, kan Europa juridische acties ondernemen. Dat betekent mogelijk boetes. Ook zouden burgers naar de rechter kunnen stappen om actie van de overheid af te dwingen. Dit zou een rechtszaak kunnen opleveren als die van Urgenda tegen de Nederlandse staat. Toen luidde het vonnis van de Hoge Raad dat de staat voor eind 2020 de broeikasgasuitstoot met 25 procent moet verminderen.

Slechts 4 procent van de Nederlandse oppervlaktewateren voldoet dus aan de KRW-norm. Deze schrijft de maximale hoeveelheid van een bepaalde chemische stof in het water voor en de hoeveelheid chemische stoffen die in het water mogen zitten. Deze stoffen zijn door de KRW vastgelegd in een lijst.

In 662 oppervlaktewateren overschrijdt de hoeveelheid vlamvertragers de KRW-norm. „Vlamvertragers kunnen in het water zijn gekomen via productielocaties die afvalwater loosden”, zegt Annemarie van Wezel, hoogleraar milieubiologie aan de Universiteit van Amsterdam. „Dat kan ook gebeuren via vuilstortplaatsen.” Samen met zes andere stoffen en stofgroepen zorgen de vlamvertragers ervoor dat 93 procent van alle wateren de normen van KRW niet haalt.


De meeste wateren scoren ‘slechts’ op één tot drie chemicaliën een onvoldoende. Betekent dit dat de norm alsnog kan worden gehaald door het water te zuiveren? Zo kunnen vlamvertragers volgens Van Wezel gedeeltelijk uit het water worden gehaald in een zuiveringsinstallatie. „Zo’n vlamvertrager stoot water af en laat zich relatief makkelijk vangen. Andere stoffen lossen weer beter op in water en zijn lastiger te pakken te krijgen.”


Lees ook
Hoogwater verrijkt én vervuilt de natuur

Door de hoge waterstand van de Waal is de uiterwaard bij Tuil ondergelopen. De verwachting is dat de komende dagen het waterpeil weer gaat zakken.

Zuivering

Het is alleen geen wondermiddel, zegt Van Wezel: „Je kunt niet de hele Rijn door zo’n zuiveringsinstallatie halen. Stoffen die al in het water en de grond zitten, kan je moeilijk verwijderen.”

Dat beaamt Johan Blom, consultant watertechnologie bij advies- en ingenieursbureau TAUW: „Deze stoffen zuiveren we nu alleen bij de winning van drinkwater uit oppervlaktewater. De beste zuiveringsoptie is met actieve kool. Dat is een stof die andere stoffen aan zich bindt.”

Maar deze oplossing met koolstof is ontzettend lastig of zelfs onmogelijk, zegt Blom. „Neem zo’n vlamvertrager. Daar mag per jaar gemiddeld zo’n 0,5 nanogram per liter van in het oppervlaktewater zitten.” Voor een kanaal van 40 kilometer lang, 10 meter breed en 2,5 meter diep is dat een kwart theelepel. Zo’n hoeveelheid water kun je realistisch gezien niet zuiveren tot zo’n laag gehalte.”

Het is beter om te voorkomen dat stoffen in het milieu worden geloosd, zegt hoogleraar waterrecht aan de Universiteit Utrecht Marleen van Rijswick. „Alleen lobbyen de industrie en landbouw enorm om lozing wel toe te laten.”

‘Versnipperd’

Hoe is het lozen van stoffen dan te voorkomen? Allereerst moeten volgens Van Wezel alle afvalstromen beter worden gemonitord. Daartoe moet een gezamenlijk register komen waarin staat welke vergunningen vergeven worden. „De verlening is nu versnipperd, bevoegdheden zijn verdeeld over veel partijen en op het totaal van vergunningen is weinig zicht. Als je die informatie wel inzichtelijk maakt, kun je kijken naar de grote afvalstromen en daartegen optreden. Dan is het ook nuttig lozers te verplichten informatie te verstrekken over alles wat ze lozen.”

Een voorbeeld daarvan is volgens Van Wezel het ingrijpen bij Chemours, dat zogeheten PFAS loosde in Dordrecht en omgeving. „Toen daar via de vergunning werd ingegrepen, is de uitstoot met een factor van meer dan duizend gedaald.”

Worden de doelen niet gehaald, dan kunnen de gevolgen groot zijn, denkt hoogleraar Van Rijswick: „Als Nederlandse burgers naar de rechter stappen, kunnen nieuwe activiteiten worden stopgezet. Terwijl die activiteiten weleens duurzamer kunnen zijn dan bestaande lozingen. Eerlijker is het oude en nieuwe activiteiten te vergelijken. Aan de hand daarvan zou je toestemmingen van oude activiteiten kunnen intrekken ten voordele van nieuwe, duurzamere bedrijven.”

Van Wezel zet ook een kanttekening bij de effectiviteit van de wettelijk vastgelegde lijsten met daarop chemische stoffen. „Die bevatten veelal de stoffen waar we ons gisteren zorgen over maakten. Niet die waar we ons vandaag of morgen zorgen over maken. Denk aan PFAS die pas sinds 2022 op de lijst staan. Er komen iedere dag nieuwe bij. Zulke lijsten houden geen rekening met die nieuwe stoffen en vertelt dus niet het hele verhaal.”


Lees ook
Eieren rondom Chemours zijn zo vervuild met PFAS dat eten schadelijk kan zijn. RIVM en GGD raden af hobby-eieren te eten

Enkele kippen op kinderboerderij de Bolderhoeve in Sliedrecht.