Nieuw theater in het water verdeelt Amsterdammers rond de Sloterplas: ‘Ja pik, ze bouwen hier een technoclub’

Voor veel hardlopers en wandelaars is het ‘rondje Sloterplas’ (bijna zes kilometer) haast heilig.

Niets in deze bosjes, in een uithoek van de Sloterplas, verraadt waarom ze zo beladen zijn. Een argeloze voorbijganger ziet onopvallende bomen en struiken. Een zakdoekje in het gras. Een bankje langs het welvende voetpad. Gewoon een parkoever, kortom, zoals je die overal in Nederland kunt vinden. Maar dit is Amsterdam en hier leidt de strijd om dit stukje groen al jaren tot eindeloze raadsvergaderingen en demonstraties en zelfs tot bedreigingen.

Aanleiding voor al die strijd en emotie is het plan van het college een toonaangevend nieuw gebouw voor het Meervaart Theater in het water te plaatsen. Waardoor het groen op deze oever zou moeten plaatsmaken, voorbijgangers het weidse zicht op de plas zou worden ontnomen en het voor hardlopers en wandelaars haast heilige ‘rondje Sloterplas’ zou worden onderbroken. Dat vrezen althans de tegenstanders, deels verenigd in de Vrienden van de Sloterplas.

Voorstanders – de coalitie van PvdA, GroenLinks en D66 voorop – beargumenteren juist dat een bijzonder gebouw, zoals het filmmuseum Eye aan het IJ, op deze plaats iets toevoegt. In de eerste plaats allure, aan het voorheen verwaarloosde stadsdeel Nieuw-West. Maar ook meer ruimte voor podiumkunsten in deze snelgroeiende wijk (nu 165.000 inwoners, in 2050 meer dan 200.000). En het stadsbestuur belooft het verloren groen te compenseren met „hoogwaardig groen”. Op het dak van het gebouw bijvoorbeeld.

De beoogde locatie van de nieuwe Meervaart, in het zuidwestelijke hoekje van de Sloterplas.

Voor het gebouw zelf is nog geen ontwerp, zelfs nog geen architect. Er is nu alleen, sinds de gemeenteraad eind maart instemde met de investeringsnota voor dit gebied, een plek gemarkeerd in het zuidwesten van de plas. En er is budget vrijgemaakt. De totale kosten voor de nieuwe Meervaart worden geraamd op 100 miljoen euro. De opening zal nog zeker vijf jaar op zich laten wachten.

Canta

Voorafgaand aan de stemming schreef de directeur van de Meervaart, Yassine Boussaid, de gemeenteraad – waar een deel van de oppositie zich tegen het plan verzet – een emotionele brief. Daarin zegt hij dat de politie zijn veiligheid in de gaten moest houden na bedreigingen. En hij haalt fel uit naar de tegenstanders van het plan, de „boze generatie van verloren glorie”, zoals hij die noemt.

Het Meervaart Theater, nu tussen het Osdorpplein en de Sloterplas, krijgt een nieuw gebouw.

Boussaid noemt de groep tegenstanders in zijn brief ook marginaal. Hij zag bij het laatste protest minder demonstranten dan „blikjes Red Bull in de bosjes”. En niet representatief. „De Mo’s en Fatima’s van de leeftijdscategorie 20-35 jaar” zouden zwaar ondervertegenwoordigd zijn. Hij beticht ze van „fake nostalgie”. Als vroeger alles beter was, waarom zijn er dan zoveel generatiegenoten naar Almere verhuisd? Ook verwijt hij deze groep buurtbewoners grimmigheid. „Moet ik nu bang zijn dat een Canta mij overhoop rijdt?”

„Krenkend”, noemt Tineke Stricker de woorden van Boussaid. De 75-jarige voorzitter van de Vrienden van de Sloterplas („vijfhonderd leden die overwegend tegen zijn”) geeft toe dat ze weinig contact heeft met buurtgenoten met een migratie-achtergrond. En zelf gaat ze liever naar het Concertgebouw of het Bimhuis voor klassiek of jazz, dan naar „Turkse muziek” in de Meervaart. Maar ze is hartstikke vóór een nieuwe en grotere Meervaart. Alleen niet dáár. Een gebouw in de plas is „echt onacceptabel”.

Hij was „vilein” in zijn brief, erkent Boussaid aan de telefoon. Maar, zegt de directeur, „ik houd al vijf jaar mijn mond en wilde met mijn brief een steentje in de vijver gooien. De plas is niet van de Vrienden van de Sloterplas, maar van alle Amsterdammers. En de Meervaart wil een cultureel knooppunt zijn, met een aanbod voor alle lagen van de samenleving.” Dat hij met de woordkeuze in zijn brief lijkt te wijzen op een cultuurstrijd – tussen jong en oud of zwart en wit – ontkent hij met klem. „Dat is mijn discours niet.”

Modder

Een cultuurstrijd blijkt ook niet als je het de ‘gebruikers’ van de Sloterplas en de Meervaart vraagt. Op een doordeweekse middag in april draaien recreanten in alle soorten en maten rond de plas. Stokoude stellen. Moslima’s met kinderen op fatbikes. Mensen met serieuze wandelschoenen. De meningen over het stukje groen zijn behoorlijk verdeeld – het is een griezelige pieshoek voor de één, een onmisbare verpoosplek voor de ander – maar zeker niet langs sociaal-culturele lijnen.

Sekar Jong (23) vindt dit hoekje „heerlijk, lekker rustig” en ze zou het jammer vinden als hier iets verandert. Ze komt hier al haar hele leven vrijwel dagelijks, vandaag om een zelfhulppodcast te luisteren, „want je bent wat je voelt”. Ze is hier nooit bang in het donker, maar de gemeente mag hier wel meer lampen plaatsen, „to be honest”, want laatst stapte ze met gympen pardoes in de modder.

wijkbewonerFrits Droog Dit groen mag best verloren gaan

Frits Droog (73) loopt hier in zijn lange leren jas elke dag zijn ronde, ook als het regent. Hij bezoekt elke maand wel een cabaretvoorstelling in de Meervaart en heeft geen enkele moeite met een nieuw gebouw in de plas. „Dit groen mag best verloren gaan.” Tegen allure heeft hij ook geen bezwaar. „Ze doen maar.” Om het gebouw loopt hij wel heen.

Arwa Ahannach (19) loopt ondanks het druilerige weer met een enorme zonnebril langs de plas met een vriendin om inkopen te doen voor de iftar. In de Meervaart komt ze nooit, want „theater is niet mijn ding”. Maar de Sloterplas vindt ze „echt een leuke plas om langs te lopen en te kletsen”. Ahannach is tegen de nieuwbouw in het water, „dan zou er een stukje nostalgie verdwijnen”.

Peter Westerhof is 82 jaar, maar rent het rondje (bijna zes kilometer) nog in drie kwartier, zegt hij glunderend. Ook hij is tegen de nieuwbouwplannen, demonstreerde er zelfs tegen. „Want dit is een verrot klein bosje, maar als je op dit punt bent aangekomen, snak je wel naar dat bosje.”

Een andere hardloper, een veertiger, leest met verbazing het spandoek dat verderop op een vlonder hangt. „Niet bouwen in de Sloterplas.” Zijn renmaatje: „Ja pik, ze bouwen hier een technoclub.”

Visjes

Deze misvatting is tekenend voor de speculaties in het debat over de nieuwe Meervaart. Zo verwijst wethouder Reinier van Dantzig (Ruimtelijke Ordening, D66) naar een plasontwerp uit 1939, waarop in de zuidwestelijke hoek een gebouw staat ingetekend. „Van Eesteren had dit al bedacht”, aldus de wethouder tegen de gemeenteraad. Deze oude kaart wordt ook door de directeur van de Meervaart verspreid, alsof de bekende stedenbouwkundige Cornelis van Eesteren postuum zijn fiat geeft.

De kaart hoort namelijk bij het Algemeen Uitbreidingsplan uit 1935, dat tot 2000 in de bevolkingsgroei van Amsterdam moest voorzien. Van Eesteren ontwierp deze Westelijke Tuinsteden, nu stadsdeel Nieuw-West, met veel ruimte voor groen en aandacht voor recreatie. Ook de Sloterplas werd heel nauwkeurig ontworpen, met op iedere hoek een ander uitzicht op een ander landschap.

wethouder D66Reinier van Dantzig Soms moet je een beetje geloven in gave dingen

Volgens medewerkers van het Van Eesteren Museum, aan de overkant van de plas, zou de grondlegger van dit plan nooit een theater in die hoek hebben voorzien. Misschien een paviljoentje, om iets te eten of drinken. Maar voor cultuur moesten bewoners juist met goede verkeersverbindingen naar het oude stadscentrum, was het oorspronkelijke idee.

De directeur van het museum, Jorn Konijn, vindt dat een groot theater in deze groeiende buurt intussen wel te rechtvaardigen is, maar hij heeft toch bezwaren tegen de huidige plannen. In de eerste plaats omdat er volgens deskundige vrijwilligers van het museum „unieke visjes en salamanders” in de diep uitgegraven Sloterplas wonen.

Ook vindt Konijn het oneerlijk dat het college heel veel geld wil geven aan één instelling, terwijl zich in Nieuw-West tal van culturele instellingen bevinden die dringend subsidie nodig hebben. Zo ziet Konijn zich vandaag genoodzaakt zijn hele expositieruimte te verhuren aan een communicatiebureau met een heidag.

Daarbij wordt kunsthistoricus Konijn altijd „een beetje droevig” van groene daken, die slechts de schijn van duurzaamheid zouden wekken. In de tuinsteden is het groen bedoeld voor onder de voeten.


Lees ook
Is Rondje Sloterplas vol creeps?

Veel vrouwen die wandelen, fietsen of joggen bij de Sloterplas in Nieuw-West worden lastiggevallen door mannen: seksuele intimidatie, mishandeling, aanranding.  De politie zoekt naar een oplossing.

Fakkels

Jorine van Hooijdonk, een uitgesproken voorstander van het plan voor de nieuwe Meervaart in het water, laat zich door ecologische argumenten niet van de wijs brengen. „De Sloterplas is het grootste aangelegde stadsmeer ter wereld”, weet Van Hooijdonk. „ En het park eromheen is niet gebouwd als natuurgebied, maar als recreatiegebied. Dit stuk water is trouwens hartstikke vervuild, er zit geen leven in. De nieuwbouw is juist een kans om dat om te draaien.”

Door haar bevlogen pleidooien voor een gebouw in de plas, in de gemeenteraad en Het Parool, is ze naar eigen zeggen „de gebeten hond” geworden in Facebookgroepen in de buurt. „Ze noemen me ‘de vijfde colonne’, mijn pasfoto is verspreid op Twitter, en er zijn Woo-verzoeken gedaan omdat ze denken dat ik betaald word voor propagandawerk. Ik ben gewoon een burger met een mening, maar ik pas precies in de complottheorieën van het populisme van dit moment. Het zou me niet verbazen als ze straks met fakkels voor mijn deur staan. Zo’n sfeer is er ontstaan.”

Tineke Stricker ontkent dat er namens haar vereniging bedreigingen zijn geuit. De voorzitter heeft Van Hooijdonk alleen op straat aangesproken „op haar leugens”. De vereniging bevecht het plan van het stadsbestuur louter met democratische middelen, zegt Stricker, en heeft nog twee troeven in haar mouw. Het waterschap doet momenteel toevallig onderzoek naar het onderwaterleven in de Sloterplas. „Ik hoop dat het onderzoek voor ons de goede kant op kantelt”.

En over twee maanden houdt Amsterdam een referendum over de zogeheten Hoofdgroenstructuur, waarbij inwoners mogen aangeven wat ze vinden van het beleid rond stadsgroen. Stricker is haar buurtjes al druk aan het mobiliseren. „Want de gemeente heeft een potdichte overtuiging waar je als burger met argumenten geen vat op krijgt.”

Soms moet je „een beetje geloven in gave dingen”, verklaarde wethouder Van Dantzig eind maart tegenover de gemeenteraad. „Je hebt twee soorten mensen. Zij die bij elk idee denken: ‘ik weet niet, ik vind het spannend, het kan nooit wat worden, waarom moet dat eigenlijk’. En je hebt mensen die denken: ‘potverdorie, we doen hier iets gaafs’. En ik hoor bij die laatsten en volgens mij een raadsmeerderheid ook.” Vervolgens stemde de raad in met een nieuw gebouw in de Sloterplas.

Maar Tineke Stricker houdt vast aan haar bosjes. Als het waterschap of het referendum het gemeentebestuur niet tegenhouden, dan gaat ze naar de Raad van State.