UWV: werknemers wisselen steeds vaker van baan

Arbeidsmarkt De krapte op de arbeidsmarkt maakt het voor werknemers in Nederland interessanter om van baan te wisselen, blijkt uit cijfers van uitkeringsinstantie UWV. Eén op de vijf werknemers koos vorig jaar voor een nieuwe werkgever.

Vooral mensen met flexcontracten kiezen sneller voor een andere baan.
Vooral mensen met flexcontracten kiezen sneller voor een andere baan.

Foto Siese Veenstra/ANP

Steeds meer werknemers wisselen van baan. In het derde kwartaal van 2022 had 5,3 procent van de werknemers een nieuwe werkgever ten opzichte van het kwartaal ervoor, ruim 404.000 mensen. Het gaat om een verdubbeling van het aantal mensen dat van baan wisselt vergeleken met tien jaar geleden, blijkt maandag uit cijfers van uitkeringsinstantie UWV. Begin 2013 stapte 2,8 procent van de werknemers over naar een andere werkgever.

Vorig jaar wisselden volgens het UWV in totaal bijna 1,5 miljoen mensen van werkgever, al zijn de cijfers van het vierde kwartaal nog niet definitief. Dat is zo’n één op de vijf werknemers. Werknemers met een flexibel contract wisselden veel vaker van baan dan werknemers met een vast contract. Dat komt omdat er meer op het spel staat bij mensen met een vaste baan, die bij een nieuwe werkgever meestal ook met een tijdelijk contract beginnen. Bovendien neemt het aantal werknemers dat voor zichzelf begint toe. De grootste groei vond plaats in de zorg en ICT.

De verklaring voor de vele baanwisselingen ligt volgens het UWV bij de krapte op de arbeidsmarkt. Die nam na de coronacrisis toe. „In een krappe arbeidsmarkt wisselen werknemers sneller van baan. De risico’s zijn dan bij een overstap minder”, zegt arbeidsmarktadviseur Michel van Smoorenburg van het UWV. Bij het wisselen spelen een mogelijk hoger loon, meer ontwikkelingsmogelijkheden of gunstigere andere arbeidsvoorwaarden een belangrijke rol. Door de hoge inflatie kijken mensen scherper naar het salaris, volgens Van Smoorenburg.


Lees ook: De krapte op de arbeidsmarkt is inmiddels overal